3.10 Hoe werken verzekeraars

3.10 Hoe werken verzekeraars
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconoomBeroepsopleiding

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3.10 Hoe werken verzekeraars

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verschillende contractspartijen
Verzekeraar => contractspartij van de verzekeringnemer. 

Verzekeringnemer => contractspartij van de verzekeraar. 

Verzekerde => in wiens belang er wordt verzekerd. 
De begunstigde => uitkeringsgerechtigde. Kan iemand anders zijn dan verzekeringnemer en de verzekerde. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verzekeringsovereenkomst
Verzekeringsovereenkomst is een kansovereenkomst=> onzeker element. 
Beide partijen weten niet wie voordeel heeft.

Daarbij: verzekeraar heeft een uitkeringsplicht
Verzekeringnemer heeft een premiebetalingsplicht

Onzekerheid: Wettelijke eis. 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaat hier mis? 
Verzekeraar PedalePlus verzekert de diefstal van fietsen. Als een fiets binnen een jaar gestolen wordt, betaalt PedalePlus de nieuwwaarde. Fietsen ouder dan een jaar vallen niet meer onder de verzekering. De statistieken uit het verleden wijzen uit dat jaarlijks één op de vijftig fietsen wordt gestolen. De nieuwwaarde van de fietsen bedraagt € 650. De premie (zonder kosten en winstopslag) moet dan bedragen: € 650 gedeeld door 50 = € 13 per jaar. Voor kosten en winstopslag komt daar nog bij: € 5. De totale premie komt daarmee op € 18. PedalePlus is net begonnen en heeft twintig fietsen verzekerd. In het eerste jaar worden zes fietsen gestolen.

wat gaat er nu mis? 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Aan de hand van welke wet wordt door verzekeraars de premie bepaald?
A
Wet van Maier
B
Wet van grote aantallen
C
Wet van aantrekking
D
Wet van Ohm

Slide 5 - Quiz

Waar wordt deze premie op gebaseerd? Dit gebeurt aan de hand van de wet grote getallen. Hoe meer verzekerden, des te zekerder zijn de te verwachten uitkeringen. Door rekening te houden met het gemiddelde schadebedrag kan de premie worden berekend. Hierdoor is de kans kleiner dat de verzekeraar meer moet uitkeren dan dat hij ontvangt.

Het kan zo zijn dat een verzekeraar in een jaar meer moet uitkeren (door bijvoorbeeld een grote storm) en hierdoor lijdt de verzekeraar verlies. Om dit op te vangen reserveert de verzekeraar geld in jaren dat het goed gaat.

Risico's voor verzekeringsmaatschappijen:
Kan worden opgelost door:
- Co-assurantie => individueel risico wordt door een aantal verzekeraars gedragen. Wordt meestal op de verzekeringsbeurs afgesloten.  Denk bijvoorbeeld aan een vliegtuig/groot schip e.d. 
- Pool=> zelfstandige verzekeringsmaatschappij. Verlies en winst uit de verzekeringen in de pool wordt verdeeld over deelnemende verzekeraars. 

Herverzekeren. 

Slide 6 - Slide

Verzekeraars gaan ook vaak samenwerkingsverbanden aan met andere verzekeraars om zo niet de gehele schade zelf uit te hoeven keren. Vormen hiervan zijn:
-Co-assurantie: (bij grote risico’s zoals winkelcentra, kerncentrales en vliegtuigen). Meestal via de verzekeringsbeurs. Basis individueel risico.
-Pools: (verzekeraars zitten in een pool waarin de verliezen en winsten worden verdeeld volgens een vaste verdeelsleutel)
-Concernvorming :(dochtermaatschappijen die onder gezamenlijke leiding als eenheid optreden)

Wat wordt verstaan onder co-assurantie bij verzekeraars?
A
verzekeraars zitten in een pool waarin de verliezen en winsten worden verdeeld volgens een vaste verdeelsleutel
B
samen verzekeren bij grote risico’s zoals winkelcentra, kerncentrales en vliegtuigen
C
dochtermaatschappijen die onder gezamenlijke leiding als eenheid optreden
D
alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Premiebetaling
Per maand / jaar / kwartaal. 

Soms ook een koopsom. 

Voorbeeld: 
Ank (35 jaar) sluit een lijfrenteverzekering af. Deze zal maandelijks een bedrag uitkeren van het moment waarop Anka met pensioen gaat tot aan haar dood. Ank stort een koopsom hiervoor. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De prijs van een verzekering
1. Basispremie. 
2. Polis- en incassokosten. Poliskosten ook bij het wijzigen van een verzekering. 
3. Assurantiebelasting van 21% over de premie en kosten. 

Premies worden vooruit betaald!! 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Prijs van de verzekering
• risicopremie + =(schadelast) 
• reserve + (eventueel vergrijzingsreserve) 
• bedrijfskosten van de verzekeraar +
• provisie voor de bemiddelaar +
• winstopslag +
= Basispremie + 
• polis- en incassokosten
= Netto premie  
• assurantiebelasting + OVER DE GEHELE NETTO PREMIE!!!! 
= Te betalen premie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wie is verzekerd?
Wat is verzekerd?
Tegen welke risico ben je verzekerd?
Voor welke bedrag ben je verzekerd?
Hoeveel premie moet je betalen?
Hoe lang duurt de verzekering?

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

In de verzekeringspremie die in rekening wordt gebracht voor bijvoorbeeld een woonhuisverzekering, is een kleine toeslag begrepen die verzekeringsmaatschappijen aanhouden als reserve. Waar is deze reserve voor bedoeld?
A
Zij doen dit om zich te wapenen tegen een onverwacht hoger uitvallende schadelast.
B
Zij doen dit om de premie voor oudere woningen betaalbaar te houden nu de kans op schade aan oudere woningen veel groter is dan aan nieuwbouwwoningen.
C
Zij doen dit om uit die reserve de herverzekeringspremies te kunnen betalen.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Assurantiebelasting (Leona zit heerlijk)
Assurantiebelasting moet worden betaald over premie en advies. 
Als er enkel advies wordt gegeven zonder bemiddeling dan is er enkel 21% BTW verschuldigd
Assurantiebelasting geldt niet voor:
  • LE levensverzekeringen
  • ON ongevallenverzekering
  • A  arbeidsongeschiktheidsverzekering
  • Z zorg- ziektekostenverzekering
  • I invaliditeitsverzekering
  • T goederentransport
  • HE herverzekeren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voor een woonhuisverzekering is de premie EUR 38,00 per maand. De poliskosten zijn EUR 5,50 Hoe hoog is de 1e premienota?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Stefan en Margriet hebben hun woonhuis en inboedel bij Woonzonderzorg BV afgesloten. De kale jaarpremie voor beide dekkingen is € 307,20 per jaar. Ze kiezen voor betaling per maand. Hiervoor wordt 2% aan kosten berekend. Wat wordt hun maandbedrag incl assurantiebelasting?
A
379,15
B
31,60
C
28,46
D
31,07

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Voor de inboedelverzekering vraagt de verzekeraar 2 promille van de verzekerde waarde. De poliskosten bedragen € 15,00. Hoe hoog is de jaarpremie wanneer de verzekerde waarde
€ 80.000,00 is?

Slide 16 - Open question

0,3 x 80 = 160 + 10 = 170 x 1.21 = 205,70
De premie bedraagt de 1e maand voor een inboedelverzekering EUR 37,50 (inclusief assurantiebelasting), De poliskosten zijn EUR 10. Wat is de kale premie?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Welke van onderstaande beweringen is een juiste weergave van de wet van de grote aantallen?
A
Een verzekeraar zal bij voorkeur niet te veel vergelijkbare risico's, bijvoorbeeld woonhuizen, verzekeren omdat de te verwachten gemiddelde schade moeilijker te voorspellen is.
B
Een verzekeraar met 10.000 inboedelverzekeringen kan de premie nauwkeuriger vaststellen dan een verzekeraar met 100 inboedelverzekeringen.
C
Een individueel risico is per definitie niet te verzekeren, want de verzekeraar kan geen premie vaststellen op basis van statistische gegevens.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke mogelijkheden heeft een verzekeraar om risico's te spreiden?
A
Coassurantie en het hanteren van een eigen risico.
B
Pooling en het hanteren van een franchise.
C
Pooling, co-assurantie en herverzekering.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Omschrijf het begrip solidariteit

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Hoe noemen we de prijs die je betaalt om jouw risico te verzekeren?
A
Premie
B
Solidariteit
C
Polis
D
Eigen risico

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wettelijk verplichte verzekeringen
  • Aansprakelijkheid voor jagers
  • Zorgverzekering voor particulieren 
  • WA verzekering voor motorrijtuigen 

  • Beroepsaansprakelijkheid bij financieel dienstverleners
  • Aansprakelijkheid voor exploitanten van kernenergie 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Uitsluitingen
Wettelijk : 
Molest=> grote conflictsituatie.
  • Mag in Nederland niet gedekt zijn.
Behalve bij een molestclausule. Voorbeeld? 
Terrorisme=> niet onder molest. 

Niet-wettelijk: 
  • Aardbeving
  • Vulkaanuitbarsting
  • Overstroming
  • Atoomkernreacties


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Uitsluitingen
Wettelijk : 
Molest=> grote conflictsituatie. 
  • Mag in Nederland niet gedekt zijn.
Behalve bij een molestclausule. Voorbeeld? Molestclausule ORV en uitzending militairen
Terrorisme=> Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden 

Niet-wettelijk: 
  • Aardbeving
  • Vulkaanuitbarsting
  • Overstroming
  • Atoomkernreacties


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Avondklokrellen
Kijkend naar de vernielingen gepleegd tijdens de avondklokrellen lijken deze op rellen, relletjes of opstootjes en vallen daarmee dus niet groot onder molest, maar onder klein molest. Voor de vormen van klein molest mag een verzekeraar zelf bepalen of deze zijn meeverzekerd. Voor de schades die door de avondklokrellen ontstaan zijn, moeten de individuele polisvoorwaarden dus als uitgangspunt worden genomen om te beoordelen of deze schade als klein molest gedekt is. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Andere uitsluitingen
Eigen gebrek
Slijtage 
Bederf
Opzet 
Roekeloosheid

MAAVO


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke verzekeringen zijn verplicht?
A
Pleziervaartuigverzekering
B
Aansprakelijkheidsverzekeringen voor jagers
C
WA voor motorrijtuigen
D
Zorgverzekering

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verzekeringsovereenkomst. Dat is een overeenkomst tussen?
timer
0:30
A
De verzekeraar en verzekerde
B
Verzekeringsnemer en verzekerde
C
De verzekeraar en begunstigde
D
De verzekeraar en verzekeringsnemer

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 29 - Video

This item has no instructions