H7 + H9 Taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

H7 + H9 Taalverzorging

Noteer de ik-vorm in de verleden tijd
schieten

Noteer de ik-vorm in de verleden tijd
lezen

Noteer de ik-vorm in de verleden tijd
ruiken

welk werkwoord is géén klankveranderend werkwoord?

1. zingen
2. schrijven
3. rennen
4. begrijpen

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.
(schrijven) De zorgvuldig ........ brief lag op tafel.

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.
(breken). Het ........ raam moest zo snel mogelijk worden gerepareerd.

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.
(printen) Hij stuurde mij een e-mail met de te ........ tickets voor het concert.

Mijn zus .......... binnenkort met haar gezin naar Engeland.

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuisdt
4. verhuizd

Jens ......... zijn hand aan de kachel.

1. verbrant
2. verbrand
3. verbrandt

....... je ook dat hij altijd zo zeurt?

1. Vindt
2. Vind
3. Vint

De taart was heerlijk, perfect ___ en mooi versierd.

1. gebakt
2. gebakken
3. gebaken

We hebben de opdracht zorgvuldig ___ om fouten te voorkomen.

1. gecontroleerd
2. gecontroleert

Maak een correcte samenstelling:
opleiding+programma

Maak een correcte samenstelling:
zon+scherm

Maak een correcte samenstelling:
boek+kast

Maak een correcte samenstelling:
beer+sterk

Dit is ....... laptop.

1. Peters
2. Peter's

Het is mijn ........ kat.

1. omaas
2. oma's
3. omas
4. omas'

Het is prinses ........ hoed.

1. Beatrix's
2. Beatrixs
3. Beatrix'

i.v.m.

1. in vele manieren
2. in verband met
3. intergalactisch verbond van marsbewoners
4. ingewikkelde vraagstukken management

z.s.m.

1. zeldzame sneeuwvlokken moment
2. zo spoedig mogelijk
3. zeer snelle manier
4. zeker samen met

a.u.b.

1. andere uitgang betreden
2. altijd uitzonderlijke begeleiding
3. alles uit bescherming
4. alstublieft

Het is de leukste film .... ik heb gezien.

1. dat
2. die

.... fietsen altijd samen naar school.

1. Hun
2. Zij

Het mooiste boek ...... ik ooit gelezen heb, heeft 500 bladzijdes.

1. die
2. dat

Ik wacht nog even, ....... de regen stopt zo.

1. omdat
2. toch
3. integendeel
4. want

Ik wacht nog even, want de regen stopt zo.

1. tegenstelling
2. opsomming
3. reden

Hij is dan wel 12, ...... hij gedraagt zich als een kleuter.

1. want
2. maar
3. dus
4. behalve

Hij is dan wel 12, maar hij gedraagt zich als een kleuter.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden

Ik ga echt dood van de honger!

1. letterlijk
2. figuurlijk

Hij heeft vlinders in zijn buik.

1. letterlijk
2. figuurlijk

De regen viel met bakken uit de hemel.

1. herhaling
2. opsomming
3. tegenstelling
4. overdrijving

wandeling

1. samenstelling
2. afleiding

koelkast

1. samenstelling
2. afleiding

prentenboek

1. samenstelling
2. afleiding

onnodig

1. samenstelling
2. afleiding