V5 AK 1.4

Leefbaarheid??
1 / 27
next
Slide 1: Mind map
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leefbaarheid??

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Video

Leerdoel (1.4)
Je kunt stedelijk beleid gericht op wijken en buurten beschrijven en beoordelen

Programma: 
- laatste stukje theorie (Woonomgeving) met filmpje en vragen in lessonUp
- Opstarten PO: groepjes maken en wijken en taken verdelen
- Vrijdag: maken opdrachten bij paragraaf 4 en nabespreken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Sociale Cohesie 
Definitie: de bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in een buurt, elkaar te informeren en te helpen.

Slide 7 - Slide

Wat is het verband tussen sociale cohesie en leefbaarheid?

Slide 8 - Slide

'Vorig jaar zijn in de Vruchtenbuurt aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
A
Dit gaat over subjectieve (on)veiligheid
B
Dit gaan over objectieve (on)onveiligheid
C
Dit gaan over gentrificatie
D
Dit gaat over segregatie

Slide 10 - Quiz

Relatie woonomgeving, woningkenmerken en bewonerskenmerken
Hoe beter de leefbaarheid, hoe.....

Hoe slechter de objectieve veiligheid, hoe....

Slide 11 - Slide

Kenmerken van 19e eeuwse arbeiderswijken zijn:
A
Slecht geïsoleerd, kleine kamers, wel centrale verwarming.
B
Kleine kamers, geen douches, aan de rand van de stad.
C
Kleine kamers, slecht geïsoleerd, tegen het centrum aan
D
Veel groen, grote woningen

Slide 12 - Quiz

Verbanden tussen Woningkenmerken/bewonerskenmerken bijv:
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> Lage inkomens (niet-westerse migranten, alleenstaande ouders, ouderen)

Duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en witte mensen)


Slide 13 - Slide

Van verpaupering naar...
Na de suburbanisatie van de jaren '60, was de stad in verval geraakt
De leefbaarheid in de stad moest verbeterd worden en er moesten nieuwe mensen aangetrokken worden -->
De stad moest aantrekkelijk worden. Dit werd eerst gedaan dmv stadsvernieuwing. Het volgende beleid was herstructurering. Tegenwoordig zien we gentrification

Slide 14 - Slide

Stadsvernieuwing; 

Slide 15 - Slide

Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing
De kwaliteit van de sociale huurwoningen wordt verbeterd. Dit gebeurd door:
Renovatie
Sanering
De bevolkingssamenstelling (wie er wonen) blijft hetzelfde (daarom ook vaak geen oplossing voor de andere problemen: segregatie en lage leefbaarheid

Slide 16 - Slide

Herstructurering

Slide 17 - Slide

Herstructurering
Vanaf de jaren 90 wordt er niet alleen stadsvernieuwing maar ook herstructurering toegepast. 



Vooral in 19 eeuwse arbeiderswijken, naoorlogse hoogbouwwijken en de voormalige industrie/haven tereinen

Slide 18 - Slide

Herstructurering betekent dat het gebied een nieuwe functie krijgt. Dit kan zijn: 
- van wijk met goedkope sociale huur naar wijk met duurdere (koop of private huur) woningen. 


- of van industrie/haven gebied naar woon/uitgaangsgebied 

Net als bij stadsvernieuwing kan dit via renovatie of sanering

Slide 19 - Slide

Wat is geen overeenkomst tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
A
Kan dienen als oplossing voor verkrotting
B
er vindt renovatie plaats
C
er vindt sanering plaats
D
Er komen mensen met hogere inkomens wonen

Slide 20 - Quiz

In het kantorenpark tussen de Amsterdam Arena en het AMC worden kantoren omgebouwd tot appartementen.
Van welk proces is hier sprake?
A
Segregatie
B
Stadsvernieuwing
C
Herstructurering
D
Sanering

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Wat zijn de voordelen van gentrificatie? en voor wie zijn die?

Slide 23 - Open question

Wie ervaren vooral de nadelen van gentrificatie?

Slide 24 - Open question

In welke wijken zie je veel gentrificatie?
A
lage inkomenswijken rond het centrum
B
lage inkomenswijken in het centrum
C
rijke wijken rond het centrum
D
rijke buitenwijken

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

PO Opstarten
- Groepjes van 3/4 personen maken
- Wijken verdelen
- Verdeel taken en rollen. Elk groepje moet 2 personen hebben die presenteren tijdens de excursie. Er moet onderzoek gedaan worden en het buurtprofiel moet helder vormgegeven worden
- Maak afspraken over het tijdspad

Slide 27 - Slide