CITO: wat wordt er uitgevraagd?
Hoofdgedachte en tekststructuurDetailvragen
Betekenis van woorden/zinnen uit context
Functie van een tekstdeel
Bijvoorbeeld: Wat is het doel van deze alinea? (uitleg, voorbeeld, tegenstelling, enz.)
Relatie tussen alinea’s
Signaalwoorden herkennen en verbanden leggen (oorzaak-gevolg, vergelijking, enz.)
Auteurshouding en toon
Hoe staat de schrijver tegenover het onderwerp? (kritisch, positief, neutraal, enz.)
Conclusies trekken en interpretatie
Soms moet je afleiden wat impliciet in de tekst staat.