V1 Fictie 8 en 9 Fictie en genres

klas 1 - 3 november
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

klas 1 - 3 november

Slide 1 - Slide

  1.  lezen
  2. huiswerk nakijken H8
  3. fictie H9

Slide 2 - Slide

Fictie 
Met fictie worden verzonnen verhalen bedoeld. 

Ze zijn bedacht door een verteller of schrijver en hebben als doel om je te amuseren.

Slide 3 - Slide

Realistische fictie en niet-realistische fictie

Realistische fictie: is verzonnen, maar kan in werkelijkheid wel echt gebeuren. 
Voorbeeld: "Oorlogswinter"

Niet-realistische fictie: kan in werkelijkheid niet gebeuren. Voorbeeld: "Harry Potter"

Slide 4 - Slide

Genres
Bij leesboeken kun je verschillende verhaalsoorten onderscheiden. Deze verhaalsoorten worden ook wel genres genoemd.

Slide 5 - Slide

Genres
In de bibliotheek kun je vaak aan het rugetiket van het boek zien tot welke genre deze behoort. Je ziet bijvoorbeeld de afbeeldingen zoals hier rechts.

Sommige boeken kunnen wel bij twee soorten genres horen.
Bijvoorbeeld de Donald Duck. Dit zou je een dierenverhaal, maar ook een humoristisch verhaal kunnen noemen 

Slide 6 - Slide

Genres herkennen
  • Detective – oplossen van een misdaad

  • Griezelverhaal – enge dingen en vreemde wezens

  • Psychologisch verhaal – nadruk op innerlijk van personage

  • Sciencefiction – in toekomst of in ruimte (niet realistisch)

Slide 7 - Slide

soort verhaal, bijv. een griezelverhaal of verhaal over geschiedenis.
je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn of hoe iemand anders zich voelt
de personen in een verhaal maken dingen mee die in het echt ook kunnen gebeuren
Realistisch
Inleven
Genre

Slide 8 - Drag question

Van welke genres heb je wel eens een boek gelezen?

Slide 9 - Open question

Wat is fictie?
A
waargebeurde verhalen
B
verzonnen verhalen
C
korte verhalen
D
niet-verzonnen verhalen

Slide 10 - Quiz

Wat zijn genres?
A
een tijdssprong in het verhaal
B
een mening
C
een beoordelingswoord
D
een bepaald soort boek

Slide 11 - Quiz

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 17 oktober
  • Huiswerk: maken opdr. 9 t/m 14 (p. 37) + leren p. 34 en 38
  • Meenemen: leesboek, boek, pen, schrift en LAPTOP
  • Programma: fictie 9 en 39

Slide 12 - Slide