Entree les 1 hygiëne

Hygiene en milieu
  • Hygiënisch werken en soorten hygiëne
  • Persoonlijke hygiëne
  • Bedrijfshygiëne
  • Product hygiëne
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hygiene en milieu
  • Hygiënisch werken en soorten hygiëne
  • Persoonlijke hygiëne
  • Bedrijfshygiëne
  • Product hygiëne

Slide 1 - Slide

Intro
Beschrijven wat hygiëne inhoudt. 

Woorden herkennen die met hygiëne te maken hebben. 

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij hygiëne?

Slide 3 - Mind map

Soorten Hygiëne


Hygiënisch werken
Persoonlijke hygiëne
Bedrijfshygiëne
Product hygiëne

Slide 4 - Slide

De bacterie
Een micro-organisme die je met het blote oog niet kunt zien. 

Slide 5 - Slide

Besmetten
Bacteriën die op je zitten aan een ander geven. Bijvoorbeeld door je voedsel. 

Slide 6 - Slide

de grondstof
Een onbewerkt product

Slide 7 - Slide

Hygiënisch
werken
Bijvoorbeeld schoon werken zodat voedsel niet besmet wordt. 

Slide 8 - Slide

Hygiëne regels 
Regels om schoon en veilig te werken. 

Slide 9 - Slide

Persoonlijke hygiëne
Voor jezelf zorgen om te voorkomen dat voedsel besmet wordt. 

Slide 10 - Slide

Bedrijfshygiëne
Het goed schoonhouden van apparatuur en gereedschappen.

Slide 11 - Slide

Producthygiëne
Regels die belangrijk zijn voor producten die verkocht worden.  

Slide 12 - Slide

De koelketen
Het systeem van koeling tijdens bewerking, opslag en transport. 

Slide 13 - Slide

De routing
De weg van product, medewerkers en afval binnen een bedrijf of afdeling

Slide 14 - Slide

Laat zien wat er bedoeld wordt met persoonlijke hygiëne in een bedrijf.

Slide 15 - Open question

Laat een grondstof zien.

Slide 16 - Open question

Wat is geen voorbeeld van bedrijfshygiëne?
A
Een schoonmaakplan
B
Niet eten op de werkvloer
C
Werkkleding aan
D
Routing

Slide 17 - Quiz

Je kunt met goed schoonmaken alle bacteriën verwijderen.

Slide 18 - Poll

Waarom is een goede hygiëne belangrijk?

Slide 19 - Open question