H1C -Ordening planten en dieren

Indelen van Planten (3.4)
Indelen van Dieren (3.5)
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Indelen van Planten (3.4)
Indelen van Dieren (3.5)

Slide 1 - Slide

Het rijk van de dieren

Slide 2 - Slide


Het rijk van de dieren wordt verder ingedeeld in 7 stammen

We kijken hierbij naar
                                          het skelet
                                       symmetrie

Slide 3 - Slide

Symmetrie

Het rijk van de dieren wordt onderverdeeld in stammen. Daarvoor wordt gekeken naar de symmetrie van een organisme en of het organisme een skelet heeft.

Een dier kan:
- niet-symmetrisch zijn 
of
- symmetrisch zijn (tweezijdig of veelzijdig)

Slide 4 - Slide

Symmetrie
Bestudeer een organisme. 
Bekijk of en hoe het symmetrisch is.
tweezijdig

Slide 5 - Slide

Symmetrie
Dieren zijn
- niet symmetrisch
- tweezijdig symmetrisch
- veelzijdig symmetrisch

Slide 6 - Slide

Skelet
Dieren hebben
- geen skelet
- een uitwendig skelet
- een inwendig skelet

Slide 7 - Slide

Veel dieren hebben stevige delen in het lichaam. Die delen geven naast stevigheid ook bescherming. 
Je noemt die delen 'het skelet'. Er zijn veel verschillende soorten van 'het skelet'. Soms zit het aan de buitenkant, dan noem je het een uitwendig skelet. Soms zit het aan de binnenkant, dan noem je het een inwendig skelet. 
Er zijn ook dieren die geen skelet hebben. Deze dieren leven meestal in het water.
Bijvoorbeelden van dieren zonder skelet zijn: de zee-anemoon of de kwal. 

Slide 8 - Slide

Stammen van het dierenrijk
- Sponzen
- Neteldieren
- Weekdieren
- Wormen
- Stekelhuidigen
- Geleedpotigen
- Gewervelden

Slide 9 - Slide

Sponzen

Kenmerken:


- niet symetrisch

skelet van stevige hoornstof

   tussen de cellen

zitten meestal vast op de 

   bodem van de zee

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Neteldieren

Kenmerken:

- veelzijdig symetrisch

- meestal geen skelet

- leven in water

vangen hun prooi met 

   tentakels

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Weekdieren

Kenmerken:


- Tweezijdig symetrisch

- Meestal een schelp of huisje

   als skelet

Inktvis
Slak
Schelpdier

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wormen

Kenmerken:

- Tweezijdig symmetrisch

geen skelet

lichaam is lang en dun 

- ze bestaan uit segmenten 

Bloedzuiger
Regenworm
Lintworm

Slide 16 - Slide

Stekelhuidigen

Kenmerken:


- veelzijdig symetrisch

inwendig skelet (kalk)

- de huid is bedekt met stekels 

   of knobbels

- leeft op de bodem

   van de zee

Zee-egel
Zeester
Zeelelie

Slide 17 - Slide

Geleedpotigen
Veelpotigen
Spinachtigen
Insecten
Kreeftachtigen
VOLGENDE LES GAAN WE HIER DIEPER OP IN

Slide 18 - Slide

Gewervelden

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- inwendig skelet

VOLGENDE LES GAAN WE HIER DIEPER OP IN

Slide 19 - Slide

Aan het werk: maak thema 3.3

Eerste  werk je alleen 
Daarna met je buurman/vrouw overleggen

timer
15:00

Slide 20 - Slide

Het Rijk der Planten

Slide 21 - Slide

3

Slide 22 - Video

01:09
SPORENPLANTEN

Slide 23 - Slide

01:25
WIEREN

Slide 24 - Slide

01:52
ZAADPLANTEN

Slide 25 - Slide

Welke 3 woorden zag je in het filmpje langskomen?

Slide 26 - Open question

Ordening Plantenrijk
We verdelen het rijk der planten in 3 afdelingen:
Wieren
Sporenplanten
Zaadplanten

Slide 27 - Slide

wieren
leven vooral in water 
algen
stam:groenwieren
hebben bladgroenkorrels
geen wortel, geen stengel

Slide 28 - Slide

Stam: 
Sporenplanten
Mossen:
Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.
Geen echte wortels geen vaatbundels. 
Varens:
Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.
Ze hebben wortels en vaatbundels
Paardenstaarten: Holle stengels, kleine blaadjes

Slide 29 - Slide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 30 - Slide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporendoosjes aan de onderzijde van de bladeren.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 31 - Slide

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 32 - Slide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 33 - Slide

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad in het klokhuis.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Aan het werk: maak thema 3.4

Eerste  werk je alleen 
Daarna met je buurman/vrouw overleggen

timer
15:00

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

zaadplanten
sporenplanten
algen
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.




niet leren :)

Slide 40 - Drag question


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 41 - Quiz


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 42 - Quiz

Gewerveld
Ongewerveld
Sleep naar het juiste vak

Slide 43 - Drag question


De zee-egel is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
tri-symmetrisch

Slide 44 - Quiz


De aquariumslak behoort tot de stam
A
neteldier
B
weekdier
C
geleedpotigen
D
stekelhuidigen

Slide 45 - Quiz

Geef een voorbeeld van een symmetrisch ongewerveld dier

Slide 46 - Open question

Geef een voorbeeld van 2 ongewervelde dieren die een verschillende lichaamsvorm hebben.

Slide 47 - Open question

Verschuif elk dier naar de juiste groep
gewervelden
ongewervelden
schildpad
vlieg
hamster
zeester
walvis
vlinder

Slide 48 - Drag question