2.2 Alkanen en cycloalkanen

Petrochemie
2.2 Alkanen en cycloalkanen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Petrochemie
2.2 Alkanen en cycloalkanen

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
  • Je leert de bouw en systematische naamgeving van alkanen.
  • Je leert over isomeren.
  • Je leert over cycloalkanen.


Slide 4 - Slide

Definitie van koolwaterstoffen
  • Koolwaterstoffen zijn stoffen die uit koolstofatomen en waterstofatomen zijn opgebouwd.
  • Voorbeeld

               Methaan, CH4
               Etheen, C2H4
               Butaan, C4H10

Slide 5 - Slide

Alkanen
  • Alkanen zijn koolwaterstoffen
  • Molecuulformule: CnH2n+2

Slide 6 - Slide

Structuurformules
  • Structuurformule is een weergave van een molecuul op een plat vlak.
  • De atomen zijn verbonden met streepjes
  • Een streepje stelt een atoombinding voor.
  • Een streepje stelt twee elektronen voor.

Slide 7 - Slide

Structuurformules - voorbeelden

Slide 8 - Slide

Onvertakt
Vertakt

Slide 9 - Slide

Cycloalkanen
  • Voorvoegsel: cyclo
  • Het 1e en het laatste koolstofatoom zijn aan elkaar verbonden
  • Een kleine hoek tussen de koolstofatomen zorgt voor een instabiele stof

Slide 10 - Slide

naam en nummering van zijgroepen

Slide 11 - Slide

Isomeren
Isomeren zijn stoffen met dezelfde molecuulformules maar verschillende structuurformules.

Slide 12 - Slide

Systematische naamgeving
  • Zoek de langste koolstofketen, de hoofdketen. Deze keten krijgt de stamnaam.
  • Kijk welke zijgroepen er zijn, hoeveel ervan zijn, juiste naam noteren en gebruik getallen als voorvoegsel.
  • Kijk aan welke koolstofatomen van de hoofdketen deze zijgroepen vastzitten.
  • Hoofdketen zo nummer dat de som van plaatsnummers zo laag mogelijk is.
  • Geef elke zijgroepen allemaal hun eigen plaatsnummer.
  • Zet tussen plaatsnummers een komma, achter de plaatsnummers een streepje

Slide 13 - Slide

Teken van de structuurformule

Slide 14 - Slide

Volledige verbranding 
(voldoende O2)
Onvolledige verbranding
(onvoldoende O2)

Slide 15 - Slide

Geef de systematische naam van de stoffen in de afbeelding:

Slide 16 - Open question

Huiswerk
Leren en maken 2.2

Slide 17 - Slide