P2-les7-Sociale ongelijkheid op macroniveau

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat betekenen de volgende begrippen?
- Sociale stratificatie 
- Sociale mobiliteit 
- Positietoewijzing 
- Positieverwerving
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat betekenen de volgende begrippen?
- Sociale stratificatie 
- Sociale mobiliteit 
- Positietoewijzing 
- Positieverwerving

Slide 1 - Slide

Macht op micro-niveau
Macht op macro-niveau
Macht op meso-niveau
Tussen wijken, steden, groepen, organisaties en instituties.
Tussen indiviudele personen.
Tussen landen en internationale organisaties, zoals de EU en de NAVO.

Slide 2 - Drag question

KERNCONCEPT Conflict (1)
Een situatie waarin                     , groepen en/of staten elkaar                           om de eigen               te                 .
individuen
tegenwerken
bereiken
doelen

Slide 3 - Drag question

Wat willen we vandaag bereiken?
- We gaan de kernconcepten 'sociale ongelijkheid', 'conflict', ´samenwerking´ en ´gezag´ toepassen op macroniveau.

Slide 4 - Slide

Sociale ongelijkheid op macro-niveau










Noem 3 voorbeelden van hoe sociale ongelijkheid in Nederland tot een conflict heeft geleid?

Slide 5 - Slide

Noem 3 voorbeelden van hoe sociale ongelijkheid in Nederland tot een conflict heeft geleid?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Zwarte Piet

1. Is hier sprake van sociale ongelijkheid?

Een situatie waarbij verschillen in (niet) aangeboren kenmerken consequenties hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.


2. Heeft dit geleid tot een conflict?

Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.


Beantwoord vraag 1 en 2 en leg uit welke delen van de definities volgens jou van toepassing zijn.


Slide 8 - Slide

1. Is hier sprake van sociale ongelijkheid?
Een situatie waarbij verschillen in (niet) aangeboren kenmerken consequenties hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
2. Heeft dit geleid tot een conflict?
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Anoniem solliciteren

1. Is hier sprake van sociale ongelijkheid?

Een situatie waarbij verschillen in (niet) aangeboren kenmerken consequenties hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.


2. Heeft dit geleid tot samenwerking?

Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen en hun handelen op elkaar afstemmen om bepaalde doelstellingen te bereiken.


Beantwoord vraag 1 en 2 en leg uit welke delen van de definities volgens jou van toepassing zijn.

Slide 11 - Slide

1. Is hier sprake van sociale ongelijkheid?
Een situatie waarbij verschillen in (niet) aangeboren kenmerken consequenties hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
2. Heeft dit geleid tot samenwerking?



Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Etnisch profileren

1. Is hier sprake van sociale ongelijkheid?

Een situatie waarbij verschillen in (niet) aangeboren kenmerken consequenties hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.


2. Hoeveel gezag is er voor de politie?

Wordt de macht van de politie als legitiem beschouwd?


Beantwoord vraag 1 en 2 en leg uit welke delen van de definities volgens jou van toepassing zijn.

Slide 14 - Slide

1. Is hier sprake van sociale ongelijkheid?
Een situatie waarbij verschillen in (niet) aangeboren kenmerken consequenties hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
2. Heeft dit geleid tot een conflict?
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Slide 15 - Open question

KERNCONCEPT Conflict (2)

Een situatie waarin (1), groepen en/of staten elkaar (2) om de eigen (3) te bereiken.

Slide 16 - Open question

KERNCONCEPT Macht (4)

Beschrijf nu het hele kernconcept.

Slide 17 - Open question