V5 Thema 3 Stofwisseling bs 5

Verbranding
1 / 27
next
Slide 1: Mind map
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Verbranding

Slide 1 - Mind map

Basisstof 5
Dissimilatie
Glycolyse, acetyl-CoA vorming, citroenzuurcyclus, oxidatieve fosforylering (BINAS tabel 68)

Slide 2 - Slide

Kennen we nog de hoofdrolspelers?


Weet je nog dat chloroplasten en mitochondrien ooit vrij levende bacteriën waren die door endosymbiose zijn opgenomen in de eukaryote cel?
Ze hebben dan ook een gelijke ontstaansgeschiedenis! Dus gebruiken ze deels dezelfde moleculen en membraansystemen!
  1. Mitochondriën gebruiken NAD+ (ipv NADP+)
  2. ATP wil elke cel wel!
  3. De mitochondriën gebruiken in een bepaalde tussenstap ook co-enzym A.


RNA was er misschien wel eerder dan DNA.
Elk van deze moleculen bevat gedeelde bouwstenen met RNA, namelijk adenosine monofosfaat.

Is het biochemisch leven in een RNA soep ontstaan?!

Slide 3 - Slide

Elk van de 3 moleculen uit B67L bevat een adenosine monofosfaat.
Wat zou dat kunnen betekenen voor de evolutie van deze moleculen?
A
Net als Darwin heb ik hier geen kennis over.
B
Het biochemisch leven is begonnen in een RNA soep.
C
Het biochemisch leven is begonnen in een DNA soep.
D
Deze 3 moleculen zijn onafhankelijk ontstaan.

Slide 4 - Quiz

Wat is het doel van verbranding?
A
Zoveel mogelijk energie uit organische moleculen halen.
B
De cel voeden.
C
Zuurstof verbruiken.
D
Glucose afbreken.

Slide 5 - Quiz

Aerobe dissimilatie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Glycolyse
  • Vindt plaats in cytoplasma
  • Glucose gesplitst in twee pyrodruivenzuur moleculen

Netto opbrengst
  • 4 ATP gevormd, maar ook 2 ATP verbruikt: netto 2 ATP
  • 2 NADH moleculen geproduceerd

Slide 8 - Slide

Acetyl-CoA vorming
  • Pyrodruivenzuur bindt aan co-enzym A en vormt zo acetyl-CoA.

Netto opbrengst: 2 NADH

Slide 9 - Slide

Citroenzuurcyclus
  • Vindt plaats in matrix mitochondrium
  • Cyclus wordt twee keer doorlopen per glucose molecuul
  • Energie vastgelegd in NAD (NADH), FAD (FADH2), ADP (ATP)
  • CO2  wordt geproduceerd
  • Netto opbrengst: 6 NADH,  2 FADH2 en 2 ATP

Slide 10 - Slide

Oxidatieve fosforylering
  • Vindt plaats in binnenmembraan mitochondriën
  • Elektronentransportketen die energie uit FADH2 en NADH gebruikt om H+ ionen actief over membraan te transporteren
  • Concentratieverschil gebruikt om ATP te produceren.
  • H2O wordt geproduceerd.

Slide 11 - Slide

Energierekening
  • Glycolyse:
    - Per glucosemolecuul ontstaan er 2 ATP-moleculen
  • Acetyl-CoA vorming en Citroenzuurcyclus:
    - Per glucosemolecuul ontstaan er 2 ATP-moleculen
  • Oxydatieve fosforylering:
    - Per glucosemolecuul ontstaan 10 NADH- en 2 FADH2-moleculen
    - Per NADH-molecuul onstaan 3 ATP-moleculen
    - Per FADH2-molecuul ontstaan 2 ATP-moleculen
  • Totaal 38 ATP-moleculen

Slide 12 - Slide

Anaerobe verbranding

Slide 13 - Slide

Anaerobe verbranding glucose - melkzuur
Anaerobe verbranding glucose - alcohol

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Welke vorm van dissimilatie gebruikt de meeste glucose moleculen om een bepaalde hoeveelheid energie (ATP) te produceren?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 17 - Quiz

  • Dissimilatie, assimilatie en voortgezette assimilatie
  • Organische en anorganische stoffen
  • Autotroof en heterotroof
  • ATP
  • Enzymen, actieve centrum, substraat, cofactor, enzymactiviteit, activator en remstoffen
  • Fotosynthese, licht- en donkerreactie, chemosynthese
  • Voortgezette assimilatie koolhydraten, eiwitten (eiwitstructuur), vetten (onverzadigde en verzadigde, fosfolipiden)
  • Aerobe dissimilatie (glycolyse, citroenzuurcyclus, oxidatieve fosforylering), anaerobe dissimilatie (alcoholgisting en melkzuurgisting)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welke van deze processen wordt, of welke processen worden, aangeduid met Y?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Alleen 3
D
Alleen 1 en 2

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Welke van deze groepen van processen vindt, of welke vinden, plaats in cellen van consumenten en welke in cellen van producenten?
A
C: alleen 1 P: alleen 2
B
C: alleen 2 P: alleen 1
C
C: alleen 1 P: 1 en 2
D
C: alleen 2 P: 1 en 2

Slide 22 - Quiz

Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?
A
N: glycolyse F: citroenzuurcyclus
B
N: glycolyse F: glycolyse + citroenzuurcyclus
C
N: glycolyse + citroenzuurcyclus F: citroenzuurcyclus
D
N + F: glycolyse + citroenzuurcyclus

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide


A
aerobe dissimilatie van vetzuren
B
anaerobe dissimilatie van aminozuren
C
melkzuurgisting

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide


A
Substraat: plaats 1 Activator: plaats 2
B
Substraat: plaats 2 Activator: plaats 1
C
Substraat: plaats 1 Activator: plaats 3
D
Substraat: plaats 2 Activator: plaats 3

Slide 27 - Quiz