Paragraaf 4-44 en 4-5

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

0,6 + 0,3 =

0,47 - 0,13 =

6 x 0,4 =

0,01 x 12,1 =

Schrijf als decimaal getal:

​4​​1​​=

Welk getal moet op de stippeltjes staan?

​250​​7​​=​1000​​....​​

Dus met welk decimaal getal is de breuk te schrijven?

​250​​7​​

 Het is dus soms handig om de noemer eerst te schrijven als 10, 100 of 1000

Schrijf als decimaal getal:

​20​​17​​=

Schrijf als decimaal getal:

​200​​9​​=

Schrijf als decimaal getal:

7​30​​6​​=

Naar percentages

Maak gebruik van handige percentages of werk de breuk eerst naar een breuk met noemer 10, 100 of 1000

​25​​12​​=​100​​.....​​=

Naar percentages

Maak gebruik van handige percentages of werk de breuk eerst naar een breuk met noemer 10, 100 of 1000

Dus 48%

​25​​12​​=​100​​48​​=48

Schrijf als percentage:
Zet het % erachter
zonder spatie.

​20​​13​​=

Schrijf als percentage:
Zet het % erachter
zonder spatie.

​125​​4​​=

Nu zelf aan het werk of extra instructie

Later nog een checkopdracht via lesson up

0,5 x (0,2 + 0,7) =

(0,01)​2​​⋅100000=

8​2​​⋅10+(7−1)​2​​=

En nu nog twee in het schrift met tussenstappen

90​2​​+(20−1)⋅10​2​​=

2⋅(3+4​2​​)−(2+3)​2​​=