Les 4 'leiding geven' 4 oktober

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 4 periodes
- Boek FD FLK 2
- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding
- Periode 3&4 > Examen doen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 4 periodes
- Boek FD FLK 2
- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding
- Periode 3&4 > Examen doen

Slide 1 - Slide

Les 4
Wat gaan we doen?
Periode 1&2  theorie en oefenen
Periode 3&4 examen afleggen, een week lang in de keuken



Slide 2 - Slide

Les 4
Profieldeel P2-K2

P2-K2-W1  : Begeleidt en stuurt lerende medewerkers aan
P2- K2-W2: Plant en verdeelt werkzaamheden
P2-K2-W3 : Voert gesprekken met medewerkers

Slide 3 - Slide

Doelstellingen H3
Na behandeling van dit hoofdstuk:

  • Ken je de kenmerken van een vergadering;
  • Weet je de verschillen tussen vergaderingen;
  • Kun je een vergadering voorbereiden als voorzitter;
  • Kun je een vergadering leiden;
  • Kun je actief deelnemen aan een vergadering;
  • Kun je notulen maken van een vergadering. 

Slide 4 - Slide

Wat wordt er besproken tijdens een werkoverleg?

Slide 5 - Open question

Waarom is het wel/ niet belangrijk dat er regelmatig werkoverleggen zijn?

Slide 6 - Open question

Les 4
Zelfstandig lezen H3, blz 63 t/m 75 

Slide 7 - Slide

Les 4
Soorten vergaderingen

Werkoverleg:
     Regelmatig overleg tussen medewerkers en leidinggevende.
Managementteamvergadering:
     Regelmatig overleg tussen leidinggevenden en directie.

Slide 8 - Slide

Les 4
Maken opdracht 3.02 en 3.03

Slide 9 - Slide

Les 4
Kenmerken van een vergadering:


  • Formeel en altijd op afspraak
  • Uitnodiging met tijden en bijbehorende locatie
  • Agenda met planning
  • Voorzitter en deelnemers
  • Notulen, actie- besluitlijst
  • Vergaderdoelen vooraf vastgesteld

Slide 10 - Slide

Les 4
Werkoverleg

Voorbereiding van het werkoverleg
  1. Omschrijf het doel van de bijeenkomst
  2. Zorg voor de juiste faciliteiten
  3. Bepaal de deelnemers voor het overleg
  4. Stel een agenda op
  5. Verslaglegging

Slide 11 - Slide

Les 4
Vergaderdoelen

  • Brainstormend
  • Informatief en motiverend
  • Adviserende
  • Probleemoplossend
  • Besluitvormend
  • Evaluerend
  • Instruerend

Slide 12 - Slide

Les 4
Duidelijke structuur van een vergadering
Onderdelen van een raamagenda:
  •  Opening en agendabepaling
  •  Bespreking notulen vorige vergadering
  •  Ingekomen stukken en mededelingen
  •  Themabespreking
  •  W.V.T.T.K. (wat verder ter tafel komt)
  •  Rondvraag
  •  Sluiting

Slide 13 - Slide

Les 4
Goede notulen met actie- en besluitenlijst

  • Kop
  • Datum
  • Plaats
  • Aan- en afwezigen
  • Notulen zelf
  • Volgt de raamagenda
  • Elk agendapunt is een apart stukje
  • Afsluiting notulen
Actie- en besluitenlijst

Slide 14 - Slide

Rollen werkoverleg

1 = voorzitter -> agenda maken, leiden,

2 = notulist -> notuleren = opschrijven wat er gezegd wordt.

* notulen = het geschreven document

3= deelnemer -> luisteren, mening

geven, uitleg vragen en meedenken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Werkoverleg

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Les 4
Opdracht 3.11 in groepjes

Slide 19 - Slide

Een overleg bij het kopieerapparaat is een voorbeeld van een ..... werkoverleg
A
Formeel
B
Informeel

Slide 20 - Quiz

Een werkoverleg met een agenda is een voorbeeld van een ..... werkoverleg
A
Formeel
B
Informeel

Slide 21 - Quiz

Een agenda maken hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 22 - Quiz

Afspraken noteren hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 23 - Quiz

Luisteren hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 24 - Quiz

Het werkoverleg leiden hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 25 - Quiz

Wat is het nut van een besluiten- en actielijst?
(meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Dat iedereen kan en mag doen waar hij zin in heeft.
B
Taken worden daardoor dubbel uitgevoerd.
C
Dan weet iedereen wat hij moet doen.
D
Taken worden daardoor niet dubbel uitgevoerd.

Slide 26 - Quiz