§3.2 Inkomens zonder tegenprestatie

3.2 Inkomens zonder tegenprestatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

3.2 Inkomens zonder tegenprestatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

3.1 Weet je het nog?
Begrippen:
  • Bron van inkomen
  • Prestatieloon
  • Loon in natura
  • Loonschaal
  • Nationaal inkomen
  • Personele inkomensverdeling                   Modaal inkomen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kennen /kunnen §3.2
Begrippen:
  • Kinderbijslag
  • Huurtoeslag
  • Zorgtoeslag
  • Sociaal minimum
  • Overdrachtsinkomen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kinderbijslag 
  • De overheid geeft de ouders/ verzorgers van kinderen kinderbijslag. 
  • Kinderbijslag is inkomen zonder tegenprestatie en wordt per kwartaal uitbetaald (= 4x per jaar).
  • Hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van leeftijd en aantal kinderen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.​
 

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen.​
​Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.​


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Solidariteit en zorgtoeslag
  • Zorgtoeslag - voor mensen die onder een bepaalde grens verdienen krijgen zorgtoeslag.
  • Solidariteitsprincipe - de sterke moeten de zwakke ondersteunen

Slide 6 - Slide

Toelichting:
Duidelijk uitleggen dat dit ook te maken heeft met de bonus-malusladder en dat de korting dus steeds groter wordt naar mate er geen schade wordt gereden/opgegeven aan de verzekeraar.
Sociaal minimum
Wat is het sociaal minimum? Het sociaal minimum is het bedrag dat u minimaal nodig heeft om van te leven. Dat bedrag is niet voor iedereen hetzelfde.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het sociaal minimum

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

overdrachtsinkomen
Voorbeelden van overdrachtsinkomen:
- kinderbijslag
- huurtoeslag
- zorgtoeslag
- alimentatie
- bijstand

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Overdrachtsinkomen
Een overdrachtsinkomen is een inkomen dat je krijgt zonder een tegenprestatie te hoeven leveren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kinderbijslag is een voorbeeld van
timer
1:00
A
Overdrachtsinkomen
B
Primair inkomen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het sociaal minimum
A
Hoeveel mensen er leven van een bijstandsuitkering
B
Een minimumbedrag wat je nodig hebt om van te kunnen leven
C
De minimale leeftijd om een uitkering te kunnen ontvangen
D
Een toeslag die je van de overheid krijgt als je een laag inkomen hebt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een huurtoeslag ?
A
Is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen
B
Een financiële bijdrage van de bank
C
Is een financiële bijdrage van de bank waarmee je een deel van de huur kunt betalen
D
Is een financiële ondersteuning van de overheid

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De kinderbijslag is afhankelijk van:
A
Aantal kinderen
B
Leeftijd van de kinderen
C
Inkomen ouders
D
Leeftijd ouders

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

voor wie is kinderbijslag bedoeld?
A
voor alle ouders
B
voor de kinderen
C
voor kinderen onder de 18
D
voor ouders van kinderen onder de 18

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zorgtoeslag?
A
een bedrag dat verzekeraars betalen
B
een bedrag dat de verzekernemer betaald
C
een bedrag dat je betaalt wanneer je zorg gebruikt
D
een bedrag dat de belastingdienst betaald

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen overdrachtsinkomen?
A
bijstand
B
kinderbijslag
C
huurtoeslag
D
inkomstenbelasting

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn overdrachtsinkomen?

A
Inkomsten die je krijgt als uitkering, zoals WW.
B
Inkomen die je krijgt als je overgedragen wordt.
C
Inkomen die je krijgt bij de overdracht van goederen.
D
Inkomen die je krijgt van je spaargeld, rente.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen rekentrainer

Slide 19 - Slide

This item has no instructions