2425 17 april

1 / 39
next
Slide 1: Link
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Link

  • werkwoord prendre
  • tellen tot 100
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met het werkwoord prendre
  • kan ik tellen tot 100 in het Frans

Slide 2 - Slide

Le verbe "prendre"

Slide 3 - Slide

uitspraak?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

sleep het werkwoord naar het juiste persoonlijke voornaamwoord

je
tu
il, elle, on
nous
vous
ils, elles
prend
prenez
prends
prennent
prenons
prends

Slide 11 - Drag question

Vervoeg in de présent:
Mon frère ... (prendre) toujours le bus.
A
prennent
B
prend
C
prends
D
prenons

Slide 12 - Quiz

Vervoeg in de présent:

Vous ... (prendre) le taxi.
A
prends
B
prenez
C
prennent
D
prend

Slide 13 - Quiz

Vervoeg in de présent:
Mes parents ne ... (prendre) pas de gâteau (=taart).
A
prennent
B
prenez
C
prends
D
prenons

Slide 14 - Quiz

exercice 8b
luister naar de zinnen en schrijf de juiste vorm van prendre op.

Slide 15 - Slide

Au travail
exercice 8c (blz 55 en 56)

Klaar? Maak exercice 4 blz 51 (woordjes apprendre 2 lire blz 72

Slide 16 - Slide

exercice 8c
1. vous prenez
2. nous prenons
3. tu prends
4. je prends
5. prendre

Slide 17 - Slide

exercice 4 
1. de zomer
2. mineraalwater
3. weken
4. snijdt
5. fiets
6. verschillend
7.ik moet
8. warm

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Tot 20 tellen in het Frans

Slide 20 - Slide

Wie kan tot 20 tellen?
We gaan het volgende spelletje doen: 'Plus ou moins'. Neem een getal in gedachten. Je buurman of buurvrouw gaat het getal raden.

Voorbeeld:
A: *heeft 13 in zijn/haar hoofd*
B: quatorze?
A: Moins (minder)
B: onze?
A: Plus (meer)


timer
1:00
timer
5:00

Slide 21 - Slide

20-60
ddd


d
d
Par example: 21 = vingt-et-un
68 = soixante-huit
20
vingt
30
trente
40
quarante
50
cinquante
60
soixante

Slide 22 - Slide

Getallen. 16 =
A
Douze
B
cinquante
C
quatorze
D
seize

Slide 23 - Quiz

Getallen. 29 =
A
treize- huit
B
vingt-neuf
C
vingt et huit
D
vingt-huit

Slide 24 - Quiz

Getallen ... 47 =
A
quatorze-sept
B
quatre-sept
C
quarante-sept
D
quatrante-sept

Slide 25 - Quiz

Getallen. 65 =
A
soixante-quatorze
B
soixante-cinq
C
seize- cinq
D
cinq et soixante

Slide 26 - Quiz

Waarom leren we eerst alleen de telwoorden t/m 69?
Omdat de meeste telwoorden vanaf 70 een combinatie zijn van de telwoorden t/m 69:

Slide 27 - Slide

Sleep de vertalingen naar de juiste getallen.
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
quatre-vingt-dix
cinquante
quatre-vingts
dix
trente
quarante
soixante
cent
vingt
soixante-dix

Slide 28 - Drag question

quatre-vingt-dix-huit
A
99
B
89
C
98
D
87

Slide 29 - Quiz

Bingo!!
Maak een bingokaart met de getallen 60-100

Je schrijft met pen. Er wordt niet gekrast/doorgestreept op het blad 
--> gediskwalificeerd

Bonne chance!

Slide 30 - Slide

Monumenten en Franse woorden
  • Je krijgt zo een klein filmpje te zien van Mr. Bean in Parijs
  • Schrijft zoveel mogelijk monumenten op die je herkent in Parijs
  • Schrijf ook zoveel mogelijk Franse woorden op die je ziet en hoort

Straks kijken we wie de meeste woorden heeft opgeschreven

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Gare de Lyon
Supermarché
Taxis
Louvre
Eifeltoren
Notre-Dame
La-Defense
Vous êtes ici
Arc de Triomphe
Regarde
qu'est ce qu'on fait?
Je m'appelle Sabine

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Filmpje Mickey Mouse
Welke woorden hoor je?
Herken je bezienswaardigheden in Parijs?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Welke woorden/zinnen heb je gehoord?

Slide 37 - Mind map

Welke monumenten herkende je in Parijs?

Slide 38 - Mind map

Slide 39 - Video