Module 7 Hoofdstuk 3 De laatste levensfase en overlijden

Doelstelling - na deze les weet je meer over:
- het verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
- verloop van pijn inzichtelijk maken
pijn bij dementie leren herkennen
- verzorgende aspecten in de terminale fase 
- medisch handelen in de laatste levensfase 

1 / 41
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Doelstelling - na deze les weet je meer over:
- het verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
- verloop van pijn inzichtelijk maken
pijn bij dementie leren herkennen
- verzorgende aspecten in de terminale fase 
- medisch handelen in de laatste levensfase 

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste definitie van terminale zorg
A
de zorg, die wordt toegepast als er geen sprake meer is van genezing
B
de zorg, die enkel gericht is op lijden van de zorgvrager
C
de zorg van cliënten met een levensverwachting minder dan 3 maanden
D
de zorg die gericht is op behandeling van de aandoening

Slide 2 - Quiz

Definities 

Palliatieve zorg: zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is. 
Bijvoorbeeld: 
  • kanker, wanneer die uitbehandeld is
  • dementie
  • COPD 
  • hartfalen 

Slide 3 - Slide

Definities 

Terminale zorg:  zorg voor mensen met een levensverwachting van ongeveer drie maanden. De zorg staat in het teken van: 
  • afscheid nemen van het leven
  • verlichten van nare ziekteverschijnselen zoals pijn, jeuk of benauwdheid

Slide 4 - Slide

Noem minimaal 2 - veel
voorkomende - klachten bij een
palliatief of terminale zorgvrager

Slide 5 - Mind map

Veel voorkomende klachten in palliatieve/ terminale fase: 
  • Pijn 
  • Misselijkheid 
  • Obstipatie 
  • Jeuk
  • Benauwdheid - kortademigheid
  • Delier 

Slide 6 - Slide

PIJN 
Bij 40 - 80% zorgvragers komt 
onderbehandeling voor

Belangrijk gevolg is verminderde
kwaliteit van leven

Slide 7 - Slide

oefening 
https://paic15.com/nl/e-training-nl/

Slide 8 - Slide

Het belang van observatie van pijn 
  • Goed observeren is van wezenlijk belang.
  • Scoor wat je ziet na meerdere, korte observaties -  bijvoorbeeld tijdens of na de verzorging.
  • Interpreteer niet wat je ziet, geef er geen betekenis aan.
  • Scoor alles wat je ziet, ook wat normale uitingen zijn voor een bewoner, zoals bijvoorbeeld rimpels, of kreunen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

3.3 Lichamelijke verzorging 
Pijnklachten ten gevolge van bijvoorbeeld tumorgroei, decubitus of algehele achteruitgang

Pijnmedicatie gericht op symptoombestrijding
Verschillende soorten medicijnen in vaste volgorde (licht naar zwaar) = pijnladder  (WHO)

Slide 11 - Slide

                                                                                   matig                                 ernstig 

Slide 12 - Slide

Opdracht: Tips verzorgende aspecten
In de terminale fase zijn er allerlei lichamelijke en geestelijke veranderingen 
Maak de opdracht in duo's 

Slide 13 - Slide

                   Medische handelen in de laatste levensfase:

  • Stoppen met behandelen
  • Niet reanimeren
  • Versterven 
  • Palliatieve sedatie
  •  Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Slide 14 - Slide

Wat wordt bedoeld met Abstineren?
A
Geen voedsel en vocht meer toedienen
B
Niet meer reanimeren bij een hartstilstand
C
Medische behandeling waarmee de arts het bewustzijn verlaagd
D
Stoppen met medische behandeling of er niet aan beginnen

Slide 15 - Quiz

  • Niet reanimeren - beleid zorginstelling of                       aangeven  via ketting/ wilsverklaring
  • Versterven = Geen voedsel en vocht toedienen om het stervensproces zijn gang te laten gaan
  • Palliatieve sedatie =  Geen invloed op het stervensproces - is gericht op verwardheid/pijn of angstvermindering
  • Euthanasie > videofragment

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat wordt verstaan onder een voltooid leven?

Slide 18 - Open question

Rol zorgverlener bij euthanasie 
  1. signaleren
  2. besluitvorming 
  3. voorbereiding
  4. uitvoering
  5. evaluatie 

Lees pag. 46. 

Slide 19 - Slide

Voortgang lessen / toets module 7 
Lesweek 40 (5 okt) theorie 3.5 en 3.6 - lees deze paragrafen
Lesweek 41 (12 okt):  
- Toets module 7 - 12.45-13.30 uur
- Gastles van 14.00-16.00 uur 

Slide 20 - Slide

Doelstellingen behaald? 
  • het verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
  • verloop van pijn inzichtelijk maken
  • verzorgende aspecten in de terminale fase
  • medisch handelen in de laatste levensfase

Slide 21 - Slide


Hoofdstuk 3.5 en 3.6 
Het stervensproces en het overlijden 

Slide 22 - Slide

3.5 Het stervensproces
Sterven is een proces - lichaamsfuncties gaan steeds verder achteruit 
  • zintuigen - gevoel / gezichtsvermogen
  • eten en drinken - minder behoefte aan eten en drinken
  • ademhaling - slechter slikken > ophoping van slijm in keel (rochelen)
  • temperatuur - kan lager worden of terminale koorts (40gr) 
  • incontinentie 
  • cyanose (blauw worden) - bloedsomloop verslechtert/ bloeddruk wordt lager > doodsmasker 

Slide 23 - Slide

3.5 Het stervensproces
Sterven is een proces - maar ook:
  • terminale onrust - opeens onrustig worden (soms door morfine)
  • gevoelens van angst 


Slide 24 - Slide

Waar kan een
terminale zorgvrager
bang voor zijn?

Slide 25 - Mind map

Bang voor: 
  • pijn 
  • stikken 
  • controleverlies
  • afscheid nemen van naasten 
  • sterven 
  • de dood 

Slide 26 - Slide

Ruimte voor spiritualiteit 

Slide 27 - Slide

Wat versta jij onder spiritualiteit?

Slide 28 - Open question

                                                       Elk geloof heeft eigen 
                                                        visie op leven en dood 

Slide 29 - Slide

Humanisme wil zeggen, een kijk op het leven, waarin:
A
men gelooft in een hemel na de dood
B
bij het sterven word je door "rechter" beoordeeld
C
de mens centraal staat en niet een god
D
de ziel van de mensen onsterfelijk zijn

Slide 30 - Quiz

Het overlijden 
Iemand is overleden als er geen hartslag en geen ademhaling meer is 

Slide 31 - Slide

Wat is het eerste wat je doet als een cliënt is overleden?
A
De uitvaartonderneming (laten) bellen
B
De gemeente vragen om toestemming voor crematie
C
De familie bellen om te zeggen dat hun familielid is overleden
D
Een arts raadplegen om de dood te laten vaststellen

Slide 32 - Quiz

Wat is er aan de hand als er, na het overlijden, een gemeentelijke lijkschouwer komt?

Slide 33 - Open question

Niet natuurlijke dood
  • de dood als gevolg van ongeval, geweld, misdrijf, zelfmoord
  • de dood als gevolg van euthanasie 
  • bij fouten in zorgverlening (vb medicatiefout met dood als gevolg)
  • bij dood door een val 
  • bij overlijden na een week/ weken aan de gevolgen van incident 

Slide 34 - Slide


  • Bij onbekendheid van doodsoorzaak > onderzoek op het lichaam op verzoek van familie =  obductie 
  • Een onderzoek op verzoek justitie = sectie 
  • Ter beschikkingstelling van de wetenschap 

Slide 35 - Slide



Zorg na het overlijden 

Slide 36 - Slide

Welke handelingen verricht je direct na het overlijden van de cliënt?

Slide 37 - Open question

Verzorging van het lichaam 
  • Leg cliënt op rug - hoofd op kussen - handen op de borst 
  • Vraag nabestaanden of het kunstgebit in moet, voordat mond wordt gesloten /  vraag arts om toestemming (- bij niet natuurlijke dood mag er niets veranderd worden)
  •  zet evt. raam open
  • iedereen mag het lichaam afleggen - overleg met nabestaanden

Slide 38 - Slide

Voortgang lessen 
Lesweek 41 (12 okt):  
- Toets module 7 - 12.45-13.30 uur
- Gastles van 14.00-16.00 uur 
Lesweek 42 (19 okt):
Start module 5
-H1 en 2 

Slide 39 - Slide

Clientdossier 
Beroepsgeheim blijft altijd aan de orde - ook als cliënt is overleden
Privacy in acht nemen - nabestaanden hebben geen recht in inzage van dossier, tenzij: 
  • cliënt heeft voor overlijden toestemming gegeven
  • naasten hadden voor overlijden al toestemming
  • zwaarwegend belang (vb info bij erfelijke aandoening)

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video