La négation (cinquième)

Ben je er klaar voor?
😒🙁😐🙂😃
1 / 18
next
Slide 1: Poll
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ben je er klaar voor?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

La négation
Source H
1 havo/vwo

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
Lesdoelen
- Ik weet uit welke delen de ontkenning bestaat
- Ik kan een Franse zin ontkennend maken met behulp van een stappenplan.
- Ik kan korte Franse zinnen zelfstandig ontkennend maken.

Lesonderdelen
- Texte: Je m'appelle Jessica      10 min.
- Théorie: la négation                    15 min.
- Faire des exercices                      10 min.
- Exit ticket                                          5 min.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

La négation
De ontkenning bestaat uit 2 delen
ne en pas

- "ne" staat direct achter het onderwerp
- "pas" staat direct achter de persoonsvorm


Vertaal: Ik ga niet naar school

Slide 8 - Slide

La négation
De ontkenning bestaat uit 2 delen
ne en pas

- "ne" staat direct achter het onderwerp
- "pas" staat direct achter de persoonsvorm


Ik ga niet naar school – Je ne vais pas à l'école.

Slide 9 - Slide

La négation 
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan wordt ne  natuurlijk n'.​

Ik woon niet in Elst  - Je n'habite pas à Elst


Slide 10 - Slide

Le hamburger 

Slide 11 - Slide

Stappenplan
1: Wat is je onderwerp ?

2: Plaats ne hierachter

3: Wat is je persoonsvorm? 

4: Plaats pas hierachter

Slide 12 - Slide

Let op!
Na een ontkenning veranderen de lidwoorden un / une / des altijd in "de"

J'ai un stylo
Je n'ai pas de stylo

Slide 13 - Slide

La negation - De ontkenning
Quoi?             Maak de Franse zinnen ontkennend
Comment?  Individuellement
Résultat?     On corrige les phrases directement en classe
Temps?         5 minutes maximum





Slide 14 - Slide


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 15 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Elle chante la chanson.

Slide 16 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Charlotte a un chien.

Slide 17 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 18 - Open question