Kerntaak 2

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BewegingsonderwijsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kerntaak 2:

Slide 2 - Mind map

Beoordeling
  • B1-K1: 2 weken voor de 1e les
  • B1-K2: 4 weken plan, 2 weken draaiboeken

Slide 3 - Slide

Werkprocessen KT2

  • B1-K2-W1: Stelt een plan op voor een wedstrijd, toernooi of evenement
  • B1-K2-W2: Bereidt een wedstrijd, toernooi of evenement voor
  • B1-K2-W3: Voert een wedstrijd, toernooi of evenement uit 

Om een kerntaak te behalen, moet je laten zien dat je alle werkprocessen beheerst. 

Slide 4 - Slide

De opdracht heeft betrekking op het plannen, voorbereiden, uitvoeren en verantwoorden van een wedstrijd, toernooi of evenement. 

a. Zelfstandigheid
b. De aard van het kleinschalig evenement
c. De complexiteit van het kleinschalig evenement
d. De periode waarover de PVB loopt.
Waar moet het kleinschalig evenement aan voldoen?

Slide 5 - Slide

Je moet de wedstrijd, het toernooi of evenement zelfstandig plannen, voorbereiden, uitvoeren en verantwoorden. 

Je moet op alle werkprocessen individueel te beoordelen zijn!
a. Zelfstandigheid

Slide 6 - Slide

De insteek van het evenement kan verschillend zijn:
  • Prestatief of recreatief
  • Gericht op sport stimulering
  • Gericht op maatschappelijke activering
  • Gericht op gezondheidsbevordering

b. De aard van het kleinschalig evenement

Slide 7 - Slide

Het kleinschalig evenement dient minimaal één dagdeel te duren. (ochtend, middag, avond)

De complexiteit kan vastgesteld worden aan de hand van de volgende criteria:
  • Aantal betrokken vrijwilligers
  • Aantal SB-deelnemers
  • Complexiteit van de doelgroep
  • De accommodatie
c. De complexiteit van het kleinschalig evenement

Slide 8 - Slide

De richtlijn die gehanteerd wordt voor de periode waarover de hele PvB loopt, is zestien weken. (proeve van bekwaamheid)


opdrachtje:
Bekijk eens welke stappen je moet doorlopen voor kerntaak 2
(pagina 7)
d. De periode waarover de PvB loopt

Slide 9 - Slide

1

Slide 10 - Video

00:57
Wat zag je allemaal terug komen in het evenement?

Slide 11 - Mind map

3

Slide 12 - Video

00:20
Opdrachtje:
- Wat is de aard van het evenement?
- Wat is de complexiteit van dit evenement?

Slide 13 - Slide

02:05
Waar ligt de complexiteit van dit evenement?

Slide 14 - Open question

02:05
Wat is de aard van het evenement?

Slide 15 - Open question

Uitwerking onderdelen PvB
De PvB bestaat uit vier onderdelen:

  1. Het opstellen van een plan voor een kleinschalig evenement (B1-K2-W1)
  2. De voorbereiding van een kleinschalig evenement (B1-K2-W2)
  3. De uitvoering van een kleinschalig evenement (B1-K2-W3)
  4. De verantwoording van een kleinschalig evenement (B1-K2-W3)

Slide 16 - Slide

  1. Beschrijving van de vraag/behoefte van de opdrachtgever
  2. Beschrijving van de doelgroep
  3. Omschrijving van de aard van het evenement
  4. Beschrijving van de accommodatie en materialen
  5. Een plan met daarin opgenomen: gekozen organisatiesysteem, overzicht werkzaamheden, checklist
  6. Verslag van gesprek met eindverantwoordelijke. 
Deel 1: Het opstellen van een plan voor een kleinschalig evenement
Resultaat: Een compleet, helder en haalbaar plan dat aansluit bij de vraag van de opdrachtgever

Slide 17 - Slide


  1. Een voorbereidend draaiboek
  2. Een dagdraaiboek
  3. Presenteren van het plan, samenwerken met anderen en het informeren van betrokkenen 
Deel 2: De voorbereiding van de activiteit
Resultaat: Het evenement is voorbereid. Alle betrokkenen zijn geïnformeerd. 

Slide 18 - Slide

Tijdens de uitvoering laat je zien dat je het volgende beheerst:
  • Een correcte ontvangst van de deelnemers
  • Een juiste uitleg van de activiteiten
  • Het bewaken van de voortgang volgens de planning
  • Inspelen op onverwachte omstandigheden
  • Het correct afsluiten van het kleinschalig evenment
Deel 3: De uitvoering van een kleinschalig evenement
Resultaat: Het evenement verloopt volgens plan> Indien aan de orde, is er flexibel ingespeeld op veranderende omstandigheden

Slide 19 - Slide

  1. Een verantwoording en evaluatie van de planning en de organisatie
  2. Een verantwoording en evaluatie van mogelijke veranderingen en aanpassingen. 
  3. Proces en Product  evaluatie over wat er goed en minder goed is gegaan en wat je ervan geleerd hebt.  
Deel 4: De verantwoording van een kleinschalig evenement
Resultaat: Je kunt aantonen dat je bewust bekwaam bent. 
Je toont aan waarom je bepaalde dingen doet.

Slide 20 - Slide

wat is een product evaluatie?

Slide 21 - Open question

product evaluatie
Een productevaluatie is een beoordeling van het uiteindelijke resultaat van een product, dienst of project. In het geval van het organiseren van een evenement gaat het dus om het evalueren van het evenement zelf nadat het heeft plaatsgevonden.

Slide 22 - Slide

Wat beoordeel je bij een product evaluatie van een evenement?
  • Onderdeel Wat je beoordeelt
  • Doelstellingen Zijn de doelen van het evenement gehaald?
  • Beleving van deelnemers Waren bezoekers tevreden? Feedback?
  • Organisatieproces Was de planning realistisch? Voldoende personeel?
  • Logistiek Locatie, bereikbaarheid, materialen, techniek
  • Budget en middelen Is het binnen budget gebleven? Was de prijs-kwaliteit goed?
  • Veiligheid Waren er incidenten? Voldoende maatregelen?
  • Communicatie & promotie Zijn genoeg mensen bereikt? Duidelijke info?
  • Duurzaamheid Hergebruik materialen, afval, transport, etc.

Slide 23 - Slide

Voorbeeld korte productevaluatie (evenement)
Het doel van het evenement was om 200 bezoekers te trekken en meer bekendheid te creëren voor onze organisatie. Uiteindelijk kwamen er 230 bezoekers, wat boven verwachting is. De sfeer werd als positief ervaren en uit de enquête bleek dat 87% van de bezoekers tevreden was. De planning vooraf was duidelijk, maar tijdens de opbouw waren er te weinig vrijwilligers, wat leidde tot vertraging. Het budget werd goed bewaakt en we kwamen €150 onder het maximum uit. Wel was de bewegwijzering naar de locatie niet overal duidelijk. Voor een volgend evenement nemen we extra vrijwilligers en betere routecommunicatie op in de planning.

Slide 24 - Slide

wat is een proces evaluatie?

Slide 25 - Open question

Proces evaluatie
Een procesevaluatie richt zich niet op het eindresultaat (het evenement zelf), maar op hoe het evenement is georganiseerd. Je kijkt dus naar het proces tijdens de voorbereiding en uitvoering.

Slide 26 - Slide

Wat beoordeel je bij een procesevaluatie van een evenement?
  • Onderdeel Waar kijk je naar?
  • Planning Waren deadlines haalbaar? Was de tijdsplanning duidelijk?
  • Taakverdeling Waren taken logisch verdeeld? 
  • Kon iedereen zijn werk doen?
  • Communicatie Hoe verliep de communicatie binnen het team en met externen?
  • Samenwerking Hoe werkte het team samen? Conflicten? Oplossingen?
  • Middelen & materialen Waren de juiste middelen op tijd beschikbaar?
  • Probleemoplossend vermogen Hoe werd omgegaan met onverwachte situaties?
Organisatorische keuzes Waren de gekozen werkwijzen effectief?

Slide 27 - Slide

Voorbeeld korte procesevaluatie (evenement)
In de voorbereiding op het evenement was er een duidelijke taakverdeling, maar sommige taken bleken later te groot voor één persoon. Hierdoor ontstond soms tijdsdruk. Teamoverleggen vonden wekelijks plaats, maar informatie werd niet altijd goed doorgegeven aan vrijwilligers, wat tot verwarring leidde op de dag zelf. Het materialenbeheer verliep goed doordat er een checklist werd gebruikt. Bij last-minute wijzigingen heeft het team creatief gehandeld en problemen snel opgelost. Voor een volgend evenement willen we vaker tussentijdse voortgangscontroles en betere communicatie met vrijwilligers.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Uit hoeveel werkprocessen bestaat kerntaak 2?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quiz

Je mag het evenement samen met anderen organiseren?
A
Dat is geen probleem
B
Dat mag niet!

Slide 31 - Quiz

Hoelang mag je over kerntaak 2 in totaal doen?
A
8 weken
B
14 weken
C
16 weken
D
20 weken

Slide 32 - Quiz

Uit hoeveel onderdelen bestaat kerntaak 2?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide