Past simple

Past simple
At the end of this lesson, you know what the past simple is.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Past simple
At the end of this lesson, you know what the past simple is.

Slide 1 - Slide

Past simple
Wanneer? 

Als een actie in het verleden is gebeurd en is afgelopen.

Slide 2 - Slide

Past simple
Vorm:
+     onderwerp+ stam + ed
-     onderwerp + didn't + stam
?    Did + onderwerp + stam 

Stam = to walk

Slide 3 - Slide

Past simple
Vorm:
+     Walked
-     didn't walk
?    Did you walk 


Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Last week
In 1999
Last year
Two months ago
Three days ago


Slide 5 - Slide

1. Megan ________ (invite) Sarah to her birthday.
2. My mother ________ (cook) a nice meal last week.
3. Finn and Sam _______ (play) football yesterday.
4. All lessons ______ (stop) last week.

Slide 6 - Slide

Spelling
- Eindigt het woord op medeklinker en dan y, dan verandert de y in i en dan +ed
Carry --> carried

- Eindigt het woord op klinker medeklinker dan verdubbel je de medeklinker.
stop --> stopped


Slide 7 - Slide

Spelling
- Eindigt het woord op e, dan komt er alleen d achter.
decide --> decided


Slide 8 - Slide

Uitzonderingen
Sommige werkwoorden hebben een eigen vorm.

Bring - brought 
Write - wrote
Give - gave
Take - took

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide