Verbe faire

La roue
Vervoeg het werkwoord faire.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

La roue
Vervoeg het werkwoord faire.

Slide 1 - Slide

  • Voca

Slide 2 - Slide

Dans ce cours...
  • Verbe faire
  • Vocabulaire
  • les exercices

Slide 3 - Slide

Faire = maken/doen
je fais = ik maak/doe
tu fais = jij maakt/doet
il fait = hij maakt/doet
elle fait = zij maakt/doet
nous faisons = wij maken/doen
vous faites = jullie maken/doen, u maakt/doet
ils/elles font = zij maken/doen

Slide 4 - Slide

Nous ... du sport.
A
faites
B
faisons
C
font
D
fait

Slide 5 - Quiz

L'élève ... ses devoirs.
A
font
B
faisons
C
fais
D
fait

Slide 6 - Quiz

Tu ... du tennis?
A
fais
B
fait
C
faisons
D
faites

Slide 7 - Quiz

Ils ... la cuisine.
A
fais
B
faisons
C
faites
D
font

Slide 8 - Quiz

Vous ... du hockey?

Slide 9 - Open question

Je ... l'exercice.

Slide 10 - Open question

Mes amis ... du foot.

Slide 11 - Open question

Elle ... de la danse.

Slide 12 - Open question

Vertaal: Jullie maken het huiswerk.

Slide 13 - Open question

Vertaal: Zij doen wiskunde.

Slide 14 - Open question

Vertaal: De leerling maakt de toets.

Slide 15 - Open question

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord faire.

Slide 16 - Open question

Wordwall
Op de volgende dia staat een link naar een spelletje op Wordwall. Doe het spelletje een keer!
  • Whack-a-mole: Verbe faire

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link