2tha1 Stijl en morfemen

Welkom bij Nederlands

Wat heb je nodig:
-leesboek
-laptop
-lesboek/ schrift + pen
timer
2:30
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands

Wat heb je nodig:
-leesboek
-laptop
-lesboek/ schrift + pen
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Stijl en morfemen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
We hebben samen twee paragrafen van Nieuw Nederlands besproken.
Je weet hierdoor meer over stijl en morfemen

Slide 3 - Slide

timer
10:00
Wat zou je aan de schrijver willen vragen?

Slide 4 - Slide

Wat gaat er mis in deze nieuwsbrief?
(1) ‘Ofschoon we onlangs in de ruimte waar jullie je ophouden tijdens de periodes waarin jullie hoofdactiviteit, te weten het volgen van lessen, wordt onderbroken, containers hebben geplaatst, in dewelke jullie alle producten, waarvan jullie je met het oog op de verwijdering zouden moeten ontdoen, is het na afloop van genoemde periodes nochtans telkenmale een grote puinhoop’.

Slide 5 - Slide

Stijl
Manier waarop je iets zegt of schrijft, bijvoorbeeld humoristisch of zakelijk, formeel (goedemiddag) of informeel (hoi).

Deze pas je aan op je doel en je publiek!

Slide 6 - Slide

Smaakmakers in je stijl
  • beeldspraak: wat is het hier een zwijnenstal
  • Opsomming: overal liggen papiertjes, lege flesjes, verloren zakdoekjes en dit alles is bedekt onder een dikke laag stof.
  • Drieslag: het is vies, goor en smerig (boeren, burgers, buitenlui)
  • Climax: er liggen papiertjes, etensresten en rottende groente.
  • Overdrijving: hier wil je nog niet dood gevonden worden!
  • Tegenstelling: je kunt hier van de vloer eten! (van 's morgens vroeg tot 's avonds laat)

Slide 7 - Slide

Heerlijk, helder Heineken is een...
A
opsomming
B
climax
C
drieslag
D
tegenstelling

Slide 8 - Quiz

Doodgaan van de honger is een
A
Climax
B
overdrijving
C
tegenstelling
D
drieslag

Slide 9 - Quiz

Dromen-denken-durven-doen is een
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
beeldspraak

Slide 10 - Quiz

Maak de drieslag af: bloed, zweet en

Slide 11 - Open question

Maak de tegenstelling af: Goede Tijden...

Slide 12 - Open question

Maak de overdrijving af: zich dood...

Slide 13 - Open question

Maak de climax af: uren-dagen-maanden-,,,

Slide 14 - Open question

Morfemen

Slide 15 - Slide

verliefd
geliefd
liefde
lieverd

liefdesbrief
liefdesverdriet
kalverliefde
dierenliefde

Slide 16 - Slide

Samenstelling-afleiding
Samenstelling: twee woorden aaneen: tafelpoot
Afleiding: met enkele letters (geen woord) een woord aanpassen: loopT

Slide 17 - Slide

maak een afleiding van "land"

Slide 18 - Mind map

Morfeem
een woord dat niet in kleinere groepen opgesplitst kan worden.
tafeltenniswedstrijd
tafel-tennis-wed-strijd

Slide 19 - Slide

Prefix - Suffix
Prefix: komt voor het woord (on- ver-, ge-, mini- anti- a-)
Suffix: komt na het woord (-je -s -heid, -schap, -ig)
on-voldoende-tje-s

Slide 20 - Slide

Hoeveel morfemen heeft lantaarnpaaltjes
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 21 - Quiz

Hoeveel morfemen heeft de persoonsvorm: theedoeken?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 22 - Quiz

Hoeveel suffixen heeft gebaksbordjes?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 23 - Quiz

hoeveel prefixen heeft gebaksbordjes
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken
Taal, cursus 4
ha: $2 Stijl, opdracht 1 t/m 4, blz. 92
$4 Morfemen, opdracht 1 t/m 4, blz. 96
th: $2 Stijl, opdracht 1 t/m 4, blz. 88
$4 Voor- en achtervoegsels, opdracht 1 t/m 4, blz. 92
timer
25:00

Slide 25 - Slide

Klaar?
Woordenschat
$2 Internationaal, opdracht 1 t/m 

Slide 26 - Slide