8.6 Het moderne imperialisme






8.6 Het moderne imperialisme
1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson






8.6 Het moderne imperialisme

Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten 
KA: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie 

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat we bedoelen met modern imperialisme.

Slide 3 - Slide

Imperialisme
Imperialisme: het streven naar een groot rijk onder macht van een keizer of één volk

modern = vanaf 1850

We hebben dit begrip eerder gezien in de voortgaande tijdvakken. Denk aan de Europese expansie, slavernij, overzeese handel, etc.

Europese machten willen meer macht en gebieden (kolonialisme)





Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Modern imperialisme (1)
  • Modern imperialisme: op zoek naar nieuwe grondstoffen en afzetmarkten door kolonisatie in de 2e helft 19e eeuw. 

  • Kolonialisme verandert van karakter. Van handelsposten naar complete overheersing!




Slide 6 - Slide

Modern imperialisme (2)
afbeelding: conferentie Berlijn 1884
In 1884 werden alle grote landen uitgenodigd op de Conferentie van Berlijn. Het doel was om alle 'witte vlekken' op de kaart te verdelen en spelregels af te spreken. 

Hier wordt de 'taart van Afrika' verdeeld. 

Slide 7 - Slide

                               'The Struggle for Africa'

Slide 8 - Slide

Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies

Slide 9 - Quiz

Verschil met kolonialisme
  • 1500-1850: kolonialisme
  • 1850-1920: modern imperialisme
  • Verovering en intensiever bestuur van koloniën en de grondstoffen voor eigen gebruik
  • Alleen in Afrika en Azië


Slide 10 - Slide

Politieke oorzaak:
  • Nationalisme: groot rijk geeft aanzien
Politieke gevolgen kolonie: 
  • Koloniën raken eigen bestuur kwijt
  • Deel bevolking ingeschakeld bij bestuur en leger


Slide 11 - Slide

Economische oorzaak: 
  • Koloniën leveren grondstoffen voor Europese industrie
  • Industrieproducten kunnen verkocht worden in de kolonie

Economische gevolgen kolonie:
  • Geen vrijhandel
  • Economie ten dienste van kolonisator 


Slide 12 - Slide

Culturele oorzaken: 
  • Verspreiden christendom 
  • 'White Man's Burden': morele plicht om minder ontwikkelde volken beschaving bij te brengen

Slide 13 - Slide

White man's burden
Een gedicht van de Engelse dichter en schrijver Rudyard Kipling (1899)

Take up the White Man's burden—
Send forth the best ye breed—
Go bind your sons to exile
To serve your captives' need;
To wait in heavy harness,
On fluttered folk and wild—
Your new-caught, sullen peoples,
Half-devil and half-child.

Slide 14 - Slide

Culturele oorzaken: 

Verspreiden christendom 

'White Man's Burden': morele plicht om minder ontwikkelde volken beschaving bij te brengen
Culturele gevolgen kolonie:
  • Lokale geloven en tradities verdwijnen
  • Lokale bevolking behandeld als tweede/rangs burgers

Slide 15 - Slide

Welk soort motief hadden de Europeanen niet voor modern imperialisme?
A
cultureel
B
economisch
C
politiek
D
sociaal

Slide 16 - Quiz

Noem 4 oorzaken van het modern imperialisme:

Slide 17 - Open question

Welke van de motieven voor het modern imperialisme komt in deze prent duidelijk tot uiting?
A
Verovering voor handelsmarkten
B
Verovering voor de versteviging van de Amerikaanse macht in de regio
C
Verovering om 'achterlijke gebieden' te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen

Slide 18 - Quiz

Welke van de motieven voor het modern imperialisme komt in deze prent duidelijk tot uiting?
A
Verovering voor afzetmarkten (hier China)
B
Verovering voor de machtspositie in de wereld
C
Verovering om 'achterlijke gebieden' te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen (bijv. Chinese zijde voor textiel)

Slide 19 - Quiz

Welke van de motieven voor het modern imperialisme wordt hier vooral bekritiseerd?
A
Economische
B
Politieke
C
Culturele
D
Alle drie

Slide 20 - Quiz

Leg uit wat de white man's burden is en welke gevolgen dit heeft gehad voor het modern imperialisme

Slide 21 - Open question

 Belgisch Congo 
twee documentaires (Canvas en Ikon)
Deel van de eerste documentaire over de gruwelijke wreedheden begaan in Congo Vrijstaat 
(8 minuten)

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Belgisch Congo
Beelden uit dezelfde (1e) documentaire. Hierbij behoren de vragen die op de dia na de documentaire staan en die in de les gemaakt worden. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Vragen bij de video over Congo en Leopold II
  1. Met wie werd Leopold II door Mark Twain vergeleken, en geef een korte beschtrijving.
  2. Omschrijf de kritiek die prof. M'Bokolo uit op het Centenaire monument.
  3. Omschrijf welke nuancering prof Grijseels verwoordt en leg uit wat je hiervan vindt.
  4. Hoe lang is Congo privë-bezit geweest van Leopold en hoe kwam hier een eind aan?
  5. In een citaat van Leopold is duidelijk sprake van raciale opvattingen en militarisme. Om welk citaat gaat het en geef een toelichting op beide onderdelen (raciaal en militarisme)
  6. Op welke manier komt het superioriteutsdenken terug in de woorden van jonge Congolees die antwoord geeft op de vragen van de journalist?
  7. In Congo is het standbeeld van Leopold II op de schroot beland, maar in België zijn de standbeelden van hem niet naar beneden gehaald, zo wordt in de docu gezegd. Zoek op het internet twee foto's op waarmee je antoont dat deze bewering inmiddels achterhaald is en geef hierop een toelichting.

Slide 26 - Slide

Vervolg vragen bij de video over Congo en Leopold II
8. Omschrijf hoe Leopold II werd omschreven door zijn ouders, koning Leopold I en koningin Louise-Marie van Orléans.
9. Maak duidelijk welke rol Henri Morton Stanley heeft gespeeld in de koloniale aspiraties van Leopold II.
10. Leg uit waarom pater Honoré Vinck van mening is dat de belofte van Léopold II om Congo te kerstenen, niet erg geloofwaardig is.
11. Leg uit op welke manier de contracten die Léopold met inlandse vorsten had afgesloten, een rol speelden op de Conferentie van Berlijn. 
12. Omschrijf de koloniale koerswijziging die Léopold inzette kort na de Conferentie van Berlijn.
13. Benoem het karakter van het door Léopold gecreëerde leger in Congo: de Force Publique.
14. Beschrijf de relatie tussen de winstgevendheid van Congo en de voortschrijdende industrialisatie in Europa.

Slide 27 - Slide

0

Slide 28 - Video

Welk begrip herken je in de bron? 

Slide 29 - Slide

Nederland en het moderne imperialisme

Slide 30 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen
1. hoe Nederland vorming gaf aan het modern imperialisme en
2. wat het cultuurstelsel inhoudt

Slide 31 - Slide

Nederland in Indonesië 
  • VOC beperkte zich tot hoofdeiland Java.
  • Daarin kwam verandering toen de VOC in 1798 failliet ging
  • Bezittingen werden genationaliseerd
  • Vervolgens: Nederland breidt het gezag uit over andere delen van de archipel. 
  • vanaf 1816 is alles wat onder Nederlands bewind staat 'Nederlands-Indië'. 

Slide 32 - Slide

Welk motief voor gebiedsuitbreiding is in de bron te herkennen? 

Slide 33 - Slide

Cultuurstelsel (1830-1870)
  • Probleem! De kolonie Nederlands-Indie was verliesgevend, daarom ... 
  • cultuurstelsel op Java 
  • 20% grond ten dienst van Nederlanders +
  • 66 dagen p.j. verplichte arbeid

Slide 34 - Slide

🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵

Slide 35 - Slide

Cultuurstelsel (1830-1870)
  • Gevolgen:
  • 1. enorme winsten Nederland
  • 2. hongersnood en uitbuiting van inlanders
  • Direct bestuur: Inheemse vorsten werden Nederlandse ambtenaren: 
  • Cultuurprocenten: hoe meer je verbouwd, hoe meer je krijgt

Slide 36 - Slide



Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.

Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker

Slide 37 - Quiz



Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.

Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht

Slide 38 - Quiz



De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.

De stelling is:
A
goed
B
fout

Slide 39 - Quiz



Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren

Slide 40 - Quiz



Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen.
Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen

Slide 41 - Quiz

Verzet tegen moderne imperialisme
  • E.D. Dekker (Multatuli) in boek:
  • 'Max Havelaar' , tegen:
  • uitbuiting  en batig saldo politiek

  • Liberalen (vrijheidsgedachte)
  • Willen niet dat overheid zich bemoeid met economie -->
  • Gevolg: einde cultuurstelsel (1870)
E.D. Dekker (Multatuli)

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video



Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
A
Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
B
Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
C
Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
D
Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.

Slide 44 - Quiz



Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
A
Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
B
Omdat de Indonesische bevolking beter luisterde naar de eigen Indonesische vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
C
Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin inspraak van de adel was vastgelegd

Slide 45 - Quiz



Na de afschaffing van het Cultuurstelsel kwamen er meer particuliere ondernemingen in Indonesië. Op deze ondernemingen ontstond een tekort aan arbeidskrachten.
Op welke wijze werd dat tekort aan arbeidskrachten opgelost?
A
Door het aannemen van blanke Europeanen
B
Door het inhuren van contractarbeiders
C
Door het kopen van slaven

Slide 46 - Quiz



Rond 1870 vestigden steeds meer zelfstandige ondernemers zich in Indonesië.

Zij hielden zich vooral bezig met:
A
landbouw en industrie
B
landbouw en mijnbouw
C
mijnbouw en industrie

Slide 47 - Quiz


Nederland wilde vanaf 1870 in steeds meer gebieden in Indonesië de macht hebben.
Is de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?

Er kwam oorlog met een aantal inheemse vorsten.


A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 48 - Quiz