2021_01_vzvwp2

Klas 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klas 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • huiswerk vzvwp/bespreken
  • quiz vzvwp (herhaling)
  • uitleg spelling § 4.5
  • quiz spelling
  • uitleg huiswerk maandag

Slide 3 - Slide

Verplichte online les via MsTeams
leren theorie blz. 159 maken opdracht 1, 3, 4, 5 & 8
Leren blz. 161 maken opdracht 9 & 10.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Vragen?
  • Leg kort uit wat een vzvwp is
  • Wat is het verschil tussen een vzvwp en een bijw. bepaling?
  • Hoeveel vzvwp. kunnen er in een enkelvoudige zin staan?

hl_2F
hl_2H

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

OPDRACHT 3
Lees de leerteksten ‘Voorzetselvoorwerp’ en ‘Vaste
volgorde van ontleden’.
a   Geef twee eigen voorbeelden van een werkwoordelijk en een naamwoordelijk         gezegde met een voorzetselvoorwerp.
b   Ontleed de zin; zet de stappen onder elkaar. 
  Soms kon hij zomaar ontzettend opzien tegen een toets.
2H
2F
Wat staat er in jouw schrift?

Slide 8 - Slide

vijf vragen
iedereen doet mee

Slide 9 - Slide

Welk voorzetsel is het begin van een voorzetselvoorwerp?

In tegenstelling tot die verwachting walgen juist veel mensen van het idee alleen al.

Slide 10 - Open question

Welk voorzetsel is het begin van een voorzetselvoorwerp?

Ik moest erg lang zoeken naar de bril van Anne-Marie .

Slide 11 - Open question

Wat is het voorzetselvoorwerp?

Ivar had enorm genoten van de afgelopen winter.

Slide 12 - Open question

Wat is het voorzetselvoorwerp?

Bij een koekenzopie trakteerde hij op chocolademelk.

Slide 13 - Open question

Wat is het voorzetselvoorwerp?

Tijdens de pauze werden ze lekker warm van de hete drank.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Als je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maakt, zet je er meestal gewoon een e achter. Geen extra d of t dus, maar gewoon zo kort mogelijk.
Alleen verdubbeling als het moet vanwege de uitspraak: 
de
kapotte computer

Slide 16 - Slide

vier vragen
iedereen doet mee

Slide 17 - Slide

Het [ontvreemden] geld werd gelukkig terug gevonden.

Slide 18 - Open question

De [vergroten] foto hangt in de hal.

Slide 19 - Open question

Het [stranden] schip trekt veel aandacht.

Slide 20 - Open question

Het [verwoesten] gebouw staat er verlaten bij.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Maandag 11 januari:
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Bespreken/nakijken huiswerk

Spelling: leren blz. 163 maken opdracht 1, 3, 4

Slide 23 - Slide

maandag 11/1

Slide 24 - Slide