HS 5 Lenzen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welk lichaamsdeel
van de hond heeft
de hoogste temperatuur?
A
de neus
B
de ogen
C
de oren
D
de staart

Slide 2 - Quiz

Welke soorten lenzen ken je?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
  1. R Je kunt het verschil beschrijven tussen positieve lenzen en negatieve lenzen.
  2. R  Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Slide

Instructie 
  • Een lens is ontworpen om licht op een bepaalde manier van richting te doen veranderen.
  •  Je noemt dat: het licht breken.
Begrippen opschrijven: 
4!

Slide 5 - Slide

Evenwijdige lichtbundel
Hoe noem je het punt F links van de lens?

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  1. R  Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met brandpunt en brandpuntsafstand.
  2. R   Je kunt uitleggen hoe een negatieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 7 - Slide

Negatieve lens
  • Een negatieve lens heeft geen brandpunt waar de stralen bij elkaar komen. 
  • Punt voor de lens waar de lichtstralen vandaan lijken te komen noem je ook het brandpunt.
van een evenwijdige naar een een divergente lichtbundel

Slide 8 - Slide

Negatieve lens
  •  De brandpuntsafstand is in dit geval een negatief getal.
  • Het minteken geeft aan dat het brandpunt vóór de lens ligt en niet erachter, zoals bij een positieve lens.
van een evenwijdige naar een een divergente lichtbundel

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  1. R  Je kunt het verschil uitleggen tussen een reëel beeld en een virtueel beeld.
  2. T1  Je kunt het beeld construeren dat een positieve lens van een voorwerp vormt.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 10 - Slide

Positieve lens
  •  Met een positieve lens kun je de lichtstralen weer bij elkaar brengen in één punt.
  • Dit punt noem je het beeldpunt van L. 

een lampje L dat in alle richtingen licht uitzendt. 

Slide 11 - Slide

Beeld maken 
  • Als je op de juiste afstand van de lens een scherm neerzet, zie je daarop een scherp beeld van het lampje.

een lampje L dat in alle richtingen licht uitzendt. 

Slide 12 - Slide

 Constructiestralen



De twee lichtstralen die je  gebruikt om een beeld te construeren, noem je
constructiestralen.

Slide 13 - Slide

Welke twee lichtstralen zijn constructiestralen?



Slide 14 - Slide

Leerdoelen
  1. R   Je kunt de voorwerpsafstand en de beeldafstand opmeten in een tekening.
  2. T1 Je kunt de voorwerpsafstand en de beeldafstand opmeten in een tekening.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 15 - Slide

Brandpunt afstand en lenssterkte
1.Leg uit welke lens het sterkst is.
2. Hoe groot is de brandpuntsafstand van lens a en b?

Slide 16 - Slide

.

Slide 17 - Slide

Instructie 

Slide 18 - Slide

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 19 - Quiz

Aan de slag

Slide 20 - Slide

Nabespreking

Slide 21 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 22 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 23 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open question