2Mc - Lezen H1 t/m H4

Welkom!
Herhalen theorie lezen H1 t/m H4

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Herhalen theorie lezen H1 t/m H4

Slide 1 - Slide

H1 Onderwerp en deelonderwerpen

Slide 2 - Slide

Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt met één of een paar woorden zeggen wat het

onderwerp is, bijvoorbeeld:


Dansstijlen.


Een goede tekst bestaat uit drie delen:

  • inleiding,
  • middenstuk,
  • slot.

Slide 3 - Slide

  • In de inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
  • In het middenstuk lees je over verschillende delen van het onderwerp. Dit zijn de deelonderwerpen. Bij het onderwerpDansstijlen’ horen bijvoorbeeld de deelonderwerpen hiphop, klassiek ballet, streetdance en buikdans. Soms helpen tussenkopjes je de deelonderwerpen te vinden.
  • In het slot lees je vaak nog een keer het belangrijkste uit de tekst (bijvoorbeeld een samenvatting).

Slide 4 - Slide

H2 Lezen hoofd- en bijzaken

Slide 5 - Slide

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

Slide 6 - Slide

Hoofdzaken

De belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.


Bijzaken

Minder belangrijke informatie. Deze zinnen maken de hoofdzaken duidelijker. Via: 

  • voorbeeld
  • herhaling
  • uitleg

Slide 7 - Slide

  • Vertel het onderwerp
  • Noem alleen de hoofdzaken
  • Vertel in een logische volgorde
  • Spreek rustig en goed verstaanbaar
Hoofdzaken navertellen

Slide 8 - Slide

Hoofdzaken vinden
Lees de inleiding en lees het slot.
Lees ook de eerste en de laatste zin van elke alinea, want hierin staat meestal de belangrijkste informatie (dit noemen we 'kernzinnen')

De lay-out (opmaak) van een tekst helpt vaak ook de hoofdzaken te vinden. Die staan vaak vetgedrukt of als uitleg in een andere kleur.  

Slide 9 - Slide

bijzaken herkennen
...in de rest van de alinea vind je vaak een uitleg of een voorbeeld. Dit zijn de bijzaken. 

Slide 10 - Slide

H3 Samenhang in teksten
Zinnen en alinea's staan in een bepaalde volgorde en hebben iets met elkaar te maken

Signaalwoorden geven aan wat bepaalde zinnen of woorden met elkaar te maken hebben. 

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden

Slide 12 - Mind map



Opsomming:
eerst
daarna
vervolgens
ten slotte
...


Tegenstelling:
maar
echter
...

Slide 13 - Slide

Geef aan wat de volgende begrippen betekenen: feit, mening, argument.

Slide 14 - Open question

H4 Feiten, meningen en argumenten
Feit: Je kunt het controleren.
Mening: Iets wat iemand vindt. (Ik vind / Volgens mij)
Argument: Reden/uitleg waarom iemand iets vindt. 
 Signaalwoorden: want, omdat, daarom,     namelijk

Slide 15 - Slide