2YZ - A2W Week 16

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Wortschatz wiederholen
Je kent woorden die te maken hebben met het thema ´Schule. 
Lesefertigkeit üben 
Je kunt de hoofdlijnen begrijpen van eenvoudige teksten over leren. 
Grammatik wiederholen
Je weet welke voorzetsels er bij de vierde naamval horen. 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval en kunt deze toepassen. 
Grammatik erklären + üben 
Je kunt Duitse zinnen ontleden.
WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kent de zinnen van Plauderecke C + Schreibecke E.
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 16. 
Wochenaufgabe Woche 16
Je weet wat je moet maken en leren voor week 16.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 
Woche 16
- Buch (zu)
- Chromebook 
- Kugelschreiber (pen)
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Wortschatz wiederholen
Je kent woorden die te maken hebben met het thema ´Schule. 
Lesefertigkeit üben 
Je kunt de hoofdlijnen begrijpen van eenvoudige teksten over leren. 
Grammatik wiederholen
Je weet welke voorzetsels er bij de vierde naamval horen. 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval en kunt deze toepassen. 
Grammatik erklären + üben 
Je kunt Duitse zinnen ontleden.
WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kent de zinnen van Plauderecke C + Schreibecke E.
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 16. 
Wochenaufgabe Woche 16
Je weet wat je moet maken en leren voor week 16.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 
Woche 16
- Buch (zu)
- Chromebook 
- Kugelschreiber (pen)

Slide 1 - Slide

Was gibt es alles im Klassenzimmer?
Benoem alles wat je ziet in het lokaal (in het Duits).
Je moet het kunnen aanwijzen of laten zien.

Slide 2 - Mind map

So wirst du besser in der Schule
Hast du Tipps zum Lernen?

Slide 3 - Mind map

Lesefertigkeit üben 
Was: Aufgabe 14, Seite 20
Wer: zusammen




Slide 4 - Slide

Wo lässt du dein Handy beim nächsten Test?
Auf dem Tisch
In meiner Tasche
In meiner Hosentasche
In meinem Spind (kluisje)

Slide 5 - Poll

Welke persoonlijk voornaamwoorden van de eerste naamval ken je?

Slide 6 - Mind map

Welke persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval ken je?

Slide 7 - Mind map

Welke voorzetsels van de vierde naamval ken je?

Slide 8 - Mind map

Kannst du etwas für _______(mij) tun?
Wat is het voorzetsel in de zin?
A
mij
B
du
C
etwas
D
für

Slide 9 - Quiz

Kannst du etwas für _______(mij) tun?
Welke uitspraak is juist?
A
Du staat in de 4e naamval. Mij staat in de 1e naamval.
B
Du en mij staan allebei in de 1e naamval.
C
Du staat in de 1e naamval. Mij staat in de 4e naamval.
D
Du en mij staan allebei in de 4e naamval.

Slide 10 - Quiz

Kannst du etwas für _______(mij) tun?
Wat is de juiste vertaling van mij in deze zin?
A
ich
B
mir
C
mich
D
mei

Slide 11 - Quiz

Grammatik üben
Was: Aufgabe 8, Seite 17 im Buch
Wer: zusammen


Grammatik Seite 16

Slide 12 - Slide

Grammatik erklären
Maar wat als er geen voorzetsel in de zin staat. 
Dan moet je de zin ontleden. 
Doel: Je kunt Duitse zinnen ontleden




1e naamval
onderwerp
wie/wat + gezegde*?
Te vervangen door hij. 
4e naamval
lijdend voorwerp
wie/wat + gezegde* + onderwerp?
Te vervangen door hem.
* Gezegde: Alle werkwoorden in de zin

Slide 13 - Slide

Grammatik üben
Was: Aufgabe 16, Seite 22 im Buch
Wer: zusammen
 



1e NV
OW
wie / wat + gez?
hij
4e NV
LV
wie / wat + gez + ow?
hem
* gez = alle ww in zin
Grammatik Seite 22

Slide 14 - Slide

WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe
Was: WRTS Woche 16 (ohne Buch)
Wer: allein 
Wie: erste 5 Minuten still
Fertig: Aufgaben Woche 16 




timer
5:00
Grammatik E, Seite 43
Wiederholung Grammatik, Seiten 186, 187
Schreibecke E, Seite 41
Eerst WRTS Woche 16, daarna de weektaak. 

Slide 15 - Slide

Wochenaufgabe Woche 16
Maakwerk: E (online planning week 16)
Leerwerk: Plauderecke C, Seite 40
                      Schreibecke E, Seite 41 (2 lijsten WRTS week 16)

Controle maakwerk: Niet meer iedere les. 
Controle leerwerk: Iedere week (lange les) WRTS zonder boek 
WRTS onvoldoende / niet af = verplicht flexuur op vrijdag


13:50 - 14:20 uur lokaal 324 
14:25 - 15:25 uur
lokaal 113

Slide 16 - Slide

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Haben wir die Ziele erreicht?
Planung
Ziele
Check
Wortschatz wiederholen
Je kent woorden die te maken hebben met het thema ´Schule. 
Lesefertigkeit üben 
Je kunt de hoofdlijnen begrijpen van eenvoudige teksten over leren. 
Grammatik wiederholen
Je weet welke voorzetsels er bij de vierde naamval horen. 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval en kunt deze toepassen. 
Grammatik erklären + üben 
Je kunt Duitse zinnen ontleden.
WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kent de zinnen van Plauderecke C + Schreibecke E.
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 16. 
Wochenaufgabe Woche 16
Je weet wat je moet maken en leren voor week 16.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 

Slide 17 - Slide

Hoe bevalt LessonUp tot nu toe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Schreibfertigkeit üben
Je kunt in een e-mail je mening over school geven. 
Grammatik wiederholen 
Je kunt Duitse zinnen ontleden. 
Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 16
Wochenaufgabe Woche 19
Je weet wat je moet maken en leren voor week 16.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 
Woche 16
- Buch (zu)
- Chromebook 
- Kugelschreiber (pen)

Slide 19 - Slide

die Unterrichtsstunde
Mathe
Deutsch
Klassenarbeit
Zensur
schwierig
nervig

Slide 20 - Drag question

Schreibfertigkeit üben 
Was: Aufgabe 19, Seite 25
Wer: zusammen





Schreibecke E, Seite 41

Slide 21 - Slide

Je kunt in een e-mail je mening over school geven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Welke vraag stel je als je het onderwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 23 - Quiz

Welke vraag stel je als je het lijdend voorwerp wilt weten?
A
Wie/wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 24 - Quiz

Grammatik wiederholen
Maar wat als er geen voorzetsel in de zin staat. 
Dan moet je de zin ontleden. 
Doel: Je kunt Duitse zinnen ontleden




1e naamval
onderwerp
wie/wat + gezegde*?
Te vervangen door hij. 
4e naamval
lijdend voorwerp
wie/wat + gezegde* + onderwerp?
Te vervangen door hem.
* Gezegde: Alle werkwoorden in de zin

Slide 25 - Slide

Welke naamval is het onderwerp?
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 26 - Quiz

4e naamval is......
A
Onderwerp
B
Lijdend vorm
C
Meewerkend vorm

Slide 27 - Quiz

Du hast (uns) das nicht gesagt!
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 28 - Quiz

(Ich) habe morgen Geburtstag.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 29 - Quiz

Kies het juiste persoonlijk vnw:

Warum hat ___ mich nicht eingeladen.
A
er
B
ihn

Slide 30 - Quiz

Welke van de onderstaande woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
(in de vierde naamval)
A
jullie
B
euch
C
dich
D
jij

Slide 31 - Quiz

Welke van de onderstaande woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
(in de eerste naamval)
A
mich
B
uns
C
sind
D
er

Slide 32 - Quiz

Welk persoonlijk voornaamwoord is goed
Sie kann ihn/er nicht leiden.
A
ihn
B
er

Slide 33 - Quiz

Arbeiten an der Wochenaufgabe
Was: Woche 16 (online opdrachten)
Wer: allein 
Wie: erste 5 Minuten still



timer
5:00
Grammatik Seite 42 + 43
Was je nog niet klaar met Woche 14 / 15, maak deze dan eerst.

Slide 34 - Slide

Wochenaufgabe Woche 19
Maakwerk:
Leerwerk: 

Controle maakwerk: Niet meer iedere les. 
Controle leerwerk: Iedere week (lange les) WRTS zonder boek 
WRTS onvoldoende / niet af = verplicht flexuur op vrijdag


13:50 - 14:20 uur lokaal 324 
14:25 - 15:25 uur
lokaal 113

Slide 35 - Slide

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Haben wir die Ziele erreicht?
Planung
Ziele
Check
Schreibfertigkeit üben
Je kunt in een e-mail je mening over school geven. 
Grammatik wiederholen 
Je kunt Duitse zinnen ontleden. 
Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 16
Wochenaufgabe Woche 19
Je weet wat je moet maken en leren voor week 16.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 

Slide 36 - Slide