Leerdoel 3 druk

§1.4 Druk
Lesplanning:
  • Uitleg over druk
  • Zelfstandig werken:
    - klassikaal vragen over leerdoel 2 
    - leerdoel 3
  • Voorbeeldopgave spijkerbed
  • Kahoot 
  • Zelfstandig werken:
    Afronden leerdoel 3


Over 2 weken CP H1
3A1 ma 9/10
3A3 vr 6/10 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§1.4 Druk
Lesplanning:
  • Uitleg over druk
  • Zelfstandig werken:
    - klassikaal vragen over leerdoel 2 
    - leerdoel 3
  • Voorbeeldopgave spijkerbed
  • Kahoot 
  • Zelfstandig werken:
    Afronden leerdoel 3


Over 2 weken CP H1
3A1 ma 9/10
3A3 vr 6/10 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 3
Je kan de druk op een ondergrond berekenen. Je kan de eenheden van druk en het oppervlakte omrekenen. En je kan beredeneren wat er gebeurt met de druk op een ondergrond.

Slide 2 - Slide

Bespreken opgaven hefbomen toevoegen
Waarom heeft een tank ruspbanden?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

§1.4 Druk

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


De eenheid 
van druk

De druk in Pascal
p (Pa)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


De formule 
van druk





p   druk in Pascal (Pa)      Pa = N/m² 
F   kracht in Newton (N)
A   oppervlakte in m²




p(Pa)=A(m2)F(N)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Pa = N/m²
0,8 N/m²             =                         N/cm² 
1,3 Pa                   =                          N/m²
1600 N/cm²       =                          N/m²
2,3*10³ N/cm²  =                          Pa

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opgave 41
m = 55 kg
A = 2 cm² per hak
p = ... Pa

Slide 11 - Slide

This item has no instructions



Zelfstandig
Starten met leerdoel 3 zie studiewijzer

Aan de slag
Klassikaal 
vragen over leerdoel 2 
(het huiswerk)
timer
20:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opgave 18 & 22

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opgave 21

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opgave 24

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opgave 41

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Werken aan leerdoel 3
zie studiewijzer

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Recht evenredig verband
Het verband tussen kracht 
en druk

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Omgekeerd evenredig verband
Het verband tussen oppervlakte en druk

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waarom doet het geen (weinig) pijn wanneer je op een spijkerbed ligt?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Een man (80 kg) ligt op een spijkerbed. Elke spijker heeft een oppervlakte van 7 mm². De druk op de huid is 22 kPa.
Bereken het aantal spijkers waarop de man ligt. 
  • m = 80 kg --> Fz = 784,8 N

  • p = F / A
  • A = F / p = 784,8 / 22 000
        = 0,035673 m²
  • A = 35673 mm² 

  • 35673 / 7 = 5096 spijkers

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kahoot 
druk

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Verder werken aan leerdoel 3.
Zie studiewijzer.
Volgende les inleveren check leerdoel 3.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
afronden leerdoel 3 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 3
Je kan de druk op een ondergrond berekenen. Je kan de eenheden van druk en het oppervlakte omrekenen. En je kan beredeneren wat er gebeurt met de druk op een ondergrond.

Slide 25 - Slide

Bespreken opgaven hefbomen toevoegen
Een 2,0 kg zware steen hangt
aan een 4,0 meter lange homogene hefboom. De hefboom is in evenwicht. Hoe
zwaar is de hefboom?
A
0,5 kg
B
1,0 kg
C
2,0 kg
D
4,0 kg

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De fles wordt zover in het gat geschoven dat de standaard
(m = 0,45 kg) op het punt staat naar rechts te kantelen. Bepaal met behulp van de afbeelding de massa van de fles wijn. 

Uitwerking
Fr(linksom)=Fr(rechtsom)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Een voorwerp oefent een druk uit van 20 N/cm² op de grond. Het oppervlakte van het voorwerp is
13 cm³. Bereken het gewicht van het voorwerp.
A
260 N
B
26,5 kg
C
1,53 N
D
0,16 kg

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Gegevens
p = 260 N/cm² 
A = 13 cm² 
F = ... N
Uitwerking


p=AF
260=13F
F=26013=3380N

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Een gewicht van 200 N staat op de tafel. Het oppervlakte waarmee het de tafel raakt is 12 cm². Bereken de druk op de tafel.
A
16,7 Pa
B
0,06 Pa
C
1667 Pa
D
166.667 Pa

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Gegevens 
A = 12 cm² = 0,12 dm² 
                     = 0,0012 m² 
F =  200 N
p = ... Pa
Uitwerking


p=AF
p=0,0012200=166667Pa

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Een man met een massa van 82 kg zit op een stoel met vier poten. Elke poot heeft een oppervlakte van 2 cm². Bereken de druk op de grond.
A
41 N/cm²
B
0,024 N/cm²
C
164 N/cm²
D
402 N/cm²

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Gegevens 
m = 82 kg --> F = 804 N
 
A = 2 cm² 
p = ... N/cm²
 
Uitwerking


p=AF
p=2804=402Pa

Slide 33 - Slide

This item has no instructions