TH1 - periode 3 - steden

Hoofdstuk 1;  paragraaf 2 - 3 - 4
Verstedelijking - Steden in Nederland
1 / 59
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 59 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1;  paragraaf 2 - 3 - 4
Verstedelijking - Steden in Nederland

Slide 1 - Slide

H1.2 Verstedelijking in Nederland

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

We spreken van een stad als:
  • minimaal 50.000 inwoners
  • mensen wonen dicht op elkaar
  • stedelijke functies: 
    - voorzieningen
    - veel soorten werk
    - veel aanbod aan huizen
    - veel vervoer naar buiten de stad

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Begrippen:
  • Verstedelijking / Urbanisatie
  • Suburbanisatie            ------>
  • Bevolkingsdichtheid
  • Forens
     ---
    --->

Slide 6 - Slide

Verstedelijking of urbanisatie
Nieuwe landbouwmachines op het platteland betekende minder werk.
Veel mensen trokken naar de steden waar wel werk was. 

Die groei van steden noemen we verstedelijking of urbanisatie.

Slide 7 - Slide

Urbanisatieproces

urbanisatie-suburbanisatie-re-urbanisatie

Wat betekent het allemaal?

Slide 8 - Slide

urbanisatie/
suburbanisatie

Centrale stad trekt bewoners aan
Agglomeratie: stad met aangegroeide dorpen

Suburbanisatie leidt tot:
Stadsgewest: stad en dorpen met verbindingen/samenwerking

Stedelijk gebied: aan elkaar vast gegroeide stadsgewesten

Slide 9 - Slide

De Nederlandse stad.

Slide 10 - Slide

Verstedelijkingstempo
Percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.

Slide 11 - Slide

Paragraaf 3: Nederlandse stadswijken

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De opbouw van een Nederlandse stad
  1. Binnenstad
  2. 19e eeuwse wijken
  3. Hoogbouwwijken ('60 en '70)
  4. Laagbouwwijken ('70 en '80)
  5. Vinex-wijken

Slide 14 - Slide

1. Binnenstad
Nauwe straatjes met winkels en cafés. 

Er wonen niet veel mensen. 

Slide 15 - Slide

Stadcentrum
  1. Ontstaan Middeleeuwen (1100)
  2. Kenmerken:
    - Smalle straatjes
    - Kronkelende wegen
    - Vaak kerk en marktplein
    - Resten oude stadsmuur

Slide 16 - Slide

2. 19e eeuwse wijken
Gebouwd tussen 1800 en 1900
Krappe woningen, veel huizen op een klein gebied
- Goedkopere woningen

- Veel jongeren/studenten en niet-westerse allochtonen


Slide 17 - Slide

De arbeiderswijken
  1. Ontstaan na 1850 (fabrieken)
  2. Dicht bij het centrum
    - vaak direct rond centrum
    - vroeger lagen daar fabrieken
  3. Vrij kleine woningen
  4. Vrij duur (door ligging) 
  5. Weinig groen

Slide 18 - Slide

Vooroorlogse wijken
  1. Ruime huizen, minder dicht op elkaar.
  2. Liggen tegen de arbeiderswijken aan. 
  3. Daarbuiten liggen de naoorlogse wijken.

Slide 19 - Slide

3. Hoogbouwwijken
Gebouwd in jaren '60-'70

Flats met lage huren; armere mensen

- Wijken zien er soms verwaarloosd uit

Slide 20 - Slide

De naoorlogse wijken 
  • Woningnood
  • 1950 - 1970
  • Voornamelijk jonge gezinnen
  • Vaak hoogbouw

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

4. Laagbouwwijken
Gebouwd in jaren '70-'80

- Veel woonerven
- Huizen zijn hier wat duurder

Slide 23 - Slide

Jaren 70 wijken
  • Luxere huizen
  • Veel eengezinswoningen
  • Grotere huizen
  • Vaak met veel groen en eigen tuinen.
  • Rust en veiligheid 
    (vb. vaak een woonerf)

Slide 24 - Slide

5. Vinex-wijken

Gebouwd rond 2000

- Nieuwbouw
- Villa's, maar ook huurwoningen

Slide 25 - Slide

Nieuwbouw
  • Verste van stadskern af
  • Vaak in de buurt van of direct aan de grote wegen
  • Grote huizen
  • Rustig met veel speelruimte en veel openbaar vervoer.

Slide 26 - Slide

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 27 - Drag question

Maak de volgende zin af:
"Hoe verder van het centrum af...."

Slide 28 - Open question

H 1.4
Steden en hun omgeving 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Stad en platteland
Vroeger een duideijke scheiding tussen stad en platteland. 
De stad heeft invloed op het platteland rondom de stad, noemen we overgangsgebied. 

Slide 31 - Slide

Stedelijke uitbreiding 
De stad slokt de omliggende dorpjes op. 
VB. Heerlen / Hoensbroek

Noemen we een agglomeratie

Ertussen: overgangsgebieden

Slide 32 - Slide

Stedelijk netwerk 
stadsgewest
De dorpjes erom heen hebben een sterke relatie met de grote stad in het midden. Voor: voorzieningen, werkgelegenheid ed. 
stedelijk netwerk
Stadsgewesten komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Er zijn nauwe contacten tussen. 

Slide 33 - Slide

Agglomeratie
Aan elkaar vast gegroeide stad en dorpen

Dit komt door het verstedelijken van een bepaald gebied. 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Maastricht - Heerlen
Rooterdam - Den Haag - Amsterdam 
Hengelo - Enschede 
Eindhoven - TIlburg 
Groningen - Assen 
Arnhem - Nijmegen

Slide 36 - Drag question


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 37 - Quiz

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 38 - Quiz

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 39 - Quiz

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 40 - Quiz

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 41 - Quiz


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 42 - Quiz


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Andere vormen van
verstedelijking
voorbeeld hierboven:
gated communities

Slide 45 - Slide

Vorm 1: 
Geplande steden
Er is niet altijd een historische binnenstad.
Bijv. Geplande steden. Deze steden zijn eerst getekend en daarna gebouwd. Ze kennen geen historische binnenstad en zijn relatief jong. 

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Kenmerken: geplande stad
> Vaak rechtlijnige plattegronden
> Relatief jonge steden
> Wegen zijn breed en recht
> Vaak letterlijk op een tekentafel gemaakt
> Voorbeelden in Nederland: Lelystad en Almere

Slide 48 - Slide

Flevoland 
Almere 

Slide 49 - Slide

Vorm 2: De Medina
In Arabische landen. Het oude stadscentrum noem je daar de medina. Vaak ommuurd. Buiten de muren ligt het nieuwe centrum. 

Slide 50 - Slide

Medina in Fés
Fés

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Vorm 3: Gated Communities
= vrij vertaald --> Een gemeenschap binnen poorten.

Slide 53 - Slide

Gated Communities
Kenmerken:
- In landen waar een groot verschil is tussen arm en rijk.
- Rijke mensen wonen in wijken met muren, toeganspoorten, beveiliging en camera's. 
- Reden is veiligheid en status 
- Nadeel: raakt vervreemd van rest van bevolking en leven dus gescheiden (segregatie) 

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Gated Communities
Door de enorme criminaliteit gaan de rijken samen wonen in woonwijken. Hieromheen wordt een hek gebouwd en de bewoners betalen gezamenlijk de beveiliging. Dit worden gated communities genoemd, oftewel omheende gemeenschappen. Hoewel de meeste gated communities zich bevinden in de rijke buurten (zie kaart), kunnen ze dus ook ontstaan vlakbij arme buurten of favela's. Ze zijn immers afgescheiden van armere wijken (zie foto).
Omdat de overheid zich vanaf de jaren '80 heeft teruggetrokken en zich minder heeft bemoeid met stedelijke planning, kregen projectontwikkelaars meer ruimte om plekken voor de rijken te ontwikkelen. Daardoor werd er wel minder geregeld voor de armere groepen, waardoor die vaak op de slechtste plekken kwamen te wonen.
Gated communities vind je dus vooral in rijkere buurten (maar soms ook in armere buurten) en naast grote uitvalswegen. Hierdoor kunnen de inwoners zich makkelijk verplaatsen door de stad.
!

Slide 56 - Slide

Vorm 4: Sloppenwijken 

Slide 57 - Slide

Sloppenwijken
Kenmerken: 
- Vaak aan bestaande wijken vastgebouwd door bewoners
- Vaak gemaakt van afval en alles wat men kan vinden
- Niet gepland door gemeente en dus illegaal
- Vaak gesloopt door gemeente of stad, soms toegestaan
- Pure armoede

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide