Kader 3 herhalen hfdst 8

Herhalen hfdst 8
Straling
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalen hfdst 8
Straling

Slide 1 - Slide

De verschillende soorten straling
- Microgolven
- Zichtbare straling
- Infrarode straling (IR)
- Ultraviolette straling (UV)
- Röntgenstraling
- Gammastraling

Slide 2 - Slide

wat is het atoomnummer van koolstof?
A
8
B
7
C
6
D
5

Slide 3 - Quiz

H8 straling vragen

Slide 4 - Slide

Het atoomnummer van dit atoom is
A
3
B
6
C
7
D
10

Slide 5 - Quiz

Wat is het atoomnummer?
A
Aantal elektronen
B
Aantal protonen
C
Aantal neutronen

Slide 6 - Quiz

Een atoom heeft 10 protonen in zijn kern. Dit is een atoom
A
stikstof
B
neon
C
boor
D
dat kan je niet weten

Slide 7 - Quiz

Een proton is....
A
neutraal
B
negatief
C
Asociaal
D
Positief

Slide 8 - Quiz

Als de halfwaardetijd verstreken is, is de hoeveelheid straling
A
Verdubbeld
B
Gehalveerd
C
Nog maar een kwart
D
Dat weet je niet

Slide 9 - Quiz

Bepaal met de tabel de halfwaardetijd van technetium-99m.


A
3 uur
B
6 uur
C
9 uur
D
12 uur

Slide 10 - Quiz

Neon-24 heeft een halfwaardetijd van 15 uur.
Hoeveel radioactiviteit is er na 60 uur nog over?

A
25%
B
12,5%
C
8,3%
D
6,25%

Slide 11 - Quiz

Bij welk apparaat wordt IR straling gebruikt?
A
magnetron
B
radiator
C
zonnebank
D
lamp

Slide 12 - Quiz

Bij welk apparaat wordt UV straling gebruikt?
A
magnetron
B
radiator
C
zonnebank
D
lamp

Slide 13 - Quiz

Bij welk apparaat worden microgolven gebruikt?
A
magnetron
B
radiator
C
zonnebank
D
lamp

Slide 14 - Quiz

Bij welk apparaat wordt zichtbare straling gebruikt?
A
magnetron
B
radiator
C
zonnebank
D
lamp

Slide 15 - Quiz

Welk soort straling is gevaarlijk voor je?
A
microgolven
B
ioniserende straling
C
UV straling
D
IR straling

Slide 16 - Quiz

Wat kan een bij zien in tegenstelling tot mensen?
A
Radioactieve straling
B
microgolven
C
UV- straling
D
IR- straling

Slide 17 - Quiz

Absorberen/
terugkaatsen

Absorberen?
- bij wat voor soort stof?
Terugkaatsen?
- bij wat voor soort stof?

Slide 18 - Slide

Rontgenfoto

Waar wordt straling geabsorbeerd?

Slide 19 - Slide

Wat doet een raam met licht van de zon?
A
Het licht wordt geabsorbeerd door het glas.
B
Het licht wordt weerkaatst door het glas
C
Het licht wordt doorgelaten door het glas.
D
Het licht maakt het raam stuk.

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er met de UV straling wanneer je in de zon ligt?
A
UV straling wordt geabsorbeerd door het lichaam
B
UV straling wordt teruggekaatst door het lichaam
C
UV straling maakt het lichaam warm

Slide 21 - Quiz

Ioniserende straling
Deze straling maakt cellen kapot

Radio actieve straling (gammastraling)
Röntgenstraling
UV straling

Slide 22 - Slide

Sterk ioniserend!
Zwak ioniserend!
Ioniserend!
Radioactieve straling
Röntgenstraling
UV straling

Slide 23 - Drag question

Activiteit radioactieve stof

Het aantal kernen dat per seconde verandert.
Dit meten we in Becquerel (Bq) met een geigerteller.

Slide 24 - Slide

Hoe werkt het ook alweer?

Slide 25 - Slide

Na-22
Wat is de halveringstijd 
van Na-22?


Slide 26 - Slide

Ik heb 10 gram Na-22. Hoeveel is er nog over na 7,8 jaar?
de halveringstijd is 2,6 jaar
A
5 gram
B
10 gram
C
3,33 gram
D
1,25 gram

Slide 27 - Quiz

Behandeling met gammastraling
Bestralingen van buitenaf
patiënt na bestralen niet radioactief.
Bestraling van binnenuit, met een tracer.
Dit kan door een soort graankorrel of pil
patiënt na bestralen wel radioactief.

Slide 28 - Slide

Door welke soort straling kan je kanker bestrijden?
A
ultraviolette straling
B
röntgenstraling
C
Ioniserende straling
D
gammastraling

Slide 29 - Quiz

Welke bewering over UV is niet waar?
A
Alle voorwerpen zenden UV straling uit
B
UV straling kan je NIET met het blote oog zien
C
UV straling is schadelijk voor je huid
D
UV straling vergroot de kans op kanker

Slide 30 - Quiz

Einde
Alle vragen van de toets zijn doorgenomen!

Slide 31 - Slide