Lesweek 1: Zorgvragers met een verstandelijke beperking

Zorgvragers met een verstandelijke beperking
Les 1
Lesweek 1


IOZ, SCT
1 / 49
next
Slide 1: Slide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zorgvragers met een verstandelijke beperking
Les 1
Lesweek 1


IOZ, SCT

Slide 1 - Slide

Planning periode
Lesweek 1: Zorgvragers met een verstandelijke beperking
Lesweek 2: Zorgvragers met dementie
Lesweek 3: Zorgvragers met diabetes
Lesweek 4: Zorgvragers met MS en spierziekten
Lesweek 5: Workshops
Lesweek 6: Zorgvragers met CVA en ziekte van Parkinson
Lesweek 7: Presentaties ken je doelgroepen
Lesweek 8: Workshops
Lesweek 9: Afsluitende week

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Thieme

Opdracht
Titel: Gehandicaptenzorg N3
Module 3 Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
08 Mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking
10 Mensen met een (zeer) ernstige beperking


Slide 3 - Slide

Onderwerpen
  • Mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB)
  • Mensen met een matige verstandelijke beperking (MVB)
  • Mensen met een ernstige verstandelijke beperking (EVB)
  • Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking 

  • Syndroom van Down
  • Foetaal alcoholsyndroom (FAS)
  • Fragiele-X-syndroom
  • Rettsyndroom
  • Angelmansyndroom
  • Het syndroom van Prader-Willi





timer
50:00
timer
50:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les heb jij kennis over:

  • Mensen met een lichte verstandelijke beperking
  • Mensen met een matige verstandelijke beperking
  • Mensen met een ernstige verstandelijke beperking
  • Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperk
  • Specifieke syndromen



Slide 5 - Slide

Terugblikken periode 3

Slide 6 - Slide

Introductie
Bij mensen met een verstandelijke beperking blijft belangrijk om steeds te beseffen dat elke zorgvrager een individu is. 

Mensen met een matige of lichte verstandelijke beperking kunnen meestal redelijk goed in hun zelfzorgbehoeften voorzien. Zij kunnen de ADL-activiteiten en ook huishoudelijke activiteiten meestal goed aanleren. De nadruk ligt op het begeleiden en ondersteunen van de zorgvrager.

Mensen met een ernstige en een zeer ernstige verstandelijke beperking kunnen meestal wel eenvoudige ADL-activiteiten aanleren. Het is daarbij belangrijk om niet te veel verwachtingen te hebben. Leg niet te veel nadruk op het ‘zich moeten ontwikkelen’.

Slide 7 - Slide

Ik herken deze doelgroep
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

Ik werk met deze doelgroep
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Wat weet je al over deze doelgroep?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB)
  • Vertraagde ontwikkeling         niet zichtbaar in baby- en peuterfase. Wordt zichtbaar in de eerste groepen vd basisschool
  • Goede communicatie mogelijk 
  • Abstracte begrippen

Wat herken je?
  • Vaak op zichzelf gericht
  • Eerst doen en dan denken
  • Niet zo sociaal
  • Negatief zelfbeeld/faalangst
Hoe zou faalangst kunnen ontstaan?
Wat kunnen abstracte begrippen zijn?

Slide 12 - Slide

Wat voor problemen kunnen mensen met LVB tegenkomen?

Slide 13 - Mind map

Welke problemen kunnen ze tegenkomen?
  • Niet altijd goed beoordelen (erbij behoren)
  • Laten zich gemakkelijk beïnvloeden door anderen          misbruik
  • Loverboys?
  • Criminele circuit?

Slide 14 - Slide

Wat kunnen ze al?
  • Ingewikkeldere zaken begrijpen 
  • Moeilijke vaardigheden aanleren, zoals rekenen, schrijven en lezen (laag niveau)
  • Eigen smaak
  • Maakt eigen keuzes
  • Bepaalt zelf met wie ze wonen, hoe de dag eruit gaat zien


Slide 15 - Slide

Wat is de mentale leeftijd van een persoon met LVB
A
10-12 jaar
B
12-14 jaar
C
14-16 jaar
D
16-18 jaar

Slide 16 - Quiz

Mentale leeftijd
De mentale leeftijd die mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen bereiken, is te vergelijken met die van een kind van tien tot twaalf jaar.

De mentale leeftijd wil niet zeggen dat de volwassene met een verstandelijke beperking is als een kind. Integendeel, een volwassen persoon met een matige verstandelijke beperking staat heel anders in de wereld dan een kleuter of schoolkind. Zo is er een verschil in levenservaringen, in sociale en emotionele gerichtheid en in interesse in de wereld.

Slide 17 - Slide

Wie?
Tot de LVB-groep behoren zorgvragers die niet alleen een verstandelijke beperking hebben:
  • Kwetsbare gezondheid
  • Vorm van autisme
  • Vorm van psychiatrische problemen
Ontwikkelingsstoornis

Komt voor in combinatie met problemen in de gezinssituatie.
Wat kunnen problemen in de gezinssituatie zijn?
  • verwaarlozing
  • mishandeling
  • verslaving
  • (seksueel) misbruik

Slide 18 - Slide

Ondersteunen
  • Meestal redden ze zich goed in de maatschappij
  • Meer ondersteuning/zorg nodig?              meer aan de hand
  • gedragsproblemen en verslavingsproblematiek

Woonsituatie en dagbesteding
  • Zelfstandig, getrouwd, wonen samen/groep
  • Begeleiding op afstand: 1x pw begeleider: bespreken van problemen/twijfels
  • Kinderen: speciaal onderwijs > praktijkonderwijs

Slide 19 - Slide

Mensen met een matige verstandelijke beperking (MVB)
Hebben een eenvoudig inzicht in zichzelf, anderen en de situatie:
  • Een eenvoudig beeld van de werking van hun lichaam
  • Een idee van hun eigen en andermans mogelijkheden en hun omgeving
  • In staat rekening te houden met anderen
  • Sociaal besef
  • Verbaal uiten (woordenschat wel beperkt)
  • Moeite met concentratie          korte concentratieboog
Waar zou je gesprekken over kunnen voeren met mensen met een MVB?

Slide 20 - Slide

In het contact met anderen stellen mensen met een matige verstandelijke beperking zich nogal eens kritiekloos op: ze zijn niet in staat om zelfstandig een oordeel te vormen.







Wat kan hier een gevolg van zijn?

Slide 21 - Slide

Associatieve en de structurerende ervaringsordening
Associatief ervaren wil zeggen dat een persoon met een matige verstandelijke beperking in staat is verbanden te leggen:
  • wekker = opstaan
  • tafel gedekt = eten
  • licht uit = slapen
  • Verkeersregels onthouden, laag niveau rekenen, lezen en schrijven

Structurerend ervaren

Slide 22 - Slide

Wat denk je dat de mentale leeftijd is van mensen met een MVB?

Slide 23 - Mind map

7-9 jaar

Slide 24 - Slide

Ondersteunen
  • Inzicht in zichzelf, anderen en de situatie: zelfredzaamheid
  • Communicatie: passieve woordenschat en actieve woordgebruik
  • Stimuleren van de zelfredzaamheid: zelf ervaring opdoen, fouten maken mag. Sociale zelfredzaamheidtraining > ZML(K)-school voor zeer moeilijk lerende kinderen
  • Woonsituatie en dagbesteding: wonen op begeleiding, afstand

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Mensen met een ernstige verstandelijke beperking (EVB)
  • Duidelijk minder contact met de buitenwereld
  • Eenvoudige verbale communicatie + ontwikkeling van motoriek is wel mogelijk
  • Stimuleren tot iets te komen           nogal passief
  • Onvermogen om dingen met elkaar in verband te leggen
  • Gewoonten zijn belangrijk > zelfredzaamheid ontwikkelen
  • Associatief ervaren > starheid gevolg > stereotiep gedrag

Als er geen vork in de besteklade ligt, waar ligt deze dan?

Slide 27 - Slide

Wat is de mentale leeftijd van een persoon met EVB
A
2-4 jaar
B
4-6 jaar
C
6-8 jaar
D
8-10 jaar

Slide 28 - Quiz

Ondersteuning
  • Communicatie: gebruik maken van zijn individuele mogelijkheden. Welke picto's, gebaren, woorden kent hij/zij?
  • Ordening in de leefwereld: dagprogramma met veel herhaling > grip op eigen leven
  • Woonsituatie en dagbesteding: omgeving met begeleiding

Slide 29 - Slide

Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking
  • Leeft in zijn eigen wereld, in zichzelf gekeerd
  • Lichamelijk contact maken
  • Bedlegerig, met hulp lopen
  • Gebrek aan coördinatie

Slide 30 - Slide

Ondersteuning
  • Communicatie: vooral non-verbaal
  • Individueel contact: activiteiten via lichaamscontact > basisveiligheid
  • Verzorging: volledige verzorging en begeleiding door anderen


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Syndroom van Down
''Aangeboren afwijking die gepaard gaat met een verstandelijke beperking, typerende uitwendige kenmerken en bepaalde medische problemen, veroorzaakt door een extra chromosoom (trisomie) 21.''

Kenmerken
  • mongoloïde oogstand;
  • korte nek;
  • kleine schedel;
  • brede handen met korte vingers;
  • typisch handlijnenpatroon.




Slide 33 - Slide

Kenmerken
  • mongoloïde oogstand;
  • korte nek;
  • kleine schedel;
  • brede handen met korte vingers;
  • typisch handlijnenpatroon;
  • kan anderen imiteren > ongewenst gedrag.
Verschijnselen
  • aangeboren hartafwijking;
  • verminderde weerstand: verhoogde kans op infecties van keel, neus, oren en luchtwegen;
  • afwijkingen aan het gebit met daardoor een verhoogd risico op cariës;
  • droge schrale huid met groot risico op smetten, kloofjes en oogontstekingen;
  • vervroegd verouderingsproces waarbij stofwisselingsproblemen (diabetes en een te traag werkende schildklier), dementie en epilepsie kunnen optreden;
  • vriendelijk en sociaal karakter.





Slide 34 - Slide

Foetaal alcoholsyndroom (FAS)
''Foetaal alcohol syndroom: ontwikkelingsstoornis ontstaan voor de geboorte door overmatig alcoholgebruik bij de moeder.''

  • Niks aan de hand?
  • Ontwikkelingsstoornis
  • Ontstaat voor de geboorte > overmatig alcoholgebruik van moeder
  • Sommige verstandelijke beperking

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Fragiele-X-syndroom
''Erfelijke aandoening – afwijking aan het geslachtschromosoom: het X-chromosoom – die gepaard gaat met een verstandelijke beperking, met op autisme gelijkend gedrag en dikwijls met bepaalde uiterlijke kenmerken.''

  • Hoe en waarom is nog niet bekend

Slide 38 - Slide

Bij mannen met het fragiele-X-syndroom is, net als bij het syndroom van Down, sprake van een karakteristiek uiterlijk. Het fragiele-X-syndroom kenmerkt zich door:

  • overmatig grote schedel;
  • hoog geboortegewicht (als baby zijn ze lang, maar de groei stopt vroeg);
  • lang voorhoofd met forse kin en grote, afstaande oren;
  • scheelzien;
  • sterke vergroting van de zaadballen.




Voor de puberteit zijn de uiterlijke kenmerken veel minder opvallend en herkenbaar. Daarnaast komen de volgende verschijnselen en kenmerken vaak voor:

  • achteruitgang van het IQ met het vorderen van de leeftijd;
  • op autisme lijkend gedrag: angst voor contact;
  • hyperactief gedrag: impulsiviteit, concentratieproblemen, overbeweeglijkheid;
  • angstig en teruggetrokken gedrag;
  • zelfverwondend gedrag;
  • veel middenoorontstekingen (bij kinderen);
  • slechtziendheid;
  • hartaandoeningen;
  • epilepsie.








Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Rettsyndroom
''Aangeboren ontwikkelingsstoornis met een ernstige verstandelijke beperking tot gevolg, die alleen voorkomt bij meisjes en zich openbaart op de leeftijd van 6 tot 18 maanden als een knik in de ontwikkeling.''

Slide 41 - Slide

Verschijnselen
  • Na ongeveer een jaar is er een knik in de ontwikkeling te zien.
  • Eerst is een stilstand in de ontwikkeling te zien, daarna een achteruitgang.
  • Meisjes die hebben leren lopen, verleren dit. De spraak verdwijnt.
  • Het lukt ze steeds minder goed de handjes gericht te gebruiken om bijvoorbeeld speelgoed te pakken. 
  • Ook in hun verstandelijke ontwikkeling is een ernstige achteruitgang te zien.

Ondersteuning
Vermijd bij meisjes met het rettsyndroom een overdaad aan prikkels, ze hebben moeite om prikkels te verwerken. Geef hen ruim de tijd om te reageren, omdat hun tempo erg laag ligt. 

Slide 42 - Slide

Angelmansyndroom
''Aangeboren ontwikkelingsstoornis met als kenmerken een verstandelijke achterstand, houterige motoriek, plotselinge lachbuien en epilepsie.''

  • Kinderen met dit syndroom lijken op elkaar > in de loop vh eerste jaar
  • Slaapproblemen
  • 'S nachts vaak meerdere keren wakker

Slide 43 - Slide

Verschijnselen
Lichamelijke verschijnselen bij het angelmansyndroom zijn:
  • microcefalie (klein hoofd);
  • scheelzien;
  • opvallende gezichtskenmerken (vanaf het vijfde jaar);
  • grote mond;
  • brede kaak;
  • vooruitstekende, puntige kin;
  • afgeplat achterhoofd;
  • vertraagde motorische ontwikkeling en houterige motoriek;
  • slechte zuigreflex, met als gevolg voedingsproblemen en het zich veel en vaak verslikken;
  • lichamelijke gezondheidsproblemen: middenoorontstekingen, scoliose en reflux.
Andere vaak voorkomende verschijnselen zijn:

sterk achterblijvende verstandelijke ontwikkeling;
  • taalontwikkeling die niet of nauwelijks op gang komt;
  • vrolijk humeur, opvallend vaak en veel lachen (lachbuien);
  • de mond als belangrijk tastzintuig;
  • fascinatie voor reflecterende oppervlakten (waaronder water!);
  • doelloos gedrag: eindeloos voorwerpen in de mond stoppen;
  • epilepsie;
  • ernstige slaapproblemen en/of slaapapneu.







Slide 44 - Slide

Syndroom van Prader-Willi
''Aangeboren ontwikkelingsstoornis met onder meer spierslapte, kleine geslachtsorganen, overgewicht en vertraagde verstandelijke ontwikkeling tot gevolg.''

Oorzaak
  • Het ontbreken van een klein stukje erfelijke informatie op chromosoom 15.
  • In Nederland worden jaarlijks ongeveer tien kinderen met syndroom van Prader-Willi geboren. 
  • Het komt even vaak voor bij jongens als bij meisjes.

Slide 45 - Slide

Verschijnselen
Bij zorgvragers met het syndroom van Prader-Willi komen de volgende kenmerken voor:
  • spierslapte (hypotonie);
  • kleine geslachtsorganen;
  • seksuele ontwikkeling die in de puberteit niet of pas laat op gang komt;
  • kenmerkend uiterlijk: klein van gestalte, smalle handen en voeten, smal voorhoofd;
  • vertraagde verstandelijke ontwikkeling;
  • onbedwingbare eetlust (vanaf peuterleeftijd), abnormale vetverdeling en overgewicht.






Slide 46 - Slide

Ik geef deze les het volgende cijfer:
110

Slide 47 - Poll

Ik heb de volgende feedback
voor deze les:

Slide 48 - Mind map

Vooruitblikken
Thieme
Titel: Verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg n3
Module 3 Zorgvragers met psychogeriatrische aandoeningen
9 Zorgvragers met dementie







Slide 49 - Slide