This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Spijsvertering
Slide 1 - Slide
Doel spijsvertering
Voeding wordt in het spijsverteringsstelsel verteerd --> voeding wordt opgenomen in het bloed --> het bloed vervoert de voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
Dunne en dikke darm
anus
Slide 4 - Drag question
Functie:
Opnemen van voedsel (via de mond)
Voedsel fijnmaken (kauwen)
Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen)
Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed (via de dunne darmwand)
Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (via de anus)
Slide 5 - Slide
Mond
Tanden en kiezen vermalen het voedsel
Goed kauwen = speeksel toevoegen
amylase splits koolhydraten
Slide 6 - Slide
De tong
Functies van de tong:
Kauwen
Slikken
Slide 7 - Slide
Slokdarm
Functie slokdarm: voedsel naar de maag brengen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
De maag
In de maag wordt het voedsel gemengd met maagsap en gekneed tot een voedselbrij.
De maag is een gespierde, elastische zak. De vorm kan van grootte veranderen.
Voedsel blijft ruim twee uur in de maag.
Slide 10 - Slide
Functie de maag
Verder kneden en fijnmaken van voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt.
Uit de maagwand komen sappen vrij, zij breken het voedsel verder af.
Slide 11 - Slide
Twaalfvingerige darm
De dunne darm bestaat uit drie delen
Het eerste deel van de dunne darm heet
twaalfvingerige darm
= ca 25 cm
In de twaalfvingerige darm vindt
het grootste deel van de vertering
plaats.
Slide 12 - Slide
Dunne darm
Het darmsap zorgt in de dunne darm
voor de laatste verteringsprocessen.
Slide 13 - Slide
Dikke darm
Functie: De dikke darm stuwt onverteerde resten voort en dikt de voedselbrij in. Uitscheiding via endeldarm ->opening kringspier -> anus
Slide 14 - Slide
Lever
Functies:
Zorgt ervoor dat glucose in het bloed kan worden opgenomen.
Maakt eiwitten die nodig zijn voor opbouw en herstel van het lichaam.
Maakt gal. Dit is nodig om vet te verdelen in kleine bolletjes. De gal wordt afgevoerd via de galblaas (opslag) naar de twaalfvingerige darm.