3.3 Reactievergelijkingen

Reactievergelijkingen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Reactievergelijkingen

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg reactievergelijkingen opstellen
  • Oefenen met applet
  • Maken boek 30, 32, 33
  • Optioneel: online oefenen (applet, online websites) + oefenblad (bestanden in teams)

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je leert om een reactievergelijking zelf op te stellen en kloppend te maken.

Waarom?
Belangrijk om te weten in welke verhouding stoffen met elkaar reageren en in welke verhouding er product ontstaat.

Slide 3 - Slide

Reactieschema
Een reactieschema geeft in woorden aan welke stoffen met elkaar reageren en welke producten er ontstaan.

Voorbeeld: elektrolyse van water
water (l) -> waterstof (g) + zuurstof (g)

Slide 4 - Slide

Reactieschema naar reactievergelijking
Een reactievergelijking:
  • geeft in formules aan welke stoffen met elkaar reageren en welke producten er ontstaan;
  • geeft de verhouding waarin deeltjes reageren/ontstaan.


Slide 5 - Slide

Reactievergelijking opstellen
  1. Schrijf het reactieschema op.
  2. Vervang de woorden door formules.
  3. Maak de reactievergelijking kloppend.


Slide 6 - Slide

Atoombalans
  • Aantal en soort atomen voor en na de reactie zijn gelijk.
  • 'Kloppend maken' betekent de atoombalans kloppend maken.
  • Coëfficiënten in reactievergelijking veranderen, nooit de index! 

Slide 7 - Slide

Elektrolyse van water
Reactieschema: water (l) -> waterstof (g) + zuurstof (g)
In formules: 




Kloppend: 2 H2O (l) -> 2 H2 (g) + O2 (g)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Reactievergelijking opstellen
Voorbeeld zonder molecuultekeningen:
... CH4 (g) + ... O2 (g) -> ... CO2 (g) + ... H2O (g)

  • C klopt al
  • ... CH4 (g) + ... O2 (g) -> ... CO2 (g) + 2 H2O (g) 
  • ... CH4 (g) + 2 O2 (g) -> ... CO2 (g) + 2 H2O (g) 

Slide 10 - Slide

Reactievergelijking opstellen
Voorbeeld zonder molecuultekeningen:
... CH4O (g) + ... O2 (g) -> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
  • ... CH4O (g) + ... O2 (g) -> ... CO2 (g) + 2 H2O (g) 
  • ... CH4O (g) + 1,5 O2 (g) -> ... CO2 (g) + 2 H2O (g) 
  • Halve moleculen kunnen niet, dus alles x2
  • 2 CH4O (g) + 3 O2 (g) -> 2 CO2 (g) + 4 H2O (g) 

Slide 11 - Slide

Aan de slag
  • Oefenen met applet
  • Maken boek 30, 32, 33
  • Optioneel: online oefenen (zie volgende 2 slides) + oefenblad (bestanden in teams)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link