Fictie in de klas - poëzie

Fijn dat je er bent :)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fijn dat je er bent :)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesplanner toelichten
  • Leerdoelen
  • Inleiding poëzie
  • Theorie - rijmschema's
  • Huiswerk
  • Afsluiting  

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • thema’s benoemen die jou op persoonlijk of op maatschappelijk gebied interesseren.

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij poëzie?

Slide 4 - Mind map

Vormen van rijm
  • Volrijm klinkers en medeklinkers rijmen
    slopen-lopen-verkopen
  • Klinkerrijm (assonantie)
    Over hete kolen hoor je niet te lopen
  • Medeklinkerrijm (consonantie)
    Een rustige mist daalt over de stad
  • Alliteratie is medeklinkerrijm van beginletters
    Keurige keukens koop je bij de Keukenkampioen

Slide 5 - Slide

Opbouw poëzie
Een strofe is een groepje versregels.
  • 2 versregels: distichon
  • 3 versregels: terzet of terzine
  • 4 versregels: kwatrijn
  • 6 versregels: sextet
  • 8 versregels: octaaf

Slide 6 - Slide

Rijmschema
Eindrijm bepaalt het rijmschema.
  • Slagrijm: aaaa
  • Gepaard rijm: aabb
  • Gekruist rijm: abab
  • Omarmend rijm: abba
  • Gebroken rijm: abcb (de c verwacht je niet)

Slide 7 - Slide

Voordragen gedicht 1
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Waar maak je dit uit op?
  • Wat is het thema?
  • Ben je geïnteresseerd in dit thema/onderwerp? Leg uit.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

voordragen gedicht 2
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Waar maak je dit uit op?
  • Wat is het thema?
  • Ben je geïnteresseerd in dit thema/onderwerp? Leg uit.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Volg jij op social media dichters?

Slide 12 - Open question

Instructie
  • Je gaat op zoek naar minimaal twee gedichten, die jouw voorkeur hebben wat betreft het thema.
  • Deze kopieer en plak je in een word bestand. Vervolgens benoem je het thema en waarom beide gedichten jouw interesse opwekken.
  • 15 minuten
  • Hulpmiddelen: internet, social media of dichtbundels.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Je schrijft en gedicht van minimaal 4 zinnen verdeeld over 5 strofes. Totaal worden dat dus 20 zinnen. Deze neem je op (vlog) en lever je 11 mei voor 23:59 in.

Let op: je levert het gedicht en de vlog in!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Wat was kern van de les?
Maak een zin: ik heb geleerd ....................

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Link