Quiz ABE
1 / 12
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke van de onderstaande antwoorden is geen categorie van activiteiten volgens de info uit de lessen?
A
Gezelsschapsspellen
B
Bioscoopbezoek
C
Kinderanimatie
D
Routes & tochten
Slide 2 - Quiz
Wat hoort bij activiteiten in de categorie "Kinderanimatie"?
A
Ze zijn voornamelijk gericht op volwassenen
B
Alle kindjes vinden hetzelfde leuk
C
Ze worden meestal 's avonds laat georganiseerd.
D
Activiteiten zoals schminken en poppenkast
Slide 3 - Quiz
Welk type activiteit is een voorbeeld van "Shows en entertainment"?
A
Knutselworkshop
B
Schaaktoernooi
C
Playbackshow
D
Schminken
Slide 4 - Quiz
Bij welke categorie activiteiten zijn de deelnemers actief bezig?
A
Gezelschapsspellen & fungames
B
Sporttoernooien
C
Kinderanimatie
Slide 5 - Quiz
Welke van de onderstaande activiteiten is een voorbeeld van "Bosspelen"?
A
Schminken
B
Levend Stratego
C
Voorlees verhalen
Slide 6 - Quiz
Voor welke doelgroep zijn activiteiten in de categorie "Water spelen" bedoeld?
A
Kleuters
B
Volwassenen
C
Oudere schoolkinderen & jongeren
Slide 7 - Quiz
Wat zijn "spelshows" volgens de informatie uit de afgelopen lessen?
A
Een combinatie van spellen en shows. Leuk om te zien en leuk om mee te doen
B
Activiteiten die 's avonds worden georganiseerd.
C
Activiteiten waarbij je vooral moet gaan zitten en kijken.
Slide 8 - Quiz
Wat is het belangrijkste kenmerk van "Routes en tochten"?
A
Ze worden altijd binnen georganiseerd.
B
De deelnemers moeten de route volgen zonder enige interactie.
C
Ze zijn geschikt voor grote groepen en vereisen vaak beweging.
Slide 9 - Quiz
Welke van de volgende activiteiten wordt meestal gespeeld met een kaartspel of een bordspel?
A
Levend Stratego
B
Tafeltennis
C
Gezelschapsspellen zoals monopoly
Slide 10 - Quiz
Wat is een kenmerk van de doelgroep "Jongere/pubers"?
A
Ze hebben meestal geen interesse in beweging.
B
Ze ondergaan grote lichamelijke veranderingen.
C
Ze hebben vaak een hoog verantwoordelijkheidsgevoel.
Slide 11 - Quiz
Wat is een kenmerk van de doelgroep "Volwassene"?
A
Ze zijn vaak nog in de groei
B
Ze hebben een brede interesse.
C
Ze zijn meestal niet verantwoordelijk.
