6.2 TL plus 6.3 (deel 2)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Verschillende vergelijkingen

Leerdoelen

Je weet van alles over periodieke grafieken, zoals de periode, de toppen en de evenwichtsstand. 

Je kan ook rekenen met kwadratische verbanden, machtsverbanden en wortelverbanden.

Uitleg 

Reken met kwadraten en min getallen.

A) -8 x -8 = 64

B) - 8x8=  -64

Belangrijke woorden

Wat is de maximale hoogte van de speer?

Hoe hoog begint de speer? 

Na hoeveel meter raakt de speer de grond?

Hulp bij het maken van een grafiek

1) maak een tabel met minstens 7 punten.

2) Een van de punten moet het hoogte of laagste punt zijn.

3) Teken de 7 punten

4) de grafiek is symmetrisch, links en rechts van de top zijn gelijk. 

5) Teken de rest van de grafiek met een vloeiende lijn

Zelfstandig werken

Wat:                   maak opdrachten 1-33 (bladzijde 10)

Boek nodig?   Het digitale boek staat bij bestanden in teams.

Hulp:                  stel de docent een vraag, via teams of in het echt

Klaar:                  bekijk de samenvatting van dit hoofdstuk, maak                                  alvast de herhaling. 

Wiskunde zonder verhaaltje

Bij wiskunde zonder verhaaltje, krijg je vaak alleen de formule met letters erin. 

y=2x​2​​+4x+9

Standaard formule

De standaardformule ziet er altijd uit als 

De letters a, b en c zijn getallen. Die verschillen per formule. 

In het voorbeeld hieronder, welk getal hoort er bij a, bij b en bij c?

y=2x​2​​+4x+9

y=ax​2​​+bx+c

Uitrekenen waar de top zit

Voor de coördinaten van een top moet je de x-coördinaat en de y-coördinaat weten. Deze noemen we x-top en y-top

De x-top reken je uit met 

De y-top reken je uit door de x-top te gebruiken in de formule

x=−​2a​​b​​

Voorbeeld

Wat is de top van 

x-top = - 4/(2x2)  dus x=-4/4  dus x=-1

De y-top rekenen we uit door x=-1 te gebruiken

                                                                                      dus y=7

x=−​2a​​b​​

y=2x​2​​+4x+9

y=2⋅(−1)​2​​+4⋅−1+9

Samen doen

Wat zijn de toppen van:

x=−​2a​​b​​

Zelfstandig werken

Wat:                   maak opdrachten 33-50 (bladzijde 29)

Hulp:                  stel de docent een vraag

Klaar:                  bekijk de samenvatting van dit hoofdstuk, maak                                  alvast de herhaling.