Bron D vragen stellen in het Frans met Quel

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:

- de verschillende betekenissen van quel herkennen.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:

- de verschillende betekenissen van quel herkennen.

Slide 1 - Slide

Poser des questions en français
Chapitre 6, bron D p81

Slide 2 - Slide

Ken jij manieren
waarop je vragen
kunt stellen in het Frans?

Slide 3 - Mind map

Vraagwoorden in het Frans

Slide 4 - Mind map

welk woord is geen vraagwoord?
timer
0:10
A
quand
B
ou
C
comment
D
pourquoi

Slide 5 - Quiz

Vul het juiste vraagwoord in :
......tu fais comme sport ?
timer
0:30
A
pourquoi
B
qu'est-ce que
C
quand
D

Slide 6 - Quiz

Welk vraagwoord is hier nodig?
Ton anniversaire, c’est ... ?
timer
0:30
A
pourquoi
B
qui
C
combien
D
quand

Slide 7 - Quiz

Welk vraagwoord past in de zin:
" ... tu détestes l'anglais?"
timer
0:30
A
quand
B
pourquoi
C
qu'est-ce que
D
qui

Slide 8 - Quiz

Welk vraagwoord zoeken we?
Tu habites ....? Moi, j'habite à Liège.
timer
0:30
A
combien
B
comment
C
quand
D

Slide 9 - Quiz

Welk vraagwoord zoeken we?
..... tu t'appelles? Je m'appelle Robin.
timer
0:30
A
combien
B
comment
C
quand
D

Slide 10 - Quiz

C. Vraagwoord quel (=welke)
Het vraagwoord quel past zich aan aan het zn waar het bij hoort.
Quelle est ta matière préférée?

Slide 11 - Slide

Betekenis quel
Quel betekent welke. Maar:
Wanneer quel opgevolgd wordt door het ww "être" betekent het: "wat is / wat zijn"

p.ex. Quelles sont tes chansons préférées?
-> Wat zijn je lievelings liedjes?

Slide 12 - Slide

Le sport. Tu fais ..... sport?
timer
0:10
A
quels
B
quelle
C
quel
D
quelles

Slide 13 - Quiz

............... est ton jean préféré?

timer
0:10
A
quels
B
quelles
C
quel
D
quelle

Slide 14 - Quiz

Wat betekent Quelle in deze zin:
Quelle est ta matière préférée?
timer
0:10
A
welke
B
wie
C
wat
D
wanneer

Slide 15 - Quiz

"Quel est votre avis ?"

Wat betekent "quel" ?
timer
0:10
A
Waar
B
Welke
C
Wat
D
Wanneer

Slide 16 - Quiz

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 17 - Mind map

Heb jij nog een vraag over de les?
A
Alles is helder
B
1 kort klein vraagje
C
ik snap er niks van, HELP!

Slide 18 - Quiz