2425 week 12 mei

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

https://www.bookwidgets.com/a/widgets/5077275350925312/0/1/1?cancelURL=%2Fa%2Fwidgets%2Ffolders%2F5964226517008384

• tellen in het Frans
• herhaling - werkwoord prendre
• vocabulaire
• écouter

Le but: à la fin de ce cours:

• kan ik tellen in het Frans tot 100
• heb ik het ww prendre herhaald
• heb ik met de voca geoefend
• heb ik geoefend voor de luistertoets

Tot 20 tellen in het Frans

Wie kan tot 20 tellen?

We gaan het volgende spelletje doen: 'Plus ou moins'. Neem een getal in gedachten. Je buurman of buurvrouw gaat het getal raden.

Voorbeeld:

A: *heeft 13 in zijn/haar hoofd*

B: quatorze?

A: Moins (minder)

B: onze?

A: Plus (meer)

20-60

ddd

d

d

Par example: 21 = vingt-et-un

68 = soixante-huit

20	vingt
30	trente
40	quarante
50	cinquante
60	soixante

Getallen. 16 =

1. Douze
2. cinquante
3. quatorze
4. seize

Getallen. 29 =

1. treize- huit
2. vingt-neuf
3. vingt et huit
4. vingt-huit

Getallen ... 47 =

1. quatorze-sept
2. quatre-sept
3. quarante-sept
4. quatrante-sept

Getallen. 65 =

1. soixante-quatorze
2. soixante-cinq
3. seize- cinq
4. cinq et soixante

Waarom leren we eerst alleen de telwoorden t/m 69?
Omdat de meeste telwoorden vanaf 70 een combinatie zijn van de telwoorden t/m 69:

Sleep de vertalingen naar de juiste getallen.

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

quatre-vingt-dix

cinquante

quatre-vingts

dix

trente

quarante

soixante

cent

vingt

soixante-dix

quatre-vingt-dix-huit

1. 99
2. 89
3. 98
4. 87

werkwoord prendre

blz 55

samen maken: exercice 8b

Huiswerk

apprendre 6 F-N

Au travail

- Oefeningen classroom (tellen, werkwoorden, vocabulaire)

Klaar? Leren apprendre 6

https://www.bookwidgets.com/a/widgets/5077275350925312/0/1/1?cancelURL=%2Fa%2Fwidgets%2Ffolders%2F5964226517008384

• les devoirs - dictee
• prendre - exercice 8c
• écouter

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik geoefend voor de luistertoets

Dictee

Ik lees een paar korte zinnen voor in het Frans, probeer ze te vertalen / op te schrijven.

J'ai faim. Combien coute une pizza?

Je voudrais de la salade, s'il vous plait.

Comme boisson je prends un coca.

C'est très bon.

Ça fait combien? Ça fait € 8,50 (huit euros cinquante)

Exercice 8c

1. vous prenez

2. nous prenons

3. tu prends

4. je prends

5. prendre

écouter

exercice 14, 19, 20

Les devoirs

leren apprendre 6 en 8 F-N

Exercice 20 afmaken

Leren voor luistertoets (1, 2,4 F-N)