P3L6 Loempia

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

Startklaar 

•    Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
  

       Ruim je tas en jas op bij de kapstok

       Pak een koksbuis en haarnetje

       Alles gedaan, ga je zitten

      

Afspraken

• Jullie laten mij uitpraten
  
• We zorgen voor een veilige werkomgeving
• Je doet serieus mee
  
• We schelden niet
• Telefoons in je zakkie en tas 

Regels in de nieuwe keuken

• We gaan heel voorzichtig met spullen om
• We laten het heel schoon achter

 Agenda

• Leerdoelen
• Theorie
• Rekenopdracht
• Loempia
• Schoonmaken 
• Afsluiten 

Overzicht Periode 3 jaar 2 

• Thema: keuken ingredienten
• Benodigde lesmaterialen: powerpoint, werkboek, receptenboek

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5
kaasuienbrood	pizza	taco	bami	appelflap

Week 6	Week 7	Week 8	Week 9	Week 10
loempia	wrap currykip	broodje gyros	gezonde kapsalon

kaasuienbrood

pizza

taco

bami

appelflap

loempia

wrap currykip

br gyros

kapsalon

Theorie 

• HoReCa 

Theorie 

Restaurant

Hotel

Café

Wat weten we nog van de vorige les?

      Leerdoelen

vorige les

1. R kan minimaal 4 verschillende groenten benoemen
2. T1 je kan de appel brunoise snijden
3. T2 je kan de rekenopdracht met berekening uitreken en uitleggen welke stappen je hebt gedaan.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Noem om de beurt een groente?

Leerdoelen

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Leerdoelen

Aan het einde van de les : 

• Kan ik seizoensgroenten benoemen met een voorbeeld (R)
• Kan ik 2 schoonmaaktechnieken benoemen  (R)
• Kan ik 2 schoonmaaktechnieken toepassen (T1)

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Seizoensgroenten

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Seizoensgroenten zijn:

• Groenten die alleen (of vooral) vers verkrijgbaar zijn in het seizoen waarin ze groeien.
• Beter van smaak en geur
• Goedkoper doordat er minder transport en kassen nodig zijn

• Milieuvriendelijk: minder energie voor kweek en vervoer

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Seizoensgroenten 

• Dat betekent niet dat ze op een ander moment niet verkrijgbaar zijn
• Maar ze zijn dan misschien minder lekker
• En minder milieuvriendelijk 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Ken je de groenten?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Seizoensgroenten

• Asperges → verse oogst april–juni
• Rabarber → vers april–juni
• Peultjes → vers juni–augustus
• Lente­uitjes → vers maart–mei
• Radijsjes → vers april–juni

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat zijn schoonmaaktechnieken ook alweer?

Schoonmaaktechnieken

Schoonmaken van aardappelen,

groenten, fruit, kruiden en vis. 

• Schillen
• Schoonmaken
• Wassen
• Pellen
• Plukken
• Monderen

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Schoonmaaktechnieken

Welke technieken gebruiken we bij wortel en kool?

• Schillen
• Schoonmaken
• Wassen
• Pellen
• Plukken
• Monderen

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Schoonmaaktechnieken

Welke technieken gebruiken we bij wortel en kool?

• Schillen
• Schoonmaken
• Wassen
• Pellen
• Plukken
• Monderen

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wat zijn snijtechnieken ook alweer?

Wat is julienne?

1. Reepjes
2. Blokjes
3. Ruitjes
4. Plakjes

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Wat is brunoise?

1. Reepjes
2. Blokjes
3. Ruitjes
4. Plakjes

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Welke snijtechniek zullen wij vandaag gebruiken voor de loempia?

1. Julienne
2. Brunoise

Snijtechnieken

Loempia

• Is langwerpig
• De groenten willen we in de hele loempia proeven
• Daarom is julienne (reepjes) handiger

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoelen

Aan het einde van de les : 

• Kan ik seizoensgroenten benoemen met een voorbeeld (R)
• Kan ik 2 schoonmaaktechnieken benoemen  (R)
• Kan ik 2 schoonmaaktechnieken toepassen (T1)

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Samenvatting

• Seizoensgroenten
• Schoonmaaktechnieken
• Snijtechnieken
• Julienne

Samenvatting

• Wat was nog niet duidelijk?
• Wat wil je nog weten?

rekenopdracht

Maak de rekenopdrachten van week 6

Klaar? kom je boekje inleveren om af te tekenen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Loempia

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

• Loempia's bakken we op stand 4-5

Instructie oven

Verwarm de oven op 200

Aandachtspunten

• Sop maken om de werkbank schoon te maken voor je begint
• Afwassen met de stop
• Controle - vloer en wasbak
• SCHOON werken

materialen

koksmes

snijplank 2x

bekken 2x

materialen

steelpan klein

bolzeef

Bord

Koekenpan

Ingredienten 

• 50ml olie
  
• • 2 takjes peterselie
  
• • 1 thee lepel kerrie

• 1/2 wortel
• 40 gram kipfilet
• 20 gram witte kool
• 4 loempiavellen
• 10gr vermicelli

Stap 1

• Vul de steelpan met water en breng aan de kook
• Kook de vermicelli 2 minuten

Stap 2

• Giet de vermicelli af in de bolzeef
• Spoel koud

Stap 3

• Snijd de wortel julienne
• Snijd de kool in julienne

Stap 4

• Snijd de kip  de gele snijplank
• Bak de kip met een eetlepel olie in de koekenpan

Stap 5

Voeg toe aan de kip:

• Groente

• Maak op smaak met kruiden/sojasaus

Stap 6

pak nu pas je loempiavellen!

Stap 7

• Zet het vuur uit
• Leg 1 loempiavel voor je neer

Stap 8

• Rol de loempia door eerste de buitenste randen naar binnen te vouwen
• Rol daarna strak op

Stap 9

• Rol alle loempia's
• Bak daarna de loempia's in de olie voor 5 minuten stand 4/5
• Laat uitlekken op keukenpapier

Instructie

Afwassen:

1.  Eten weg
2. Voorspoelen
3. Afwassen
4. Naspoelen 
5. Drogen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

Je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Extra voor wie klaar is

• Doeken vouwen / neerleggen
• Laatjes controleren
• Even lokaal vegen

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Taken einde van de les

• Vloer vegen                 Evt dweilen
• Kruidenkar
• Oven schoonmaken
• Afweegwerkbank
• Afdekken + stickeren
• Werkbank controle
• Schone doeken neerleggen

Extra: Gerecht uit je cultuur

• Schrijf een gerecht uit jouw cultuur op
• Hiervan bekijken we een YouTube filmpje
• Schrijf zo veel mogelijk ingrediënten op die je ziet

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.