zaterdag 13 januari 2024: Cursus Taal - stijlfiguren en morfemen

Wat gaan we doen in deze les:
  • We herhalen de paragraaf over stijl en morfemen                     (cursus 4 §3 en §4)
  • We maken de toets grammatica cursus 5 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze les:
  • We herhalen de paragraaf over stijl en morfemen                     (cursus 4 §3 en §4)
  • We maken de toets grammatica cursus 5 

Slide 1 - Slide

Stijl en morfemen
Cursus 4 Taal §2 en §4 blz 92-93 en 96-97

Slide 2 - Slide

Wat gaat er mis in deze nieuwsbrief?
‘Ofschoon we onlangs in de ruimte waar jullie je ophouden tijdens de periodes waarin jullie hoofdactiviteit, te weten het volgen van lessen, wordt onderbroken, containers hebben geplaatst, in dewelke jullie alle producten, waarvan jullie je met het oog op de verwijdering zouden moeten ontdoen, is het na afloop van genoemde periodes nochtans telkenmale een grote puinhoop’.

Uit §2 tekst 1 blz 92-93

Slide 3 - Slide

Stijl
Manier waarop je iets zegt of schrijft, bijvoorbeeld humoristisch of zakelijk, formeel (goedemiddag) of informeel (hoi).

Deze pas je aan op je doel en je publiek!

Slide 4 - Slide

Smaakmakers in je stijl
  • beeldspraak: wat is het hier een zwijnenstal
  • Opsomming: overal liggen papiertjes, lege flesjes, verloren zakdoekjes en dit alles is bedekt onder een dikke laag stof.
  • Drieslag: het is vies, goor en smerig (boeren, burgers, buitenlui)
  • Climax: er liggen papiertjes, etensresten en rottende groente.
  • Overdrijving: hier wil je nog niet dood gevonden worden!
  • Tegenstelling: je kunt hier van de vloer eten! (van 's morgens vroeg tot 's avonds laat)

Slide 5 - Slide

Heerlijk, helder Heineken is een...
A
opsomming
B
climax
C
drieslag
D
tegenstelling

Slide 6 - Quiz

Doodgaan van de honger is een
A
Climax
B
overdrijving
C
tegenstelling
D
drieslag

Slide 7 - Quiz

Dromen-denken-durven-doen is een
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
beeldspraak

Slide 8 - Quiz

Maak de tegenstelling af: Goede Tijden...

Slide 9 - Open question

Morfemen
Cursus 4 Taal §4 96-97

Slide 10 - Slide

Samenstelling-afleiding
Samenstelling: twee woorden aaneen: tafelpoot
Afleiding: met enkele letters (geen woord) een woord aanpassen: loopT

Slide 11 - Slide

Afleidingen:

verliefd
geliefd
liefde
lieverd

Samenstellingen:

liefdesbrief
liefdesverdriet
kalverliefde
dierenliefde

Slide 12 - Slide

maak een afleiding van "land"

Slide 13 - Mind map

Morfeem
een woord dat niet in kleinere groepen opgesplitst kan worden.
tafeltenniswedstrijd
tafel-tennis-wed-strijd

Slide 14 - Slide

Prefix - Suffix

(morfemen die je vooraan of achteraan een woord voegt)

Prefix:
komt voor het woord (on- ver-, ge-, mini- anti- a-)
Suffix: komt na het woord (-je -s -heid, -schap, -ig)
on-voldoende-tje-s

Slide 15 - Slide

Morfemen zijn er in 2 soorten: 
  • Vrije morfeem vormt in z'n eentje een woord die je verder niet meer kan opspitsen - bijv. huis of lantaarn
  • Gebonden morfeem, deze vormt in z'n eentje geen woord, maar wordt toegevoegd aan een ander woord, bijv. verhuis of verhuist

Slide 16 - Slide

Hoeveel morfemen heeft lantaarnpaaltjes?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 17 - Quiz

Hoeveel morfemen heeft de persoonsvorm: theedoeken?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 18 - Quiz

Hoeveel suffixen heeft gebaksbordjes?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 19 - Quiz

Hoeveel prefixen heeft gebaksbordjes?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 20 - Quiz