woorden met f en v

woorden met f en v
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

woorden met f en v

Slide 1 - Slide

Leerdoel:
Ik weet wanneer een f in een v verandert. (geloof- geloven).
Ik weet hoe je woorden schrijft waarin de f verdubbelt. (stof- stoffen)

Slide 2 - Slide

Waarom moet ik dit weten?
Beste heer/mefrouw,

Ik schrijv deze brief omdat ik heel erg enthousiast ben over de facature bij uw bedrijf. Ik heb feel ervaring in de administrafsie en ik ben goed in het gebruik van ferschillende offifeprogramma's. Mijn vorige werkerfaring heevt me in staat gesteld om mijn communifatievaardigheden te ontwikkelen. In mijn vorige baan als admimistratief medewerkster was ik ferantwoordelijk voor het ferwerfen van inkomende vacturen, het bijhouden van de agendfa en het assisteren van mijn leidinggevfende bij diferse adminisfratieve taken. Ik ben zeer precies en ik heb oog voor detajls, wat me in staat stelt om mijn werk met grote nauwkeurigheid te doen.
Ik kijk er naar uit om de mogelijkheid te krijgen om mijn sollicitatie in een persoonlijk gesprek toe te lichten.
Met friendelike groet,






Slide 3 - Slide

Lange klank en tweetekenklank
Bij de lange klank hoor of zie je: aa, ee, oo, uu
Bij een korte klank hoor of zie je: a, e, i ,o, u

Bij een tweetekenklank hoor of zie je: ui, au, ou, eu, ie, ei, ij, oe

Slide 4 - Slide

Schrijf een woord met een lange klank

Slide 5 - Open question

Schrijf een woord met een tweetekenklank.

Slide 6 - Open question

Woorden langer maken
Maak je een woord langer en hoor je een lange klank of een tweetekenklank?
Schrijf dan een V!
Let maar eens op.

Slide 7 - Slide

Woorden langer met V
Beloof  -->  Beloven
Geef  -->  Geven
Boef    -->  Boeven
Neef  -->  Neven

Slide 8 - Slide

Maak het woord langer:
DUIF
A
Duifen
B
Duiffen
C
Duiven
D
Duivven

Slide 9 - Quiz

Maak het woord langer:
LEEF
A
Levven
B
Leven
C
Leffen
D
Leefen

Slide 10 - Quiz

Maak het woord langer:
geloof
A
geloven
B
gelofven
C
gelofen
D
geloffen

Slide 11 - Quiz

Maak het woord langer:
schroef
A
schroefen
B
schroeven
C
schroeffen
D
sgroeven

Slide 12 - Quiz

Dus...
Bij een woord met een F aan het eind,
verandert de F in een V als je het woord langer maakt.
Maar alleen bij een LANGE KLANK of TWEETEKENKLANK

Slide 13 - Slide

Het tweede leerdoel...
F wordt dubbele F
Korte klinkers voor de F

stof - stoffen
tof - toffe

Slide 14 - Slide

Wat is het meervoud van slof?

Slide 15 - Open question

Wat is het meervoud van stof?

Slide 16 - Open question

En dan nu...
Oefenen! Ga naar Gynzy en maak:
spelling: woorden met f en v
muziek? nee
klaar? pak je leesboek :)

Slide 17 - Slide