1.4 Egypte en de Nijl

1.3 Egypte en de Nijl
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 Egypte en de Nijl
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren

Slide 1 - Slide

Wat betekent 'middel van bestaan'?

Slide 2 - Open question

Vanaf wanneer begint de geschiedenis? Bij de uitvinding van ...
A
Boek
B
Landbouw
C
Schrift
D
Wapens

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar? De bronnen die uit de tijd van de prehistorie komen zijn allemaal ongeschreven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort bron is dit?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 5 - Quiz

Jagers-verzamelaars leefden in groepen van:
A
25-40
B
250-400
C
90-100
D
400-650

Slide 6 - Quiz

Welk kenmerk past NIET bij 'Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen'?
A
sociale verschillen
B
kleine groepen
C
leven ook van de jacht
D
sedentair

Slide 7 - Quiz

Waar is de landbouw ontstaan?
A
In Egypte
B
In Mesopotamie
C
In Griekenland
D
In de vruchtbare halve maan

Slide 8 - Quiz

Door het ontstaan van de landbouw ontstond er ook ongelijkheid. Waarom?
A
Nomaden deelden alles, sedentairen deden dat niet meer.
B
Bezit kon worden opgeslagen en doorgegeven.
C
Bij landbouwers blijven meer zwakke mensen die arm zijn.

Slide 9 - Quiz

Wat is een gevolg van de landbouwrevolutie?
A
Verandering van klimaat.
B
Opbrengst van de jacht neemt af.
C
Groei van wilde graansoorten.
D
Steeds grotere voedselproductie.

Slide 10 - Quiz

Wat is nog meer een gevolg van de landbouwrevolutie?
A
Werd warmer en droger
B
Opbrengst jacht was lager
C
Veel wilde graansoorten
D
Grote dorpen

Slide 11 - Quiz

Aan het einde van de les...
  • Kun je uitleggen wat je nog weet over de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw (herhaling). 
  • Kun je uitleggen hoe irrigatielandbouw langs de Nijl werkte.
  • Kun je uitleggen dat irrigatielandbouw leidde tot het ontstaan van handel, steden en een land.
  • Kun je een aantal sociale lagen uit Egypte noemen. 

Slide 12 - Slide

Wat weet je nog van de overgang naar landbouw?

Slide 13 - Open question

de Nijl
  • 4000 v. Chr.: landbouw ontstaat langs de oevers van de Nijl.

  • Erg vruchtbare grond door slib. 

  • 3 periodes: overstromingstijd, zaaitijd en oogsttijd 

Slide 14 - Slide

Overstromingstijd
  • De Nijl overstroomt.

  • Op het land wordt niet gewerkt.

  • De rivier brengt een vruchtbaar laagje slib mee. 

  • Egyptenaren houden zich bezig met andere dingen zoals het bouwen van tempels.

Slide 15 - Slide

Zaaitijd
  • Water trekt weg en de vruchtbare slib blijft liggen.

  • De Egyptenaren zaaien en bewerken het land.

  • irrigatielandbouw: Dijken en waterbekkens houden het water zo lang mogelijk vast. Kanalen bevloeien de akkers verder van de Nijl. 

Slide 16 - Slide

Oogsttijd
  • Tijd van het oogsten (graan)

  • De opbrengst van de oogst wordt bijgehouden en opgeschreven.

  • Voorraden worden aangelegd

Slide 17 - Slide

Gevolgen
  • Voedseloverschot leidt tot nieuwe beroepen en Nijverheid (Het gebruiken van grondstoffen om een product te maken)
  • Er ontstaat (ruil)handel.
  • Dorpen groeien uit tot steden: ambtenaar was in dienst van het bestuur    => voert besluiten uit, zorgt voor orde en int belasting.  => De Egyptenaren begonnen dingen op te schrijven om alles bij te houden.
  • Steden werden machtig en rijk en gingen andere dorpen en steden veroveren => Er ontstaat een land.



Slide 18 - Slide

Sociale lagen
  • Door bezit van land en vee, het ontstaan van beroepen en een bestuur werd Egypte een samenleving met sociale lagen.
  • Sociale lagen= Groepen mensen die van elkaar verschillen in rijkdom, macht en aanzien.

Slide 19 - Slide

Farao
Slaven
Boeren
Ambachtslieden
Opgeleide mensen
Bestuurders & priesters

Slide 20 - Slide

Quiz!
Heb je alles begrepen?

Slide 21 - Slide

Hoe heet de vruchtbare laag die de Nijl meebrengt?
A
Modder
B
Slib
C
Slijk
D
Zand

Slide 22 - Quiz

Wat betekent irrigatielandbouw?
A
Het land en de gewassen voorzien van water met behulp van kanalen.
B
Het overstromen van een rivier.
C
Het verbouwen van planten.
D
Het land verbouwen met behulp van een ploeg.

Slide 23 - Quiz

Wat is nijverheid?
A
Producten en voedsel ruilen voor andere producten
B
Een manier om belasting te innen.
C
Van grondstoffen een product maken.
D
Een groep ambachtslieden

Slide 24 - Quiz

Egyptenaren begonnen hun producten te ruilen voor bijvoorbeeld voedsel. Hoe heet dit?
A
Bestuur
B
Handel
C
Belasting
D
Administratie

Slide 25 - Quiz

Farao
Bestuurders 
Opgeleide mensen
Ambachtslieden
Boeren
Slaven

Slide 26 - Drag question