[4h/5v] Staatsinrichting II - Regering

Staatsinrichting van Nederland -Regering
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Staatsinrichting van Nederland -Regering

Slide 1 - Slide

DEMISSIONAIR!

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kunt:
- aangeven hoe de macht van de koning door de ministeriële verantwoordelijkheid is ingeperkt;
- het verschil tussen een minister en een staatssecretaris aangeven;
- uitleggen wat een kabinetsformatie is;
- uitleggen waarom er in Nederland altijd coalitieregeringen zijn;
- uitleggen waarom vertrouwen belangrijk is tussen het kabinet en de Tweede Kamer;
- uitleggen of een regeerakkoord past bij het idee van dualisme.

Slide 3 - Slide

Wat is (was) de functie van Mark Rutte?

Slide 4 - Open question

Wie is deze minister?
A
Wobke Hoekstra
B
Sander Dekker
C
Wouter Koolmees
D
Arie Slob

Slide 5 - Quiz

Wie is deze minister?
A
Wobke Hoekstra
B
Sander Dekker
C
Wouter Koolmees
D
Arie Slob

Slide 6 - Quiz

Wie is deze minister?
A
Sigrid Kaag
B
Cora van Nieuwenhuizen
C
Kajsa Ollongren
D
Carola Schouten

Slide 7 - Quiz

Wie is deze minister?
A
Sigrid Kaag
B
Cora van Nieuwenhuizen
C
Ollongren
D
Sigrid Kaag

Slide 8 - Quiz

Willem Alexander van Oranje-Nassau
Koning der Nederlanden
Lid van de Nederlandse regering
Mark Rutte (VVD)
Minister van Algemene Zaken en minister-president (sinds 2010)
Carola Schouten (CU)
Minister van Landbouw en Visserij en vice-premier
Ferdinand Grapperhaus (CDA)
Minister van Justitie en Veiligheid
Kajsa Ollongren (D66)
Minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier (en moeder van twee oud-leerlingen op het HLZ)
Arie Slob (CU)
Minister van Onderwijs
Wobke Hoekstra (CDA)
Minister van Financiën en lijsttrekker van het CDA.
Wouter Koolmees (D66)
Minister van Sociale Zaken. Is betrokken bij alle Coronasteunpakketten.
Eric Wiebes (VVD)
Minister van Economische Zaken.
Was in het vorige kabinet staatssecretaris van Financiën en verantwoordelijk voor de Belastingdienst. Vanwege de Toeslagenaffaire heeft is opgestapt als minister.
Hugo de Jonge (CDA)
Minister van Volksgezondheid en vice-premier

Slide 9 - Slide

Welke macht heeft de regering in Nederland?
A
De uitvoerende macht
B
De wetgevende macht
C
De rechterlijke macht
D
Al deze machten

Slide 10 - Quiz

Wat is ook al weer het verschil tussen de regering en het kabinet?
A
De koning zit wel in het kabinet
B
De koning zit niet in het kabinet
C
De koning zit in de regering én het kabinet
D
Er is geen verschil tussen beide

Slide 11 - Quiz

De regering
De minister-president
De minister-president is het gezicht van de regering. Hierdoor heeft hij meer invloed dan een gewone minister. Strikt genomen is hij niet machtiger. De minister-president is de primes inter pares (de eerste onder zijn gelijken).

Slide 12 - Slide

De regering
De regering bestaat uit ministers en staatssecretarissen. Een minister bestuurt samen met één of twee staatssecretarissen een ministerie.

Slide 13 - Slide

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Slide 14 - Slide

De macht en invloed van de koning
De koning is lid van de regering (NIET van het kabinet), maar hij heeft nauwelijks macht. Hoeveel invloed de koning heeft, is onduidelijk. Dat hangt af van de minister-president. Dat noemen we het geheim van paleis Noordeinde.

Slide 15 - Slide


De macht en invloed van de koning

De macht van de koning wordt ingeperkt door artikel 42 in de Nederlandse Grondwet. Hierin staat: 'De koning(in) is onschendbaar; de minister zijn verantwoordelijk.'

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

De macht en invloed van de koning

Dat betekent dat de minister(-president) 
verantwoordelijk is voor alles wat de koning 
doet. Toen Willem Alexander tijdens de 
Coronalockdown naar Griekenland op
vakantie ging, moest Rutte daarvoor 
verantwoording afleggen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Coalitieregering

Slide 20 - Mind map

Hoeveel zetels heb je nodig in de Tweede Kamer om te regeren?
A
51 zetels
B
76 zetels
C
101 zetels
D
150 zetels

Slide 21 - Quiz

Verkiezingen en formatie

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Welke partijen vormen samen het kabinet Rutte III?

Slide 26 - Open question

Vertrouwen
Bij vertrouwen hoort ook dat het kabinet de Tweede Kamer goed informeert over wat ze doet. Als de Kamer daarom vraag, dan MOET een minister alle informatie over een onderwerp doorgeven. Als de Tweede Kamer een minister niet meer vertrouwt, dan kan ze een motie van wantrouwen aannemen.

Slide 27 - Slide

Vertrouwen
Een coalitie is nodig, omdat een kabinet op genoeg steun in de Tweede Kamer moet kunnen rekenen. De Tweede Kamer moet vertrouwen aan het kabinet geven.

Slide 28 - Slide

Hoe laat de Tweede Kamer zien dat ze vertrouwen hebben in het kabinet?
A
Dat hoeft de Tweede Kamer niet te laten weten
B
De voorzitter van de Kamer laat weten dat er vertrouwen is
C
Alle fractievoorzitters spreken hun vertrouwen uit
D
Als minstens 76 Kamerleden het kabinet steunen

Slide 29 - Quiz

Bedenk hoe je ervoor kunt zorgen dat coalitiepartijen vier jaar lang samenwerken.

Slide 30 - Open question

Regeerakkoord
Tijdens de formatie sluiten de coalitiepartijen een regeerakkoord. Hierin staat precies opgeschreven welke plannen kabinet tijdens zijn regeerperiode gaat uitvoeren. 

Slide 31 - Slide

Voordeel regeerakkoord
Het voordeel van een regeerakkoord is dat het kabinet zeker weet dat ze voor alle plannen de steun krijgt van de meerderheid in de Tweede Kamer.

Slide 32 - Slide

Bedenk twee nadelen van een regeerakkoord. Denk aan compromis en saaiheid

Slide 33 - Open question

Leg uit of een regeerakkoord past bij het dualisme

Slide 34 - Open question

Past een regeerakkoord volgens jou bij het dualisme? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Open question

Lesdoelen
Je kunt:
- aangeven hoe de macht van de koning door de ministeriële verantwoordelijkheid is ingeperkt;
- het verschil tussen een minister en een staatssecretaris aangeven;
- uitleggen wat een kabinetsformatie is;
- uitleggen waarom er in Nederland altijd coalitieregeringen zijn;
- uitleggen waarom vertrouwen belangrijk is tussen het kabinet en de Tweede Kamer;
- uitleggen of een regeerakkoord past bij het idee van dualisme.

Slide 36 - Slide