SBG oefenvragen Toets
1 / 24
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Uit welke fases bestaat het OPT/NASM model (5 fases waaruit je kon kiezen bij je periodisering).
Slide 7 - Open question
Wat is geen onderdeel van een neuron?
A
De cel
B
Dendriet
C
De kern
D
Axon
Slide 8 - Quiz
Wat is de functie van een spierspoeltje?
A
Ontspant de spier
B
Spant de spier aan
C
Geven rek door aan de hersenen
D
Helpen gewrichten te bewegen
Slide 9 - Quiz
De wervelkolom is het meest kwetsbaar bij?
A
flexie en extensie
B
Flexie en rotatie
C
Extensie en rotatie
D
Extensie en latroflexie
Slide 10 - Quiz
Gaat bij krachttraining de bloeddruk omhoog of omlaag?
A
Omhoog
B
Omlaag
Slide 11 - Quiz
Wat is de functie van het hormoon glucagon
Slide 12 - Open question
Waar staat NEAT voor?
A
basaal rust metabolisme
B
Energieverbruik als gevolg van inspanning
C
thermische effect van voeding
D
energieverbruik buiten inspanning om
Slide 13 - Quiz
Casus: Je hebt je klant op een tekort gezet waarbij ze elke maand 2kg af zou moeten vallen. Na 2 maanden is ze niks afgevallen. Je klant vraag of dit spier misschien in de plaats van vet is gekomen. Kan dit?
Slide 14 - Open question
Noem een oefening die je zou kunnen doen voor de core in fase 2?
Slide 15 - Open question
Noem een oefening die je kan doen voor plyometrisch fase 3?
Slide 16 - Open question
Wat is mechanische spanning en geef hierbij een voorbeeld?
Slide 17 - Open question
Welke client wil graag meer uitleg voordat hij start met trainen bij jou?
A
De zoeker
B
De passant
C
De koper
Slide 18 - Quiz
Wat is een oefening voor de biceps lange kop
A
preacher curls
B
behind the back curls
C
concentration curls
D
Chin ups
Slide 19 - Quiz
Van de oefeningselectie was 1 onderdeel de weerstandscurve, leg dit onderdeel uit?
Slide 20 - Open question
Iemand die het bewegingscomponent heupstrekken moet verbeteren kan het best de volgende oef. doen.
A
Squat
B
Hip trusters
C
Plyo jumps
D
Farmer walks
Slide 21 - Quiz
Wat is een voorbeeld van beperkende factor bij het trainen van een deadlift.
Slide 22 - Open question
Voor het optimaal trainen van de lats, welke beweegingen zouden dan in het programma moeten voorkomen?
A
adductie + retroflectie
B
Exorotatie + retroflexie
C
Abductie + retroflectie
D
Horizontale abductie + retroflexie
