Les 1

Beter spellen
Hoe is dit gegaan?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsWOStudiejaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Beter spellen
Hoe is dit gegaan?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De boog kan niet altijd gespannen zijn.
A
Je kunt niet altijd maar blijven doorwerken.
B
Je bent sterker als je samenwerkt.
C
Hij is erg kritisch.
D
Hij wil er niet over praten.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Peter werkt al 30 jaar bij de provincie, hij is gepokt en gemazeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Als een bericht in de doofpot wordt gestopt is men er erg trots op.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Zij neemt geen blad voor de mond.
A
Ze praat de hele dag.
B
Zij is altijd negatief.
C
Ze kan niet goed luisteren.
D
Zij durft alles te zeggen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hij komt moeilijk aan de bak.
A
Hij vindt het moeilijk om te beginnen.
B
Hij kan geen werk vinden.
C
Hij vindt het lastig om netjes te werken.
D
Hij is een zeer gewaardeerde werknemer.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

We gaan de handen uit de mouwen steken betekent dat we gaan beginnen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hij werkt zich het apezuur.
A
hij vindt zijn werk niet interessant
B
hij werkt met dieren
C
hij werkt hard
D
hij werkt tot hij er ziek van wordt.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

En toen zat hij met de gebakken peren.
A
En toen had hij iets gebroken.
B
En toen moest hij hulp vragen.
C
En toen werd hij ontslagen.
D
En toen had hij een probleem.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent: over de brug komen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent: lachen als een boer met kiespijn.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent: Dat varkentje zullen we wel eens even wassen.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent: de bloemetjes buiten zetten.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een zin bij jouw werkplek met de uitdrukking: Ik heb dat over het hoofd gezien.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een zin bij jouw werkplek met de uitdrukking: de knoop doorhakken

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een zin bij jouw werkplek met de uitdrukking: Er moeten bergen werk verzet worden.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

klinkerbotsing

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenen

Slide 18 - Slide

1. babyolifant
2. diploma-uitreiking
3. etappeoverwinning
4. lengteas
5. medeondertekenen
6. milieuadvies
7. milieuonvriendelijk
8. modeacademie
9. na-apen
10. navigatie-instrument
11. raceauto
12. radio-interview
13. slaolie
14. televisie-uitzending
15. thee-ei
16. tostiapparaat
17. vakantie-eiland
18. vakantieoord
19. video-opname
20. zo-even
Huiswerk
Klinkerbotsing opdracht B

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Notities maken
Opdracht artikel trainee-opdracht
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
- Neem 2 vaktaalwoorden mee.
-Neem uitdrukkingen mee als je deze tegenkomt. 
-Maak de opdracht over klinkerbotsing.
-Schrijf het eerste artikel n.a.v. je notities. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions