onbegrepen gedrag

onbegrepen gedrag
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

onbegrepen gedrag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onbegrepen gedrag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Onbegrepen gedrag?
  • Fysieke agressie
  • Verbale agressie
  • Zelfverwondend gedrag
  • Grensoverschrijdend gedrag.
Wat versta jij onder probleem gedrag of onbegrepen gedrag?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Het ontstaan van onbegrepen gedrag
Gedrag, dus ook onbegrepen gedrag, wordt bepaald door de interactie tussen zorgvragers en diens omgeving. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van onbegrepen gedrag: 
  • Lichamelijke conditie
  • Hersenaandoening
  • Medicijngebruik
  • Psychische factoren (persoonlijkheid, omgaan met tegenslag, levensloop, stemming, omgeving

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is onbegrepen gedrag?
Probleemgedrag kan zijn: agressief gedrag, maar ook weglopen, onrust, storend gedrag of het weigeren van zorg. In de ouderenzorg wordt het ook vaak onbegrepen gedrag genoemd. Voor zorgverleners is het vaak moeilijk om hiermee om te gaan. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke conditie
-Blaasontsteking- obstipatie- artrose (Agressie of agitatie)
-Infectie of uitdrogen (Verwardheid of hallucinaties)
slecht slapen- vermoeidheid- ondervoeding (Teruggetrokken gedrag)
-Bij mensen met dementie door lichamelijk ongemak zoals jeuk, dorst, honger of een volle blaas (Roepgedrag of dwalen)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

  1. Pijn (niet altijd uitgesproken)
  2. Infecties (zoals urineweginfectie)
  3. Obstipatie
  4. Slechthorendheid of slechtziendheid
  5. Bijwerkingen van medicatie
  6. Slaaptekort of slaapstoornissen
  7. Uitdroging of ondervoeding
  8. Schildklieraandoeningen of hormonale disbalans

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hersen aandoening (NAH)
1. Impulsbeheersing
Ongepaste opmerkingen of gedrag
Niet kunnen remmen van emoties of handelingen
2. Emotieregulatie
Prikkelbaarheid
Agressie of woede-uitbarstingen
Huilbuien of lachen zonder duidelijke reden
3. Inzicht en ziektebesef
Niet (h)erkennen van eigen beperkingen
Weinig begrip voor het effect van gedrag op anderen
4. Sociaal gedrag
Verminderd inlevingsvermogen (empathie)
Onaangepast gedrag in sociale situaties
5. Apathie of initiatiefverlies
Geen motivatie of zin om iets te ondernemen



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hersen aandoening
1. Impulsief en ongecontroleerd gedrag
Moeite met wachten, beurtgedrag, regels volgen
Overbeweeglijk of hyperactief gedrag
2. Agressie of prikkelbaarheid
Snel boos worden, escalaties bij frustratie
Moeite met frustratietolerantie
3. Sociaal onaangepast gedrag
Moeite met inleven in anderen (verminderde empathie)
Ongevoelig lijken voor sociale signalen
4. Apathie of gebrek aan motivatie
Passief gedrag, weinig initiatief
Niet reageren op positieve of negatieve prikkels
5. Moeite met emoties herkennen en reguleren
Onverwachte stemmingswisselingen

Lachen of huilen zonder duidelijke aanleiding


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Medicijn gebruik
1. Verwardheid of delier
Bijwerkingen van o.a. benzodiazepinen, opioïden, anticholinergica, antidepressiva
Vaak bij ouderen of bij plots starten/stoppen van medicatie
2. Agressie of prikkelbaarheid
Kan voorkomen bij stimulanten (zoals ADHD-medicatie), corticosteroïden, antidepressiva
Ook bij onthouding of afbouw van verslavende medicatie (zoals slaapmiddelen)
3. Apathie of somberheid
Sommige antipsychotica of bètablokkers kunnen motivatie en stemming onderdrukken
Ook bij overdosering van kalmerende middelen (bijv. diazepam)
4. Impulsief of ontremd gedrag
Door bijvoorbeeld dopaminerge middelen (zoals bij Parkinson) of stemmingsstabilisatoren


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Psychische factoren

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Delier of dementie?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onbegrepen gedrag 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar komt moeilijk onbegrepen gedrag vandaan?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

fase 1: bedreigde ik
Fase 1, de bedreigde ik: 
- Er is ziektebesef, maar geen ziekte-inzicht.
- Er is een identiteitscrisis. 
- Kortetermijngeheugenverlies, daarna geleidelijk ook verlies van het langetermijngeheugen.

Welke  benaderingswijze past hierbij?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verdwaalde ik
  • Verwardheid in tijd en lichte geheugenstoornis 
  • Kan per dag verschillen
  • Communicatieproblemen: afasie
  • Praat veel over vroeger
  • Adl zelfstandigheid neemt af

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De verborgen ik

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verzonken ik
In dit laatste stadium van dementie lukt het niet of nauwelijks nog om contact met u te krijgen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Dementie en onbegrepen gedrag

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Analyseren van onbegrepen gedrag
Leren omgaan met onbegrepen gedrag begint met het analyseren (het opsporen van mogelijke oorzaken). Hierbij let je op:
  • wanneer het gedrag optreedt
  • waar het gedrag optreedt
  • wat deed de cliënt voor het gedrag optrad
  • hoe werd er op het onbegrepen gedrag gereageerd

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen onbegrepen gedrag
  • kwaliteit van leven van de cliënt vermindert
  • zorgt voor overbelasting naasten/mantelzorgers
  • als gevolg van onbegrepen gedrag wordt er vaak onnodig medicatie                   voorgeschreven
  • er wordt regelmatig gebruik gemaakt van vrijheidsbeperkende                               maatregelen


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat?
Wat is onbegrepen gedrag nu eigenlijk? En wat is van belang bij het omgaan met onbegrepen gedrag (bij cliënten)?

Slide 25 - Slide

Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen.
Omgaan met onbegrepen gedrag
  • Oorzaken wegnemen
    - overleg met huisarts of casemanager
    - lichamelijke oorzaken behandelen
    - evt. omgeving aanpassen
    - activiteiten aanpassen
  • Communicatie, bijv.
    - oogcontact maken
    - tijd nemen
    - korte zinnen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Check out
Met welk gevoel ga je hier weg?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions