Herhaling leerjaar 1 + nieuw kort pretérito perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

¡Vamos a empezar!

Hoy

Vandaag:

• Información importante
• Repetimos - verbos regulares -ar, -er, -ir
• Repetimos - verbos irregulares ser, estar
• Repetimos - verbos irregulares tener
• Repetimos - verbos irregulares ir a
• Repetimos  - vocabulario Paso Adelante 1 (1-4)
  
• NUEVO - voltooid tegenwoordige tijd

repetimos: los verbos regulares

Wat zijn de vervoegingen van het werkwoord 'wasapear'?
Volg de stappen!
1. stam van het werkwoord
2. uitgangen eraan plakken
3. hint: er zijn er 6!

yo

tú

ella

nosotros

vosotras

ellos

como

comemos

coméis

comes

come

comen

de a van werwoorden op -ar
de e van werkwoorden op -er
de i van werkwoorden op -ir
komt ALTIJD terug in de vervoegingen van...

1. yo y tú
2. nosotros y vosotros
3. él y ellos
4. usted y ustedes

Bij welk type werkwoord horen deze uitgangen?
-o, -as, -a, -amos, áis, an

1. -ar
2. -er
3. -ir
4. onregelmatige ww

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

1. rojo, azul y amarillo
2. arriba, debajo, al lado
3. yo, usted, nosotros
4. bien, mal, terrible

persoonlijke voornaamwoorden worden in het Spaans

1. altijd met een hoofdletter geschreven.
2. meestal weggelaten: je ziet aan de uitgang al om wie het gaat.
3. bijna altijd dubbel genoemd.
4. meestal met een accent geschreven: yó, éllá, ústedes, vósótrós

¿Álvaro, (cantar) ... mucho?

¿Álvaro, (cantar) ... mucho?

stappenplan:

1. ¿Álvaro, (zingen)... veel?
2. Het gaat om 'Álvaro'. Dit is een jongensnaam. Een logische invulling zou zijn: 'Álvaro, zing jij veel?
3. 'Jij' is tweede persoon enkelvoud.
4. 'Cantar' is een regelmatig werkwoord dat eindigt op -ar.
   

ser en estar

0

¿Dónde _____ (ser) tus amigos?

Hoy, nosotros______(estar) en clase 233.

Y tu madre, ¿cómo ________(ser)?

Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela

Vosotros _____ (estar) en Barcelona.

María y Javier_____(ser) los padres de Alberto.

Nosotros ______(ser) hombres altos

Yo _______ (ser) Rubén, ¡Encantado! 

están

estamos

está

estoy

estáis

son

somos

soy

Sleep het antwoord naar de juiste plek!

3.  Vosotros...........españoles.

1. María.........una chica muy inteligente.

2. Yo y Carlos................amigos.

5. Tú...........muy guapo.

4. María y Marta.................alumnas.

6. Yo.....profesor de español.

soy

eres

son

sois

somos

es

De vrouw is lang.

1. permanent: ser
2. tijdelijk: estar

De vrouw is bang.

1. permanent: ser
2. tijdelijk: estar

0

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden naar de juiste plek!

Ustedes

Yo

ellos - ellas

Tú

nosotros

él

usted

ella

vosotros

wij

ik

zij-enkelvoud

hij

u- enkelvoud

jij

jullie

zij-meervoud

u-meervoud

Tener:hebben

Tener: hebben

yo

él, ella, usted

tú

 nosotros

vosotros

ellos, ustedes

Tengo

tienes

tiene

tenemos

Tenéis

tienen

0

Wat is een goede zin?

1. Vamos a escribir una carta.
2. Vamos escribir una carta.
3. Vamos una carta a escribir.
4. Vamos una carta escribir.

In welke zin wordt de toekomende tijd gebruikt?

1. Wij zitten in de klas.
2. Wij hadden een toets.
3. Wij gaan zwemmen.
4. Wij wandelen graag.

Mi perro y yo ____________ (ir) a la playa.

1. voy
2. vas
3. ir
4. vamos

Ga naar: www.bookwidgets.com/play

Code: XCPGLXY

presente perfecto

Presente Perfecto

Het hulpwerkwoord voor "presente perfecto is...

1. hace
2. hacer
3. hader
4. haber

Het hulpwerkwoord voor "Presente perfecto" heeft twee betekenis

1. heb / ben
2. doen / deed
3. hebben / zijn
4. haber

las formas de 'HABER'

un momento para aprender: haber

(yo) he

(tú) has

(él, ella, usted) ha

(nosotros, -as) hemos

(vosotros, -as) habéis

(ellos, ellas, ustedes) han

Perfecto:
Welke van de vervoegingen van "haber" klopt NIET?

1. han
2. hamos
3. habéis
4. he

De juiste vormen van "haber" van: tú, él y ellos is:

1. has, ha, han
2. he, has, hemos
3. has, ha, habéis
4. has, he, ha

Perfecto

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

He

Has

Ha

Hemos

Habéis

Han

Haber

participio:

stam van ww 

+ 

-ado/ -ido

+

HABER + VOLTOOID DEELWOORD

-ar

-er

-ir

haber

yo = he

tú = has

él..= ha

nosotros = hemos

nosotros = habéis

ellos.. = han

hablado

escuchado

comido

leído

ido (gegaan)

salido

Let op: de woordvolgorde van Spaanse zinnen

                        haber + voltooid deelwoord + rest van de zin

Voorbeeld: he comido tapas = ik heb tapas gegeten

En met een ontkenning in de zin: zet 'no' voor het hulpwerkwoord 'haber'

Voorbeeld: no he comido tapas = ik heb geen tapas gegeten 

De woordvolgorde van Spaanse zinnen 

in de presente perfecto

haber + voltooid deelwoord + rest van de zin

Voorbeeld: he comido tapas = ik heb tapas gegeten

En met een ontkenning in de zin: 

'no' voor het hulpwerkwoord 'haber'

Voorbeeld: no he comido tapas = ik heb geen tapas gegeten 

In welke zin is de woordvolgorde ONJUIST?

1. No he comprado agua.
2. ¿Has vendido tú bicicleta?
3. Hemos tenido 6 semanas de vacaciones.
4. He no comido pizza.

Wat heb jij afgelopen weekend gedaan?
Schrijf 1 zin in het Spaans.

regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd
kan ik (bijna) allemaal uit mijn hoofd vervoegen

😒🙁😐🙂😃

ser, estar, tener, ir a (in de tegenwoordige tijd)
kan ik (bijna) allemaal uit mijn hoofd vervoegen

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zelf een participio (voltooid deelwoord) vormen

😒🙁😐🙂😃

Zoveel vormen van het hulpwerkwoord 'haber' zou ik nu al kunnen opnoemen:

06

Deze onderwerpen van vorig jaar zou ik de komende lessen graag even herhalen:

¡Muchas gracias por la atención!

¡¡Muchas gracias por la atención!!