Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie

Ontwikkelingspsychologie
Les 1 blok 4
Wat gaan we doen vandaag:
Wat heb je meegenomen uit je stage,
Wat is je bijgebleven uit de lessen blok 1 en 2
Toets
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie
Les 1 blok 4
Wat gaan we doen vandaag:
Wat heb je meegenomen uit je stage,
Wat is je bijgebleven uit de lessen blok 1 en 2
Toets

Slide 1 - Slide

Wat heb je meegenomen uit je stage?
Zijn er

Slide 2 - Open question

Wat is je bijgebleven van de lessen uit blok 1 & 2?

Slide 3 - Mind map


De formatieve toets

Slide 4 - Slide

QUIZ TIME

Slide 5 - Slide

Hoeveel ontwikkelingsaspecten kent de mens?
A
5
B
7
C
6
D
10

Slide 6 - Quiz

Wat is er WAAR over de ontwikkeling van de motoriek?
A
De grove motoriek ontwikkelt zich eerder dan de fijne motoriek
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich eerder dan de grove motoriek
C
Alle kinderen ontwikkelen zich op het gebied van motoriek even snel
D
Grove motoriek gaat om bewegingen van de handen en vingers

Slide 7 - Quiz

Wat is grove motoriek?
A
tekenen
B
schrijven
C
rennen
D
knippen

Slide 8 - Quiz

Wat hoort niet bij empathisch vermogen?
A
Inleven in anderen
B
begrijpen hoe een ander zich voelt
C
bewust zijn van eigen gedrag
D
elkaar met rust laten

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN voorwaarde voor veilige hechting?
A
Beperkt aantal opvoeders
B
Sprake van responsief gedrag
C
Voorspelbaar reageren
D
Borstvoeding geven

Slide 10 - Quiz

Wat hoort er NIET bij het emotionele ontwikkelingsaspect?
A
Ontwikkeling van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid
B
Ontwikkeling van het uiten van emoties
C
Ontwikkeling van het zelfbeeld
D
Ontwikkeling van het benoemen van emoties

Slide 11 - Quiz

Baby's maken eerst nog geen bewuste gerichte bewegingen maar handelen vanuit reflex (bijv. grijpreflex en zuigreflex)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat is NIET WAAR over reflexen bij de baby?
A
De zuigreflex helpt de baby om voldoende voeding binnen te krijgen.
B
De loopreflex gaat pas weg als de baby zelf bewust leert lopen.
C
De grijpreflex helpt de baby dingen vast te pakken.
D
De mororeflex helpt de baby om niet te vallen.

Slide 13 - Quiz

De peuterfase kenmerkt zich door:
A
Koppigheid en ik-besef
B
Lengtegroei
C
De ontwikkeling van de fijne motoriek
D
Samen delen en spelen

Slide 14 - Quiz

Een peuter kan zich al goed in een ander verplaatsen, een peuter heeft empathie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een peuter is meestal al helemaal zindelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Risicofactoren hebben invloed op de ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Risicofactoren ouder(s)
A
Psychische problemen
B
Echtscheiding
C
Verwaarlozing
D
Verslavingsproblemen

Slide 18 - Quiz

Waar zou je dit komend blok nog meer over willen weten?

Slide 19 - Open question

 Aan de slag!

Slide 20 - Slide