Tijdenmix

Tijdenmix
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tijdenmix

Slide 1 - Slide

Tenses
- Present Simple
- Present Continuous
- Past Simple
- Past Continuous
- Present Perfect

Slide 2 - Slide

Present Simple
Wanneer: Iets dat altijd/nooit/regelmatig gebeurt
Hoe: Stam
Uitzonderingen: He / She / It krijgt een S aan stam vast

Slide 3 - Slide

Present Continuous
Wanneer: Iets dat op dit moment bezig is
Hoe: Am / Is / Are + stam met ING eraan vast
Uitzonderingen
- Woord dat eindigt op 1 klinker + 1 medeklinker = dubbele medeklinker
- Als woord eindigt op een E valt die weg
- Als woord eindigt op een C komt er eerst een K bij

Slide 4 - Slide

Past Simple
Wanneer: Iets is in het verleden gebeurt en afgesloten
Hoe: stam met ED eraan vast of 2e rijtje onregelmatig ww
Uitzonderingen
- Woord dat eindigt op 1 klinker + 1 medeklinker = dubbele medeklinker
- Als woord eindigt op een E komt er alleen een D bij
- Als woord eindigt op een medeklinker +Y veranderd het in IED

Slide 5 - Slide

Past Continuous
Wanneer: Iets is in het verleden bezig was 
Hoe: was / were + ww met ING eraan vast
Uitzonderingen
- Woord dat eindigt op 1 klinker + 1 medeklinker = dubbele medeklinker
- Als woord eindigt op een E valt die weg
- Als woord eindigt op een C komt er eerst een K bij

Slide 6 - Slide

Present Perfect
Wanneer: Iets is in het verleden is begonnen en nu nog bezig is
Hoe: Have / Has + voltooid deelwoord (stam met ED / 3e rijtje)
Uitzonderingen
- Woord dat eindigt op 1 klinker + 1 medeklinker = dubbele medeklinker
- Als woord eindigt op een E komt er alleen een D bij
- Als woord eindigt op een medeklinker +Y veranderd het in IED

Slide 7 - Slide

Future (will)
Wanneer: Iets aanbieden / Beloftes / Aankondigingen / Besluiten / Voorspelling zonder bewijs 
Hoe: Will + hele werkwoord (dus niet stam!)
Uitzonderingen: GEEN

Slide 8 - Slide

Future (going to)
Wanneer: Iemand is iets (niet) van plan / Voorspelling met bewijs
Hoe: Am / Is / Are + going to + hele werkwoord (dus niet stam!)
Uitzonderingen: GEEN

Slide 9 - Slide

Future (present continuous & present simple)

Present continuous: Afspraken in de nabije toekomst waarvan tijd en/of plaats al vaststaat

Present Simple: Vaststaande gebeurtenissen in de toekomst die onderdeel zijn van een vast schema (gebeurt altijd of regelmatig) 

Slide 10 - Slide


The train _____ at 5 o'clock. (to leave)

Slide 11 - Open question


The dog _________ in 2012. (to die)

Slide 12 - Open question


She _____ Lord of the Rings. (not/to see)

Slide 13 - Open question


______ a job yet? (you/to find)

Slide 14 - Open question


Jasper and Fadil ________ each other for more than 10 years now. (to know)

Slide 15 - Open question

Lola ________ to pop music when she was younger. (to listen)

Slide 16 - Open question

I ______ my keys, now I will be late. (to lose)

Slide 17 - Open question


She _________ to work every day. (to drive)

Slide 18 - Open question


They _________ here since 2002. (to live)

Slide 19 - Open question


It's rather hot in here, isn't it?
Yes, you're right. I ________ a window. (to open)

Slide 20 - Open question


We _________ a high tea at a castle next Saturday. (to have)

Slide 21 - Open question


My boss is not here at the moment. He _______ you tomorrow. (to call)

Slide 22 - Open question


I _______ new trainers again. (not/to buy)

Slide 23 - Open question


She _______ this race. Look how far ahead she is!
(to win)

Slide 24 - Open question

The teacher _______ the door. (not/to close)

Slide 25 - Open question

They ______ the printers. (to check)

Slide 26 - Open question

___ the policemen _____ into the bank? (to run)

Slide 27 - Open question

Look! Steve's mother ____ a Frappuccino. (to make)

Slide 28 - Open question

Tips
  • Highlight tenses in a text
  •  Make test yourself in the workbook
  • Watch clips on google classroom
  • Lots of repetition!

Slide 29 - Slide