Lezen tekst 5

Lezen tekst 5
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen tekst 5

Slide 1 - Slide

Minder vrije tijd

Werken

We hebben minder vrije tijd en we werken meer.
Ook vrouwen zijn meer gaan werken.
We hebben het nu drukker.
En we hebben minder tijd voor het gezin.
Soms is dat lastig, want het werk thuis moet wel gedaan worden:
schoonmaken, boodschappen doen, eten koken.
En we moeten spelen met de kinderen.
Onderweg
Ook zijn we lang onderweg naar ons werk.
Veel mensen reizen met de auto.
En het is altijd druk op de weg, dus we staan soms lang in de file. 

Slide 2 - Slide


Vrienden en familie
Omdat we minder vrije tijd hebben, zien we onze familie en vrienden ook minder.
Nu zien we onze vrienden nog maar 9 uur per week.
Vroeger was dat 13 uur per week.

De computer, de tv en de telefoon
Voor sommige dingen hebben Nederlanders nog wel tijd.
Zoals voor het avondeten om 6 uur ‘s avonds.
En voor de televisie, de computer en de telefoon.
We zitten nu 19 uur per week naar deze apparaten te kijken.
Dat komt vooral door internet en door de sociale media, zoals Facebook.

Slide 3 - Slide

Woord                                                                           Betekenis
de vrije tijd                                                                    tijd voor jezelf
het druk hebben                                                         veel dingen moeten doen
het gezin                                                                       vader, moeder en de kinderen
lastig                                                                               moeilijk, vervelend, een probleem
onderweg zijn                                                              reizen (met de auto, trein of bus)
reizen                                                                              naar iets toe gaan of rijden
de weg                                                                           de straat
de file                                                                              een lange rij auto’s die stilstaat of                                                                                                    heel langzaam rijdt

Slide 4 - Slide

Schrijf de woorden die ontbreken op in je schrift.

Werken
We hebben ............................................ en we werken meer.
Ook vrouwen zijn meer gaan werken.
We hebben het nu .............................................
En we hebben minder tijd voor het gezin.
Soms is dat ........................................... , want het werk thuis moet wel gedaan worden: schoonmaken, boodschappen doen, eten koken.
En we moeten spelen met de kinderen.

Onderweg
Ook zijn we ..................................... naar ons werk.
Veel mensen reizen met de auto.
En het is altijd druk op de weg, dus .................................................. .

Slide 5 - Slide

Schrijf de woorden die ontbreken in je schrift.


Vrienden en familie
 ................................................... we minder vrije tijd hebben, zien we onze familie en vrienden ook minder.
Nu zien we onze vrienden nog maar 9 uur per week.
 ........................................................ was dat 13 uur per week.

De computer, de tv en de telefoon
Voor ............................................ hebben Nederlanders nog wel tijd.
Zoals voor ............................................... om 6 uur ‘s avonds.
En voor de televisie, de computer en de telefoon.
We zitten nu 19 uur per week .................................. te kijken.
Dat komt vooral door internet en door de sociale media, zoals Facebook.

Slide 6 - Slide

Schrijf de woorden van de twee opdrachten hier over.

Slide 7 - Open question

Schrijf de woorden die ontbreken in je schrift.
Werken
We hebben minder v…. (1) en we werken meer.
Ook vrouwen zijn meer gaan werken.
We hebben het nu drukker.
En we hebben minder tijd voor het g…. (2)
Soms is dat lastig, want het werk thuis moet wel gedaan worden: schoonmaken, boodschappen doen, eten koken.
En we moeten spelen met de k…. (3)
Onderweg
Ook zijn we lang onderweg naar ons werk.
Veel mensen r….. (4) met de auto.
En het is altijd druk op de weg, dus we s…… (5) soms lang in de file.
Vrienden en familie
Omdat we minder vrije tijd hebben, zien we onze f……… (6) en vrienden ook minder.
Nu zien we onze vrienden nog maar 9 uur per week.
V………. (7) was dat 13 uur per week.
De computer, de tv en de telefoon
Voor sommige dingen hebben Nederlanders nog wel tijd.
Z………… (8) voor het avondeten om 6 uur ‘s avonds.
We z…………… (9) nu 19 uur per week naar deze apparaten te kijken.
Dat komt vooral door internet en door de sociale media, zoals Facebook.

Slide 8 - Slide

Vul de 9 woorden hier in.

Slide 9 - Open question

Wat is waar?
A
Nederlanders hebben nu meer vrije tijd en meer tijd voor het gezin.
B
Nederlanders hebben nu minder vrienden en familie.
C
Nederlanders hebben nu minder vrije tijd.

Slide 10 - Quiz

Wat is waar?
A
Vrouwen werken nu minder dan vroeger.
B
Vrouwen werken nu meer.
C
Vrouwen werken meer thuis.

Slide 11 - Quiz

Wat is lastig?
A
We kijken negentien uur per week naar apparaten.
B
We hebben minder tijd voor het gezin.
C
We hebben wel tijd om te spelen met de kinderen.

Slide 12 - Quiz

Wat doen we meer uren per week?
A
Onze vrienden zien.
B
Naar de computer, de televisie en de telefoon kijken.

Slide 13 - Quiz

Hoeveel uren zien we onze vrienden minder dan vroeger?
A
3
B
4
C
6

Slide 14 - Quiz