H4.1 Antwoorden vragen VWO

H4.1
Antwoorden vragen Pulsar
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4.1
Antwoorden vragen Pulsar

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

m/s naar km/h
Hoeveel m is één km? 1000 m. Dus één m is 0,001 km.
Hoeveel seconden gaan er in één uur? 3600 s.
Dus om van m/s naar km/s deel je door 1000 (dan heb je het aantal km per seconde), maar je moet het in km/h hebben, dus vermenigvuldig je met 3600 (want in één uur zitten 3600 seconden).
Je kunt dus ook direct het aantal m/s vermenigvuldigen met 3,6.

Bijvoorbeeld, ik loop 1 m/s, dus 0,001 km/s. In een uur zitten 3600 s, dus heb ik 3600s·0,001km/s = 3,6 km afgelegd in één uur, dus 3,6 km/h.

Van km/h naar m/s is uiteraard deel je het aantal km/h door 3,6.

Slide 3 - Slide

Vraag 1
a zwaartekracht
b normaalkracht (en zwaartekracht)
c magnetische kracht
d spierkracht
e veerkracht (of spankracht)

Slide 4 - Slide

Vraag 2
a Fz= m x g = 0,150 kg × 9,8 m/s2= 1,47 N
b De appel is in rust,dus de netto kracht is 0N.

Slide 5 - Slide

Vraag 3
1 cm  = 5 N → 1 N  = 0,2 cm
De kracht van 12 N krijgt een pijl van 12 × 0,2 = 2,4 cm.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide