H2 op eigen tempo doorwerken A2

H2 statistiek
WAT IS STATISTIEK?
1 / 54
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

H2 statistiek
WAT IS STATISTIEK?

Slide 1 - Slide

Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.

Slide 2 - Slide

Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.
Succescriteria

Ik kan een verhoudingstabel herkennen.
Ik kan werken met een verhoudingstabel. 
Ik kan een beelddiagram aflezen.
Ik kan rekenen met procenten.


Slide 3 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel

  • Rekenen via één.
  • Rekenen met handige stappen.
  • Rekenen met de factor.
  • Rekenen door twee kolommen samen te nemen.
  • Kruislingsvermenigvuldigen. 

Slide 4 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel

Stap 1 Teken een tabel. 
Stap 2 Invullen van de gegevens die je weet.
Stap 3 Bereken nieuwe gegevens.
Stap 4 Antwoord geven op de vraag.
Stap 5 Controle.

Slide 5 - Slide

Procenten

Procent (%) betekent "hoeveel van de honderd".  
Een percentage is de verhouding op honderd. 


Verhoudingstabel

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Lees aandachtig de voorbeelden in de kaders van je boek door.

Heb je aantekeningen genoteerd voor jezelf in je schrift?

Maak opgaven: 3, 6 ,7, (U1, U2)

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van bovenstaande opgaven op de volgende slide.

Slide 7 - Slide


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen.
opgave 3, 6 ,7, (U1, U2)

Slide 8 - Open question


Leerdoel 1
Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 9 - Quiz

Ik kan werken met een cirkeldiagram en er zelf een tekenen.
Succescriteria

Ik ken de verschillende diagrammen.
Ik kan rekenen met procenten. 
Ik kan rekenen met graden.
Ik kan met een geodriehoek een hoek tekenen.
Ik kan met een passer een cirkel tekenen.


Slide 10 - Slide


Check!
Wat is de wiskundige naam voor de taartpunten bij een cirkeldiagram?

Slide 11 - Open question


Voorkennis check!
Hoeveel graden is een volle hoek?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Tip! Maak een tabel bij een cirkeldiagram.
Fietsen
Lopend
Bus
Totaal
Aantal
Percentage
100 ⁒
Graden
360 º
• 3,6
: 3,6

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Aan de slag
Lees aandachtig de voorbeelden in de kaders van je boek door.

Heb je aantekeningen genoteerd voor jezelf in je schrift?

Maak opgaven: (8), 9, 10, 11, (12), 13

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van bovenstaande opgaven op de volgende slide.

Slide 16 - Slide


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen.
opgave (8), 9, 10, 11, (12), 13, (U3)

Slide 17 - Open question


Leerdoel 2
Ik kan werken met een cirkeldiagram en er zelf een tekenen.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 18 - Quiz

Ik kan werken met verschillende  diagrammen.

Slide 19 - Slide

Ik kan werken met verschillende diagrammen.
Succescriteria

Ik ken de begrippen: waarneming, frequentie, diagram, frequentietabel.
Ik kan een frequentietabel maken.
Ik weet wat een staafdiagram is en kan hiermee werken.
Ik weet wat een lijndiagram is en kan hiermee werken.



Slide 20 - Slide

Soorten diagrammen
Een diagram geeft een verband tussen gegevens overzichtelijk weer.

Verschillende diagrammen
  • Beelddiagram
  • Cirkeldiagram
  • Staafdiagram
  • Lijndiagram 
  • Steelbladdiagram

Slide 21 - Slide

Soorten diagrammen
Beelddiagram

Cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Steelbladdiagram

Slide 22 - Drag question

Werken met een frequentietabel
Waarneming: groepen/voorwerpen die je met elkaar wilt vergelijken.

Frequentie: het aantal keer dat een waarneming voorkomt. 



Bijv. er zijn 5 appels en 3 peren. Dan is de frequentie van de appels 5. 
Bijv. fruitsoorten, geloof, cijfers, diersoorten, etc.

Slide 23 - Slide

Werken met een frequentietabel
Waarneming: groepen/voorwerpen die je met elkaar wilt vergelijken.

Frequentie: het aantal keer dat een waarneming voorkomt. 


Voorbeeld:
Sandra haalde voor wiskunde de cijfers: 7, 5, 8, 6, 6, 7, 5, 7, 7 en 6.
Deze cijfers zet ze in een frequentietabel.
cijfer 
Frequentie
Bijv. er zijn 5 appels en 3 peren. Dan is de frequentie van de appels 5. 
Bijv. fruitsoorten, geloof, cijfers, diersoorten, etc.

Slide 24 - Slide

Werken met een frequentietabel
Waarneming: groepen/voorwerpen die je met elkaar wilt vergelijken.

Frequentie: het aantal keer dat een waarneming voorkomt. 


Voorbeeld:
Sandra haalde voor wiskunde de cijfers: 7, 5, 8, 6, 6, 7, 5, 7, 7 en 6.
Deze cijfers zet ze in een frequentietabel.
cijfer 
5
6
7
8
Frequentie
2
3
4
1
Bijv. er zijn 5 appels en 3 peren. Dan is de frequentie van de appels 5. 
Bijv. fruitsoorten, geloof, cijfers, diersoorten, etc.

Slide 25 - Slide

Staafdiagram en lijndiagram 
Staafdiagram: een weergave van gegevens met behulp van staafjes. 
(zie linker diagram)

Lijndiagram: een diagram waarin met een lijn wordt aangegeven hoe de zaken verlopen. 
(zie rechter diagram)


Slide 26 - Slide

Aan de slag
Lees aandachtig de voorbeelden in de kaders van je boek door.

Heb je aantekeningen genoteerd voor jezelf in je schrift?

Maak opgaven: 15, 16, 17, 18, 19

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van bovenstaande opgaven op de volgende slide.

Slide 27 - Slide


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen.
opgave : 15, 16, 17, 18, (U4)

Slide 28 - Open question


Leerdoel 3
Ik kan werken met verschillende diagrammen.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 29 - Quiz

Ik kan werken met centrummaten.

Slide 30 - Slide

Ik kan werken met centrummaten.
Succescriteria

Ik weet wat centrummaten zijn.
Ik ken de begrippen: gemiddelde, modus en mediaan.
Ik kan het gemiddelde van een reeks getallen uitrekenen.
Ik kan de modus van een reeks getallen bepalen.
Ik kan de mediaan van een reeks getallen uitrekenen.
Ik kan een frequentietabel tekenen.


Slide 31 - Slide

Gemiddelde
Gemiddelde berekenen met een frequentietabel
  1. Bereken de totale frequentie.
  2. Vermenigvuldig de waarnemingen met de frequenties en tel de uitkomsten bij elkaar op (totaal van de waarnemingen).
  3. Gemiddelde = totaal van de waarnemingen : totale frequentie.



Slide 32 - Slide

Modus en mediaan
Modus
De waarneming die het vaakst voorkomt.  De waarneming met de grootste frequentie.

Mediaan 
Het middelste getal van een rij getallen die op volgorde van klein naar groot staan.

Slide 33 - Slide

Aan de slag
Lees aandachtig de voorbeelden in de kaders van je boek door.

Heb je aantekeningen genoteerd voor jezelf in je schrift?

Maak opgaven: 20, (21), 22, (24), 25, (U5, U6)

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van bovenstaande opgaven op de volgende slide.

Slide 34 - Slide


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen.
opgave : 20, (21), 22, (24), 25, (U5, U6)

Slide 35 - Open question


Leerdoel 4
Ik kan werken met centrummaten.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 36 - Quiz

Ik kan werken met een steelbladdiagram.

Slide 37 - Slide

Ik kan werken met een steelbladdiagram.
Succescriteria

Ik kan een steelbladdiagram aflezen.
Ik kan een steelbladdiagram zelf maken.



Slide 38 - Slide

Steelbladdiagram

Steel 

Alle getallen aan de linkerkant van de streep.


Bladeren

Alle getallen aan de rechterkant van de streep.

Slide 39 - Slide


Hoeveel docenten zijn ouder dan 50 jaar?
A
14
B
5
C
4
D
2

Slide 40 - Quiz


Hoeveel docenten zijn er in totaal?
A
21
B
20
C
5
D
66

Slide 41 - Quiz

Steelblad diagram

Modus

Het getal wat het vaakst voorkomt.


Mediaan

Het middelste getal als alle getallen op volgorde van klein naar groot staan.


Gemiddelde alle waarnemingen bij elkaar opgeteld : totale frequentie

Slide 42 - Slide


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen.
opgave : 27, 28, 29, 30, 31, (U7)

Slide 43 - Open question

Aan de slag
Lees aandachtig de voorbeelden in de kaders van je boek door.

Heb je aantekeningen genoteerd voor jezelf in je schrift?

Maak opgaven: 27, 28, 29, 30, 31, (U7)

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van bovenstaande opgaven op de volgende slide.

Slide 44 - Slide


Leerdoel 5
Ik kan werken met een steelbladdiagram.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 45 - Quiz

Ik kan het gemiddelde bij een indeling in klassen berekenen.

Slide 46 - Slide

Ik kan het gemiddelde bij een indeling in klassen berekenen.
Succescriteria

Ik weet wat klasse, klassenmidden, modale klasse en klassengrezen.
Ik kan een tabel met klassen maken.
Ik weet hoe ik een gemiddelde berekenen bij een tabel. 


Slide 47 - Slide

Begrippen
Klasse               Is een groep waarin getallen die dicht bij elkaar liggen samenneemt.

Klassenmidden    Het midden van een klasse.

Modale klasse     De klasse met de grootste frequentie.

Klassengrenzen   De getallen die de grenzen van de klasse aangeven.

Slide 48 - Slide

Gemiddelde berekenen bij een indeling in klassen.
klasse
klassenmidden
frequentie
berekening
150 -< 160
155
4
4 • 155 = 620
Totaal
......
.....
Gemiddelde = totale waarneming : totale frequentie

Slide 49 - Slide

Aan de slag
Lees aandachtig de voorbeelden in de kaders van je boek door.

Heb je aantekeningen genoteerd voor jezelf in je schrift?

Maak opgaven: 33, 34, 36, 37, (U8)

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van bovenstaande opgaven op de volgende slide.

Slide 50 - Slide


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen.
opgave : 33, 34, 36, 37, (U8)

Slide 51 - Open question


Leerdoel 6
Ik kan het gemiddelde bij een indeling in klassen berekenen.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 52 - Quiz


Lever hier de foto's in van je uitwerkingen van de gemengde opgaven.

Slide 53 - Open question

Fijn dat je de hele les hebt doorlopen!

Check
Aantekeningen voor jezelf gemaakt bij dit leerdoel?
Alle opgaven nagekeken?
Alle slides doorgelopen en foto's ingeleverd? 

Begrijp je alles goed? 
Stel vragen aan je docent mocht dit niet het geval zijn.
Oefen nog wat met de gemengde opgaven en test jezelf

Slide 54 - Slide